• Peiling

Fladderen, geen sokjes aan willen: reden om te testen op autisme?

Niet alleen nieuws, maar ook inspirerende verhalen, opiniestukken en andere interessante content vanuit diverse media.
Gebruikersavatar
Admin
Beheerder
Berichten: 1975
Lid geworden op: 04 jun 2022 13:59
Locatie: Amersfoort
1e diagnose: Autisme
Contacteer:

Fladderen, geen sokjes aan willen: reden om te testen op autisme?

Ongelezen bericht door Admin »

Fladderen met de handen, geen sokjes aan willen en alle treintjes netjes op een rij zetten. Wanneer is iets normaal kindergedrag en wanneer is er een reden om te onderzoeken of je kind autisme heeft? Twee moeders en een psychiater vertellen over het wel of niet diagnosticeren van nog jonge kinderen.
Bij Jamie Vrolijk-Van Beekum (34) thuis in Alphen aan den Rijn is het met vier kinderen een gezellige, drukke boel. Ze heeft lang getwijfeld of ze haar zoon Lennox (5) op ASS (Autisme Spectrum Stoornis) zou testen. "Ik ben niet voor stempeltjes of hokjes, maar uiteindelijk ben ik blij dat ik het gedaan heb."

Haar derde zoon, die met 27 weken is geboren en als gevolg daarvan een hersenbeschadiging opliep, begon gedrag te vertonen dat zijn ouders niet konden koppelen aan zijn al bestaande gedragsproblemen.

"Hij is extreem gevoelig, kan niet tegen de kapper. En hij fladdert constant met zijn armen, soms met zijn hele lijf." Ook kan Lennox erg slecht tegen verandering. "Als we zeggen dat we naar de Hoogvliet gaan, en het wordt de Lidl, is het huis te klein."

Meerwaarde van testen
De kinderarts gaf Jamie en haar man het advies om te onderzoeken of hij in het autismespectrum zat. Daar hebben ze erg over getwijfeld.

"We wisten niet goed wat nou de meerwaarde was. Voor ons, maar ook voor Lennox. Hij zit al op het speciaal onderwijs en krijgt ambulante ondersteuning thuis. En dan moet je weer een onderzoek in."

Toch besloten ze hem te laten testen, omdat ze daarmee inzicht konden krijgen in wat hun zoon nodig had. "Nu begrijpen wij nog beter waar hij tegenaan loopt en kunnen we daar het onderwijs en de zorg op aanpassen."

Meer mensen met autisme, maar ook breder spectrum
Volgens het Nationaal Jeugdinstituut, het landelijk kenniscentrum voor jeugd en opvoeden, telde Nederland vorig jaar 31.000 kinderen van vier tot twaalf jaar met autisme of een daaraan verwante aandoening.

Ook laten internationale studies een stijging zien onder volwassenen met een autismediagnose ten opzichte van de jaren zeventig.

Volgens kinder- en jeugdpsychiater Willemijn Veenboer (GGZ Noord-Holland-Noord) is de definitie van autisme verruimd. Dat heeft invloed op de cijfers.

"Het is een spectrumaandoening geworden, waartoe we nu ook het syndroom van Asperger en PDD-NOS rekenen." Tegelijkertijd ziet ze in haar praktijk geen absolute toename van kinderen en jongeren met autisme. "Het lijkt misschien zo dat 'iedereen ineens autisme heeft', omdat er meer aandacht voor kenmerken van autisme is."

Maatschappij draait sneller, waardoor sommige mensen eraf vallen
Veenboer noemt de toegenomen aandacht voor bijvoorbeeld autisme een positieve ontwikkeling. "Dat helpt ons om de taboesfeer rondom psychische aandoeningen te verbreken."

En dat is nodig, want het aantal mensen met psychische problemen stijgt. Dus is het belangrijk om hierover in gesprek te blijven, vindt ze. Zeker in de huidige prestatiemaatschappij, die veel vraagt van mensen.

"Voor een deel van de mensen is het leven een stuk ingewikkelder dan twintig jaar geleden. Ik vergelijk onze samenleving met een draaischijf, die alsmaar sneller gaat."

"Mensen die minder vaardig zijn, minder zelfredzaam, konden vroeger misschien nog meedraaien, maar nu vallen ze van die schijf af. Een deel daarvan belandt bij de geestelijke gezondheidszorg. En het stellen van de juiste diagnose helpt mij als psychiater om ze te helpen hun leven op de rit te krijgen."

Overgevoelig en nog erg jong
Britt Gerhardt-Buursema (34) uit Teylingen is niet tegen het diagnosticeren van kinderen. Maar haar zoontje Eli vindt ze er nog te jong voor. '"Hij is 2,5 en zich nog volop aan het ontplooien."

Toch merkt ze aan haar zoontje dat hij gevoeliger is dan andere kinderen, "en dan op zo'n manier dat dat opvalt". Zo wil hij bijvoorbeeld liever geen sokjes of schoentjes aan, moeten zijn treintjes altijd op een bepaalde manier naast elkaar staan, en hij kan er niet tegen als zijn haren gekamd worden.

"Ook de opvang zegt dat hij een stuk gevoeliger is dan andere kindjes. Het zou mij niet verbazen als hij toch in het autismespectrum zit." Britt weet waar ze over praat, want zelf kreeg ze een jaar geleden de diagnose ASS. "Dat geeft mij veel duidelijkheid."

Wanneer Britt haar vermoedens over Eli deelt met familie of bekenden, krijgt ze vaak negatieve reacties. '"Ach, dat zeg je toch niet over zo'n jong kind? Hij is hartstikke normaal!" Dat vind ik jammer, dat ze autisme dus als iets negatiefs zien. Terwijl je ook kunt denken: wat bijzonder dat er verschillende mensen met verschillende breinen zijn."

Psychiater Veenboer is het daarmee eens. "Er komt steeds meer kennis over autisme beschikbaar, waar leerkrachten, zorgprofessionals én ouders van kunnen leren."

nu.nl
Plaats reactie
  • Vergelijkbare Onderwerpen
    Reacties
    Weergaves
    Laatste bericht