• Peiling

‘Mens met autisme is misschien wel te empathisch’

Niet alleen nieuws, maar ook inspirerende verhalen, opiniestukken en andere interessante content vanuit diverse media.
Gebruikersavatar
Admin
Beheerder
Berichten: 1975
Lid geworden op: 04 jun 2022 13:59
Locatie: Amersfoort
1e diagnose: Autisme
Contacteer:

‘Mens met autisme is misschien wel te empathisch’

Ongelezen bericht door Admin »

Ons beeld van mensen met autisme klopt vaak niet, stelt ontwikkelingspsycholoog Sander Begeer. Nieuwe inzichten dwingen ons het verouderde beeld bij te stellen.

Veel mensen hebben een stereotiep beeld van mensen met autisme: kinderen, met name jongens, die sociaal heel passief zijn, en al hun aandacht richten op één onderwerp, zoals computers of techniek. Maar dit klopt vaak niet, stelt Sander Begeer, hoogleraar diversiteit en autisme aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. “Ons beeld van mensen met autisme is sterk verouderd,” zegt hij.

Wat klopt er niet aan ons beeld van mensen met autisme?
“Uit onderzoek dat wij hebben gedaan, blijkt dat ongeveer een derde van de mensen met autisme sociaal juist heel actief is. Zij benaderen mensen wel, maar doen dat op een andere manier dan zogenoemde neurotypische – niet-autistische – mensen gewend zijn. Ook wordt autisme steeds vaker bij vrouwen vastgesteld. Wellicht gebeurde dat voorheen minder doordat vrouwen hun autisme anders uiten of meer camoufleren. Daarnaast zien we ook steeds vaker volwassenen met autisme. Autistische kinderen worden natuurlijk volwassen, maar volwassenen krijgen ook vaker op latere leeftijd de diagnose.”

Is het wel zo dat iemand met autisme minder empathisch is?
“Empathie is een raar concept. Het impliceert dat je weet wat er in mij gebeurt, maar dat is natuurlijk helemaal niet zo. Wat we definiëren als empathie is gerelateerd aan afspraken over hoe we met elkaar omgaan. We hebben veel experimenten gedaan rond empathie. Dan doe je bijvoorbeeld met een kind een taakje en stoot je ineens je knie, waarna je ‘au!’ roept. De sociale afspraak is dan dat je vraagt of het gaat.”

“Eigenlijk zagen we nauwelijks verschil tussen kinderen. We zagen vooral dat het ze geen bal interesseert als jij je knie stoot – of ze nou autistisch zijn of niet. Vroeger dachten we ook dat kinderen met autisme niet snappen dat andere mensen een ander perspectief hebben. Uit ons onderzoek blijkt dat ze dat prima snappen – soms zelfs beter dan controlegroepen. Ze gaan er alleen in hun gedrag anders mee om. Soms zijn ze juist heel erg gevoelig voor het perspectief en de emoties van anderen en komen prikkels van gezichtsuitdrukkingen extra hard binnen. Kleine veranderingen daarin zijn dan heel verwarrend. Misschien zijn mensen met autisme juist wel te empathisch.”

Is het erg wanneer de diagnose autisme pas laat wordt gesteld?
“Dat is een goede vraag. Een mooi voorbeeld is dichter Erik Jan Harmens. Hij is laat gediagnostiseerd met autisme. Zijn zoon, eveneens dichter, kreeg als kleuter de diagnose. Ze zijn een beetje jaloers op elkaar. De vader heeft veel alcoholproblemen gehad, tot hij erachter kwam dat hij autistisch was. Hij zegt: had ik het maar eerder geweten, dan had ik goede ondersteuning kunnen krijgen. Zijn zoon zegt juist dat hij altijd vanuit het kader van autisme is bekeken en nooit voor de leeuwen is gegooid. Het heeft dus voor- en nadelen. Enerzijds heb je bij een vroege diagnose betere ondersteuning en krijg je meer begrip vanuit de omgeving. Anderzijds is autisme vooral een mismatch tussen het individu en zijn omgeving. Dus als de omgeving gewoon goed past bij jouw functioneren als persoon met autisme, is er geen probleem.”

Moet je je bij een behandeling dan op de persoon richten of juist op de omgeving?
“Je ziet twee bewegingen. Vanuit het medische model van autisme kijk je naar genezing. Dat ligt extreem gevoelig. Daarnaast heb je het sociale model, dat stelt dat autisme gewoon een van de manieren is waarop je in het leven kunt staan. Veel mensen zeggen zelf: ‘Ik zit echt anders in elkaar, en dat kan tot problemen leiden. Maar die problemen komen niet alleen door mij, die komen ook doordat de wereld is ingericht op neurotypische mensen.’ We zien linkshandigheid ook niet als stoornis. Problemen komen bijvoorbeeld puur doordat scharen meestal voor rechtshandigen zijn gemaakt. Vroeger werd homoseksualiteit ook gezien als een stoornis, maar daar denken we nu ook anders over.”

“Dus in een behandeling moet je er in sommige gevallen alles aan doen om een kind de mogelijkheid te geven te leren en te groeien. Daar wordt het kind uiteindelijk zelf ook gelukkiger van. Anderzijds moet je de omgeving aanpassen en moeten we in zijn algemeenheid de manier aanpassen waarop we over autisme denken.”

“Vroeger zei men vaak: mensen met autisme zijn anders, die snappen het niet. Je kunt net zo goed zeggen: die neurotypische mensen, die zijn echt idioot. Ze gaan eindeloos bij het koffieapparaat ouwehoeren terwijl dat geen enkele functie heeft, ze maken continu oogcontact, ze doen de hele tijd alsof ze weten wat iemand anders voelt en wil, terwijl ze dat helemaal niet weten. Ze zijn immers niet helderziend.”

Sander Begeer
Groningen, 28 augustus 1973

Sander Begeer studeerde psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij promoveerde aan de Vrije Universiteit Amsterdam op de sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen met autismespectrumstoornissen. Vanaf 2011 was hij twee jaar research fellow aan de Universiteit van Sydney. Hierna keerde hij terug naar de VU, waar hij achtereenvolgens functies als universitair docent en universitair hoofddocent bekleedde. Begeer richtte in 2013 het Nederlands Autisme Register op (autismeregister.nl), een uitgebreide database met cijfers over de leefsituatie van mensen met autisme in Nederland. In mei 2022 werd hij benoemd tot hoogleraar diversiteit van autisme aan de VU.


https://www.parool.nl/wereld/psycholoog ... ~b8c478bf/
Plaats reactie
  • Vergelijkbare Onderwerpen
    Reacties
    Weergaves
    Laatste bericht