Het syndroom van Gilles de la Tourette wordt ten onrechte vaak gebruikt als synoniem voor coprolalie (het uiten van scheld- en schuttingwoorden, vloeken) Deze tic is wellicht de meest bekende, maar zeker niet de meest voorkomende tic bij mensen die lijden aan het syndroom
Coprolalie of coprolalia (Grieks, letterlijk poep praten) is een begrip uit de psychologie en psychiatrie. Het is het onvrijwillig uiten van schokkende woorden, zoals vloeken, obscene, seksistische of racistische taal. Het verschijnsel treedt voornamelijk op als symptoom van het syndroom van Gilles de la Tourette.
Vaak wordt coprolalie gezien als het belangrijkste kenmerk van Tourette, maar in de praktijk komt het verschijnsel slechts voor bij een minderheid van de mensen met Tourette en is het meestal ook nog tijdelijk. Coprolalie hangt ook samen met de hoeveelheid stress die een Touretter ondervindt.
Vaak wordt gedacht dat de ongepaste uitingen een onderliggende mening weerspiegelen, maar ook dit is lang niet altijd het geval. Waarschijnlijk is coprolalie erop gericht om een sociale reactie uit te lokken en de manier waarop is voor de patiënt zelf vaak nog pijnlijker dan voor de omgeving. Het is dan ook van belang dat de omgeving met de aandoening leert omgaan om te voorkomen dat de patiënt in een sociaal isolement terechtkomt.
Het syndroom van Gilles de la Tourette (GTS) is een verzameling verschijnselen die zich manifesteert als ongecontroleerde spierbewegingen en het maken van geluiden (tics). Het syndroom is vernoemd naar de Franse neuroloog Georges Gilles de la Tourette (1857 - 1904). Mensen die hieraan lijden, soms kortweg touretters genoemd, hebben een onbedwingbare drang bepaalde bewegingen te maken of bepaalde geluiden of woorden te uiten. Uit schaamte proberen ze die vaak te verhullen. Knipperen met de ogen zal men bijvoorbeeld maskeren door in de ogen te wrijven en dan de ogen toe te knijpen.
Zulke ongewilde en in de omgang veelal in meerdere of mindere mate storende bewegingen en geluiden worden 'tics' genoemd. Wanneer er regelmatig minstens twee motorische tics en één vocale tic (niet noodzakelijk tezelfdertijd) optreden en dit binnen een observatieperiode van minstens één jaar, dan spreekt men van het syndroom van Gilles de la Tourette. Men kan gedurende dit jaar ook ticvrije periodes hebben, die tot drie maanden kunnen duren.
De diagnose 'syndroom van Gilles de la Tourette' wordt gesteld als:
- regelmatig minstens twee motorische en eventueel één vocale tic aanwezig zijn;
- de tics langer dan een jaar aanhouden;
- andere neurologische oorzaken zijn uitgesloten.
Bewegingstics, ook wel motorische tics genoemd:
- knipperen met de ogen
- een grimas trekken
- wegdraaien van de ogen
- optrekken van de neus
- schudden met het hoofd
- schouders optrekken
- knakken van de vingers of andere ledematen en daar geen controle over hebben (dit is lucht tussen het kraakbeen dat zich verplaatst door de beweging) Dit kan soms echt een 'tic' zijn, maar ook een vorm van dwang zoals beneden in dit artikel genoemd wordt.
- diverse tics in ledematen
- Dit zijn voorbeelden, maar als motorische tic is bijna alles mogelijk.
- keel schrapen
- kuchen
- grommen
- knorren
- sisgeluiden
- klakken met de tong
- uiten van zinloze kreten
- uiten van scheld- en schuttingwoorden, vloeken (coprolalie)
- herhalen van woorden of zinnen (echolalie of palilalie)
Dit zijn ook voorbeelden, maar als vocale tic is ook heel veel mogelijk.
rijnmond.nl