• Peiling

Psychiater Christiaan Vinkers over stress en burn-outs

Niet alleen nieuws, maar ook inspirerende verhalen, opiniestukken en andere interessante content vanuit diverse media.
Gebruikersavatar
Admin
Beheerder
Berichten: 1975
Lid geworden op: 04 jun 2022 13:59
Locatie: Amersfoort
1e diagnose: Autisme
Contacteer:

Psychiater Christiaan Vinkers over stress en burn-outs

Ongelezen bericht door Admin »

Als we de media moeten geloven, loopt half Nederland met burn-outklachten. Maar volgens onderzoeker en psychiater Christiaan Vinkers is ons leven helemaal niet zo uitzonderlijk stressvol. 'We hebben niet meer stress dan een eeuw geleden.'

De psychiater en onderzoeker herkent de verleiding: als hij wil, kan Christiaan Vinkers 24 uur per dag werken en zich daarmee zo veel stress op de hals halen dat zijn geestelijke en lichamelijke gezondheid eronder lijden.

Dus kiest hij er bewust voor om niet op alle verzoeken ‘ja’ te zeggen. Om af en toe een weekje vrij te plannen met zijn gezin. En om regelmatig zijn hoofd leeg te maken op de roeimachine die hij kortgeleden aanschafte.

Dat neemt niet weg dat hij zich zo nu en dan behoorlijk gestrest kan voelen door alle verantwoordelijkheden thuis en op het werk. ‘Maar dat is niet per se verkeerd,’ zegt Vinkers.

‘Op zich is stress juist goed voor een mens, het is de spice of life. Het zet je in beweging, maakt je slimmer, alerter, sneller en leidt tot mooie prestaties. Zolang het met mate is, althans. Want te véél stress is natuurlijk wel ongezond. Dat is een risicofactor voor van alles: van burn-out tot overgewicht en zelfs zelfmoord.’

Hoe het stresssysteem precies werkt, wat er in je hoofd en lichaam gebeurt als de stress-emmer overloopt en waarom dat de ene persoon eerder overkomt dan de ander, probeert psychiater Christaan Vinkers al tien jaar te achterhalen. Maar het antwoord vinden op deze vragen is niet zo eenvoudig.

Psychiater Vinkers: ‘Waar lijden mensen met een burn-out precies aan en hoe veroorzaakt hun stress al die klachten? We weten het niet. Het is geen erkende ziekte; iedereen geeft er zijn eigen interpretatie aan. Dat maakt het lastig om een goede diagnose te stellen en dus ook om patiënten doeltreffend te helpen.’

Maar er zijn toch medische richtlijnen voor burn-out?
‘Jazeker. Daarin staat dat iemand met een burn-out minimaal zes maanden geestelijk en lichamelijk uitgeput is en daardoor minder goed functioneert in het dagelijkse leven.

Andere veel voorkomende klachten zijn slecht slapen, prikkelbaar of snel emotioneel zijn, niet tegen drukte kunnen, veel piekeren, een opgejaagd gevoel, concentratieproblemen en vergeetachtigheid.

Ook lichamelijke stressklachten spelen vaak een rol: denk aan hoofdpijn, buikpijn en hartkloppingen. Een heel grote vergaarbak, kortom. Bovendien kunnen dit soort symptomen bijvoorbeeld ook bij een depressie of angststoornis horen.’

Hoe kan het dat we nog zo weinig van stress begrijpen?
‘Omdat stress razend ingewikkeld is. Als je gespannen bent, komen er allerlei processen op gang die elkaar ook weer kunnen beïnvloeden. In je hersenen, maar ook in de rest van je lichaam.

Je spieren spannen aan, je hart en ademhaling gaan sneller en je bloeddruk gaat omhoog, om maar een paar dingen te noemen.

Als die situatie lang aanhoudt, leidt dat tot een fysieke slijtageslag. Vergelijk het maar met eens ouderwetse langspeelplaat die blijft hangen. Op den duur raakt de groef van de plaat beschadigd. Zo gaat het ook met je lichaam. Dat is er namelijk helemaal niet op berekend om voortdurend onder spanning te staan.

Wat het extra complex maakt, is dat stressgevoeligheid heel individueel bepaald is: waar de ene persoon juist goed onder druk presteert, loopt de ander erin vast. Hoe dat bij jou werkt, hangt onder andere af van je karakter – zie je het glas halfvol of halfleeg? – en van je erfelijke aanleg.

En dan zijn er ook nog de sociologische aspecten. Bijvoorbeeld de maatschappelijke opvatting dat altijd maar doorbuffelen stoer is en van doorzettingsvermogen getuigt. Al die factoren tezamen bepalen of en wanneer je te veel stress ervaart en hoe je daar vervolgens op reageert.’

Wanneer wordt stress een probleem?
‘Als het systeem uit balans raakt. Dat kan gebeuren bij te veel stress, maar óók als je er te weinig van hebt. Dan ga je je vervelen en functioneer je net zo goed niet optimaal.

Het gaat dus om het vinden van het optimale evenwicht. In het Amsterdam UMC zijn we bezig te onderzoeken hoe dat werkt en hoe je per persoon kunt bepalen wat het stress-optimum is.

Daarbij betrekken we alle relevante factoren: psychologie, biologie en de omgeving. Zo onderzoeken we hoe het kan dat een jeugdtrauma, zoals misbruik of verwaarlozing, levenslange gevolgen heeft voor iemands geestelijke en lichamelijke gezondheid. En dus ook je persoonlijke stresssysteem beïnvloedt.’

Wat gaat er mis als je te veel stress hebt?
‘Bij het stresssysteem zijn tientallen neurotransmitters en hormonen binnen en buiten het brein betrokken. De twee bekendste zijn het stresshormoon cortisol en de neurotransmitter adrenaline. Is de oorzaak van de stress voorbij, dan stopt de aanmaak van cortisol en adrenaline normaal gesproken weer snel.

Maar door heel hevige of chronische stress kan het systeem permanent ontregeld raken. Je wordt dan extra kwetsbaar of zelfs overgevoelig voor stress. Een klein beetje stress kan er in zo’n geval al voor zorgen dat je minder goed in je vel komt te zitten.

Mijn droom is dat we in de toekomst voor iedereen een individueel stresspaspoort kunnen maken. Daarin staat dan wat je sterke en zwakke punten zijn als het om stress gaat.

Als je veel piekert of slecht slaapt, geeft dat bijvoorbeeld meer kans op te veel stress en dus op een burn-out of depressie. Emotionele flexibiliteit en een stevig sociaal netwerk vergroten je veerkracht juist.

Heb je als individu goed inzicht in hoe dat bij jou werkt, dan kun je daar rekening mee houden bij hoe je je leven inricht. Of gericht aan de slag gaan om je stressoren te verminderen.

Wie weet komt er ooit wel een systeem om je te waarschuwen als jouw kritische stressgrens in zicht komt: nu even terugschakelen.’

Voorlopig lijken onze stresslevels alleen maar toe te nemen. Zo meldden het CBS en TNO eerder dit jaar dat 1 op de 7 mensen burn-outklachten heeft.
‘Ik kan daar niet zoveel mee. In 2018 gaf ruim 17 procent van de werknemers aan zich minstens een paar keer per maand psychisch vermoeid te voelen door het werk. Dat was 6 procent meer dan tien jaar eerder.

Maar dat soort zelf gerapporteerde ervaringen zijn lastig te interpreteren. Twee mensen die in precies dezelfde werksituatie zitten, kunnen die immers heel verschillend ervaren.

Dit soort cijfers zijn dus weinig objectief. Bovendien: wat zegt het als je af en toe psychisch moe bent van je werk? Als ik zelf zulke uitspraken krijg voorgelegd, antwoord ik daar vermoedelijk óók ‘ja’ op. Wat wil je, met een voltijdbaan en een jong gezin. Maar daarmee heb ik nog geen burn-out.’

Maar steeds meer mensen zeggen last te hebben van dit soort klachten.
‘Die stijgende getallen kunnen ook het gevolg zijn van het feit dat we tegenwoordig gelukkig steeds meer en makkelijker over stress praten. Bovendien lopen de cijfers nogal uiteen, afhankelijk van de definitie die wordt gekozen. Tot voor kort gebruikten huisartsen de term burn-out zelfs helemaal niet.

Zij registreerden alleen het aantal mensen dat zich met overspannenheid – de voorfase van een burn-out – bij hen meldden. Als je daarnaar kijkt, blijken die klachten tussen 1991 en 2014 juist met bijna een kwart te zijn afgenomen. We moeten onszelf als samenleving dus niet onnodig de put in praten.’

Feit is dat de maatschappij verandert en we steeds meer prikkels krijgen.
‘Met onze smartphones, files en overvolle agenda’s is de stress die we nu ervaren zeker van een andere aard dan bijvoorbeeld honderd of tweehonderd jaar geleden, maar ik betwijfel of we ook méér stress hebben dan toen.

Aan het einde van de negentiende eeuw werkten veel mensen vijftien of zestien uur per dag. Ze hadden vaak grote zorgen over heel basale dingen, zoals eten en huisvesting. En veel van hun kinderen stierven op jonge leeftijd. Zouden wij nu meer stress hebben?’

En de invloed van internet en sociale media dan? Het feit dat we altijd bereikbaar zijn en constant ‘aan’ staan?
‘Ook daarover hoor je meer meningen dan feiten. De meeste uitspraken vallen in de categorie: het klinkt aannemelijk, dus dan zal het wel zo zijn. Persoonlijk geloof ik niet dat de smartphone dé boeman is.

Zo publiceerde de universiteit van Oxford begin dit jaar nog een groot onderzoek naar de psychische gezondheid van Britse en Amerikaanse tieners. Wat bleek? Technologie had maar voor 0,4 procent invloed.

Wat overigens niet betekent dat overdadig telefoongebruik goed is, integendeel. Maar het stressprobleem is complexer.’

Wat kun je het beste doen als je merkt dat je te veel stress hebt?
‘Probeer voor jezelf na te gaan hoe dat komt. Heb je te weinig vrijheid op het werk? Kom je niet genoeg aan jezelf toe? Zit er iets niet lekker in je relatie? Praat erover met de mensen in je omgeving. Die zien soms beter wat er aan de hand is dan jijzelf.

Denk in ieder geval niet dat het probleem vanzelf wel verdwijnt, want dat is meestal niet zo. Sterker nog, hoe langer je met stressklachten doorloopt, hoe langer het duurt voor je ervan af bent.

Dus ga naar de huisarts als je klachten na een paar weken nog niet over zijn. Die kan je zo nodig doorverwijzen naar een gespecialiseerde hulpverlener of psychiater.’

Wat werkt bij burn-out en wat niet?
‘Helaas is er niet één oplossing, zoals mediteren, sporten, dagboek schrijven, die voor iedereen werkt. Of je nu kiest voor yoga, een mentaal-fit-cursus of een lotgenotengroep, het gaat er vooral om dat je iets vindt wat bij jou past. Dan houd je het langer vol, blijkt uit verschillende wetenschappelijke onderzoeken, en zal het effect ook groter zijn.

Als het om professionele hulp gaat, geeft cognitieve gedragstherapie, waarbij je je belemmerende gedachten en gewoonten aanpakt, vaak goede resultaten. Kortom: er is aanbod genoeg.

Maar omdat ieders stresssysteem anders werkt, denk ik dat de hulp voor mensen met burn-outklachten meer maatwerk moet worden en daarmee effectiever. Nu schieten we nog met hagel, straks hopelijk met scherp.’

Heeft het zin om bij een burn-out antidepressiva te slikken?
‘Dat zou ik niet doen. Die medicijnen zijn er immers niet voor ontwikkeld. Het is dus maar de vraag of ze bij burn-out helpen. En intussen krijg je misschien te maken met bijwerkingen, zoals gewichtstoename en seksuele problemen.’

Heeft u nog een gouden tip tegen stress?
‘De mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest’, luidt het gezegde. Dat is écht zo. Wij mensen zijn gemaakt om flink wat stress aan te kunnen. We zijn veerkrachtiger dan we denken. Daar mogen we best meer op vertrouwen.’

Psychiater Christiaan Vinkers (1980) lid van De Jonge Akademie, werkt als psychiater en stressonderzoeker bij het Amsterdam UMC.

Behalve geneeskunde studeerde hij farmacie en rechten. Met zijn onderzoek probeert hij antwoord te vinden op de vraag hoe menselijke veerkracht werkt en bij wie stress psychische klachten veroorzaakt. Hij is nauw betrokken bij Stress-NL, een landelijk samenwerkingsverband van stressonderzoekers.

In 2017 bracht hij samen met apotheker Roeland Vis het boek Even slikken uit, over de zin en onzin van antidepressiva (meer informatie op antidepressiva.nl). Daarnaast is hij initiatiefnemer van dejongepsychiater.nl, een website waarmee hij informatie over psychiatrie toegankelijker wil maken.


psychologiemagazine.nl
Plaats reactie
  • Vergelijkbare Onderwerpen
    Reacties
    Weergaves
    Laatste bericht