• Peiling

Opruimtips van een opruimcoach

Niet alleen nieuws, maar ook inspirerende verhalen, opiniestukken en andere interessante content vanuit diverse media.
Gebruikersavatar
Admin
Beheerder
Berichten: 1969
Lid geworden op: 04 jun 2022 13:59
Locatie: Amersfoort
1e diagnose: Autisme
Contacteer:

Opruimtips van een opruimcoach

Ongelezen bericht door Admin »

Opruimcoach Gwendoline Van Balberghe heeft in haar boek "Netjes op orde" tips voor mensen met ADHD en autisme die moeite hebben met het creëren van orde en netheid in huis. Mensen met ADHD of autisme hebben meer structuur nodig en een dagelijkse routine biedt hen een stevigere houvast. Gwendoline adviseert om niet lukraak het huis uit te kammen en om te denken vanuit de gedachtewereld van de ander. Haar vier concrete tips om te helpen bij opruimen zijn: 1) herorganiseer, 2) maak duidelijke afspraken, 3) creëer een routine en 4) denk vanuit de gedachtewereld van de ander.

Opruimen kan soms een helse karwei lijken. Hoe begin je er in hemelsnaam aan en waar plaats je die nieuwe hebbedingetjes? Het lijkt voor sommigen de evidentie zelve, maar dat is het zeker niet voor iedereen. “Vooral bij mensen met autisme, ADHD of hoogsensitiviteit kan het heel wat stress met zich meebrengen”, meent opruimcoach Gwendoline Van BalBerghe, die onlangs haar persoonlijke tips en ervaringen neerschreef in een boek.

Ze werkt al ruim vijf jaar als opruimcoach en heeft een dochter met autisme. “Geregeld verliezen mensen met bijvoorbeeld ADHD het algehele overzicht en beginnen ze alle kamers tegelijk op te ruimen”, verduidelijkt ze. “Dat kan soms een chaotisch gevoel van overweldiging voor die persoon veroorzaken. Anderen breken dan eerder hun hoofd over waar ze precies de nieuwe spulletjes moeten neerpoten.”

Waarom is opruimen een hindernis?
In haar gloednieuwe boek ‘Netjes op orde’ richt de coach haar blik onder meer op mensen met autisme en/of ADHD, die moeite hebben met het organiseren van orde en netheid in huis. Focussen op hoe je die obstakels kan wegwerken is volgens haar broodnodig. “Door duidelijke afspraken te maken, weten ze exact wat hen te wachten staat, en verwacht wordt. Kortom, ze hebben meer structuur nodig dan anderen, en een dagelijkse routine biedt hen een stevigere houvast.”

“Het geeft hen niet alleen een vertrouwd gevoel van veiligheid, maar ze kunnen ook beter het overzicht bewaken”, aldus Van Balberghe. “Een gezonde geest in een proper huis geeft je immers meer vrije tijd en rust in je hoofd. Een win-winsituatie dus”, klinkt het. Verder gidst ze in haar boek ook begeleiders van mensen met een diagnose door de soms chaotische gedachtestroom van opruimen.

“Je eigen huis op orde stellen is al niet eenvoudig, dus iemand anders zijn spullen opruimen al helemaal niet. Opvallend is dat begeleiders niet in deze materie zijn opgeleid. Ze weten dikwijls niet hoe ze eraan moeten beginnen en dat kan gaandeweg problemen met zich meebrengen”, waarschuwt ze.

“Mensen zonder een diagnose hebben meestal een zelf aangeleerde houding van opruimen. Je ontwikkelt een opruimgewoonte en die zelfdiscipline moet je elke keer blijven stimuleren. Het grote verschil in tegenstelling tot mensen met bijvoorbeeld autisme, is dat ze wel over deze vaardigheden beschikken, maar over het algemeen de juiste aanpak missen die voor hen logisch is.”

Zo help je anderen en jezelf met opruimen
“Als opruimbegeleider is het vervolgens je taak om te leren denken vanuit de gedachtewereld van de ander en niet andersom”, vervolgt ze. Met als nefast gevolg kunnen er dus veel onfortuinlijke misverstanden ontstaan. Een duidelijk voorbeeld is het volgende. “Ik begeleidde onlangs een persoon met autisme die af en toe ondersteuning krijgt van een thuiszorgmedewerker”, begint ze haar verhaal.

“De verzorger vouwde de kousen op en stopte ze vervolgens in de kleerkast, zoals ze thuis gewend is. Maar hoe ze die plooide, maakte mijn cliënt erg nerveus. Dat zorgde voor heel wat discussies en spanningen. Toen ben ik op het toneel verschenen. Samen met de vrouw ben ik hierover in gesprek gegaan.”

“En wat bleek? Doorgaans had zij haar eigen opvouwtechniek ontwikkeld. Een nieuwe verandering in haar kleerkast bracht haar uit balans. Ze had geen overzicht meer en als reactie daarop kreeg ze fysieke klachten van stress. Sinds de begeleider hiervan op de hoogte was, was de sfeer al een stuk minder gespannen. Mijn klus was geklaard.”

1. Herorganiseer
Samen zoeken naar de prettigste manier om je spullen te herorganiseren is een eerste tip die opruimcoach Van Balberghe naar voren schuift. “Je moet altijd een gulden middenweg vinden. Ik vind het belangrijk dat mensen met bijvoorbeeld autisme goed kunnen aangeven hoe ze erover denken, dit omdat ze zich meestal niet goed expressief kunnen uitdrukken. Dat kun je best doen tijdens een luchtig kennismakingsgesprek”, raadt ze aan.

“Opruimen is taal en communicatie is de krachtige motor erachter. Maar helaas wordt dat nog te vaak onderschat door de directe omgeving”, zegt ze nog. “Een kraaknet huis is niet voor iedereen hetzelfde. Wat voor de een gezellig is, is voor de ander rommel en vice versa. Dat vergeten we te vaak.”

2. Een voorbereid man
Een volgende tip is de voorbereiding, die is erg belangrijk. “Begin niet lukraak je huis uit te kammen, maar zorg dat het plan van aanpak voor iedereen duidelijk is”, benadrukt Van Balberghe. “Benoem de opdrachten concreet en wijs absoluut niet met de vinger.”

Dat geeft volgens de opruimcoach steeds een averechts effect. “Vraag je dus af wat opruimen voor jou betekent. Wat is een proper huis? Hoe proper moet het dagelijks zijn? Formuleer je verwachtingen, wensen en opruimmethodes. Want als de voorbereiding goed zit, ben je al voor de helft gewonnen.”

Ook las je beter korte opruimmomenten afwisselend met rustpauzes in, tipt ze. Een volledige dag vrijhouden om alles in één keer op te ruimen, is dus zeker niet nodig. “Sommige mensen kunnen hun hele huis in een halve dag opruimen, anderen moeten eerder hun taken over meer dagen spreiden. Dat is natuurlijk een persoonlijke keuze. Opruimen is dikwijls mentaal belastend en vooral vermoeiend. Maak dus zelf best de afweging.”

3. Persoonlijke aanpak
Als er verder één iets is dat de coach over de jaren heeft geleerd, is het wel werken op maat van de persoon. Dat is immers haar persoonlijke mantra. “Iedereen is anders en de aanpak is telkens verschillend. Als diens begeleider moet je je dus voortdurend aanpassen.”

“Hierbij is het belangrijk dat je eerst onderzoekt hoe de persoon in kwestie het best begeleidt kan en wil worden. Bij de een kan ik online begeleiden, bij de ander kom ik liever langs. Beperk als begeleider ook je eigen opruim behoeften. Het gaat tenslotte over hun spullen én leven.”

4. Maak het leuk
“Opruimen hoeft helemaal niet saai te zijn”, vertelt Van Balberghe nog enthousiast. “Je kan bijvoorbeeld verschillende afbeeldingen of kleuren gebruiken om kleding te sorteren.” Dat is een laatste bruikbare tip. Het kan alleen maar bijdragen tot meer plezier bij het opruimen. Dus laat je creatief brein los in de grote rommelberg en let’s clutter!

goedgevoel.be
Plaats reactie