De prijs van altijd online zijn: jongvolwassenen en psychische klachten

[Admin]

Meer dan de helft van de jongvolwassenen tussen de 16 en 25 jaar heeft last van psychische problemen. Staatssecretaris Van Ooijen vroeg zich af of er echt iets aan de hand is in ons land of dat de jeugd van tegenwoordig gewoon erg kwetsbaar is. Het was vroeger namelijk ook niet makkelijk om jong te zijn, of het nu de jaren '50, '80 of de oorlog was. Er is echter één groot verschil tussen toen en nu: we leven nu niet alleen offline, maar ook online. Sommige mensen vinden dit een overdreven stelling, maar voor het eerst in de geschiedenis hebben veel Nederlanders te maken met een ernstige verslaving. Jong en oud zijn constant verbonden met het internet, kijk maar naar de mensen in de bus, trein of auto.

Als je altijd online bent, zie je op jonge leeftijd alle rampspoed die er in de wereld gebeurt. Waar we in de jaren '70 voor het eerst hongersnood op tv zagen, worden oorlogen en overstromingen nu dagelijks getoond. Ondanks dat oma kan zeggen dat het mooiste nog moet komen, voorspelt de wetenschap dat klimaatverandering en bevolkingsgroei in de toekomst voor nog meer rampen gaan zorgen. Daarnaast betekent altijd online zijn ook dat iedereen het beter lijkt te hebben dan jij. Hoewel dit niet waar is, worden vooral de leuke momenten gedeeld op sociale media. Vroeger kreeg je een kaartje van iemand die op vakantie ging, maar nu krijg je elke dag updates vanuit een exotisch oord. Waarom ben jij daar niet? Waarom krijgen jouw vrienden meer likes dan jij? Je voelt voortdurend druk om goed over te komen.

Natuurlijk kunnen we ook vaststellen dat de jeugd van tegenwoordig het materieel gezien beter heeft dan ooit tevoren. Maar misschien is dit artikel juist geschreven door een "boomer". Of misschien moeten we gewoon van de overheid verwachten dat er genoeg jeugdzorg beschikbaar is. Maar eenzaamheid los je niet op met een cursus, zoals Van Ooijen beweerde. Het is belangrijk om met elkaar te praten en niet alleen naar professionele hulpverleners te kijken. Een goed gesprek begint niet met een oordeel, maar met een vraag. In plaats van een kruisiging, zoals we op Goede Vrijdag herdenken, moeten we ons richten op een nieuw begin, zoals met Pasen.

Gebaseerd op een commentaar van Hans Nijenhuis in AD