e term hoogbegaafdheid heeft het imago van hoogdravendheid, van beter dan iemand anders zijn, van aanstellerigheid. Zelf heb ik het dan ook liever over ‘makkelijk kúnnen leren’, met de kanttekening dat dat niet hetzelfde is als altijd goede cijfers, want je moet ook nog lekker in je vel zitten, je concentreren, je huiswerk plannen en zo nog wat zaken voor je op school je potentiële leervermogen kunt laten zien. Helaas is er onder deze vaak creatieve en gevoelige groep leerlingen een aanzienlijk deel dat uitvalt in ons onderwijssysteem.
Dat komt omdat het lastig is aansluiting te vinden bij leeftijdsgenootjes én bij de lesstof als je heel anders denkt. Als je weet dat het gemiddelde IQ van Nederland 100 is, dan is het vanzelfsprekend dat we speciale scholen inrichten voor leerlingen met een IQ van maximaal 80. Want het zou immers niet rechtvaardig zijn hen gefrustreerd in de klas te laten zitten. Ook missen ze wellicht de capaciteiten om bevriend te raken met kinderen die op een andere, snellere manier denken en spelen.
Maar een leerling met een IQ van 135 zit wél in die gewone klas, met exact dezelfde problemen. Op dit moment zijn er zo’n 15.000 ‘thuiszitters’ in Nederland. Een derde van deze kinderen is vermoedelijk hoogbegaafd. Deze hoogbegaafde drop outs hebben vaak een enorme lijdensweg meegemaakt van niet-passend onderwijs. Ze voelen zich niet begrepen. Ze krijgen nooit meer de beurt “want anderen moeten ook de kans krijgen”, ze moeten nog wachten met lezen en schrijven terwijl ze dat al kunnen “want dat leren we hier pas in groep 3” of ze zitten jarenlang in hun eentje op de gang te werken.
Als dit niet-passende onderwijs lang genoeg doorgaat zijn de gevolgen heftig. Ik heb in mijn carrière leerlingen gezien met depressie, automutulatie, angststoornissen, gewelddadige woede-uitbarstingen, misdiagnose autisme of adhd en tot slot zelfs zelfmoordpogingen, terwijl ze ‘alleen maar’ hoogbegaafd bleken en ‘alleen maar’ ander onderwijs nodig hadden.
Een plek om op adem te komen
Voor deze leerlingen, die na een heleboel verschillende scholen en ellende soms al jarenlang thuiszitten, is er in het Limburgse Heibloem een plek waar ze op adem kunnen komen. Waar ze zichzelf kunnen vinden, herstellen van hun schooltrauma’s en heel voorzichtig begeleid worden naar een plekje in de maatschappij waar ze zich fijn voelen. Misschien is dat school, misschien is dat werk, of misschien is dat een ander manier van bijdragen aan de maatschappij.
Deze plaats heet Spirare, en ik ben er geweest. Doordat ze in coronatijd in financiële moeilijkheden zijn gekomen dreigen de 90 thuiszitters die daar nu dagelijks opgevangen worden en de 150 thuiszitters die met de intakeprocedure bezig zijn, op straat gezet te worden. Omdat niemand zich verantwoordelijk voelt om deze groep supergetalenteerde, maar kwetsbare kinderen op te vangen. Wanhopige ouders reizen dagelijks vanuit Drachten, Middelburg en ongeveer elke plek die daartussen zit naar Heibloem om hun kind een kans te geven op herstel. Alles wat ze daar in tientallen jaren hebben opgebouwd dreigt om te vallen.
Dat mag niet gebeuren. Wie pakt deze handschoen op en helpt Spirare een financieel gezonde huishouding te krijgen, wie steunt hun crowdfunding, kortom: wie gaat er nu eindelijk zorgen voor deze kinderen?
Column Trouw / Sofie van de Waart