Scholen zetten steeds meer in op gezond eten. Zo wordt snoepen ingedamd, of zelfs geheel verboden, en zijn er steeds meer regels voor de inhoud van broodtrommels. Maar wat als je kind een eetstoornis heeft en bijna niets lust? Wat als het doodsbang is voor eten met de kleur oranje?
,,Als onze zoon tot specifiek eetgedrag wordt gedwongen, zal hij beslist een thuiszitter worden”, zegt Rita Maris (46), deskundige als het gaat om de eetstoornis ARFID. Twee van haar zes kinderen hebben deze diagnose; een afwijking in het eetgedrag waarbij mensen zeer weinig of selectief eten.
De eetstoornis is niet gericht op het uiterlijk van de persoon, zoals bij anorexia of boulimia, maar op de structuur, smaak, kleur, geur, temperatuur of beleving van het eten zelf. ,,Mijn jongste kind heeft er al last van sinds hij een baby was. Vanaf dat we begonnen met het aanbieden van vast voedsel, zoals stukjes brood, leek het alsof hij stikte. Terwijl hij helemaal niet kón stikken in dat ministukje brood, dat ook nog eens gedoopt was in melk.”
Het grootste misverstand
,,Later kreeg ons zoontje de diagnose autisme en viel er meer op zijn plek”, zegt Maris. Veel mensen met ARFID bevinden zich ook in het autistische spectrum. ,,Het is goed dat scholen inzetten op gezond eten, maar dan moet er wel eerst meer kennis komen over eetstoornissen als ARFID, dat sinds 2013 een officiële diagnose is.”
,,Scholen denken: dit is een opvoedprobleem. Dat is meteen het grootste misverstand. Ouders vóéden niet verkeerd op en kinderen stéllen zich niet aan. Eten wordt door mensen met ARFID zó anders ervaren dat het zelfs traumatisch kan zijn.”
Inmiddels staan er vijf producten op het ‘veilig-eten-lijstje’ van haar zoontje. ,,Volkorenbrood met een specifieke chocopasta, Olvarit met bruinebonensmaak, Nibb-it chips, één soort biscuitjes en een specifieke limonadesiroop. Toen die limonade tijdelijk niet geleverd kon worden, betekende dat een absolute noodsituatie. Hij drinkt namelijk niets anders.”
Tips van ambassadeur Maris
• Als je twijfelt, zoek dan contact met zorgverleners die kennis hebben van ARFID.
• Een diëtist kan helpen door uit te rekenen of er tekorten in de voeding zijn.
• Wees welkom in de Facebookgroep ‘ARFID te lijf!’. Er is veel herkenning en kennis te vinden.
• Voel je als ouder niet schuldig: je bent geen slechte ouder als je kind dit heeft.
• Blijf uitleggen aan mensen om je heen. Zorg dat dit eetprobleem geen geheim blijft.
Annemarie van Bellegem, kinderarts sociale pediatrie in het Amsterdam UMC en gespecialiseerd in eetstoornissen, neemt ARFID zeer serieus. ,,Kinderen met deze diagnose zijn soms oprecht doodsbang om bepaalde producten te eten, of om te stikken. Ze kunnen bijvoorbeeld ook een enorme aversie hebben voor bijvoorbeeld al het eten met de kleur oranje.”
Traumatische ervaring
,,Over het algemeen komt dit ziektebeeld bij kinderen voor, maar ook adolescenten en volwassenen kunnen hier last van krijgen, vaak door een traumatische ervaring. Ik heb iemand in mijn praktijk die zich ooit heeft verslikt in een Mentos en als gevolg hiervan acht jaar lang geen vast voedsel heeft durven eten.”
,,Veel van mijn patiënten zijn kinderen met autisme. Zij hebben een ander mondgevoel en ervaren sponzige of harde producten bijvoorbeeld als heel onaangenaam. Omdat de stoornis vaak met angst of negatieve gevoelens te maken heeft, is het mogelijk om met gedragstherapie nieuw gedrag aan te leren. De inzet is dan vooral om de negatieve associatie van het eten weg te halen en er nieuwe, positieve prikkels aan te koppelen. Bij een specifieke traumatische gebeurtenis kan EMDR helpen om deze negatieve ervaring te verwerken.”
Schakel hulp in
,,ARFID wordt heel vaak verward met kinderen die een fase hebben waarin ze eenkennig eten. Ouders stuiten hierdoor op onbegrip. Vanwege de maatschappelijke druk en de angst dat hun kind voedingsstoffen tekort komt, wordt er dan nóg meer druk op het kind uitgeoefend. Dit werkt alleen maar averechts.”
,,Het is goed om tijdig hulp in de schakelen, zodat een arts de groei van een kind en de inname van voedingsstoffen en vitamines kan monitoren. Ook kan de arts doorverwijzen voor een passende psychologische behandeling. Daarnaast vind ik het belangrijk aandacht te hebben voor het hele systeem. Dus niet alleen voor het kind met ARFID, maar ook voor de ouders en misschien het jongere zusje dat aan diezelfde eettafel alles meekrijgt.”
Tips van kinderarts Van Bellegem
• Ga naar de huisarts als je je zorgen maakt.
• De website firsteetkit.nl biedt veel nuttige informatie.
• Mijn vuistregel: liefdevol je kind begrenzen en heel veel geduld hebben.
• Zorg dat je ondersteuning krijgt. Wanneer er sprake is van ARFID, kun je dat simpelweg niet in je eentje oplossen. Zorg ook voor begeleiding van de rest van het gezin.
• Je zult stuiten op onbegrip of goedbedoelde meningen. Laat je hier niet gek door maken en weet dat je niet alleen bent!
AD / Marcella Das