Het kabinet heeft aangegeven dat ouders hun kinderen minder vaak naar jeugdzorg moeten sturen als zij kampen met psychische problemen. Staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid, ChristenUnie) heeft dit gezegd tegen het AD. Hij zal daarom bijeenkomsten organiseren met ouders en instanties om te bespreken hoe kinderen geholpen kunnen worden zonder dat het jeugdzorgsysteem verder wordt belast. Van Ooijen vindt dat Nederland moet onderzoeken waarom er "zoveel jongeren gestrest en eenzaam" zijn, in plaats van altijd maar naar jeugdzorg te verwijzen.
Van Ooijen wijst naar het Nederlandse gezinsleven als oorzaak van toenemende psychische klachten bij kinderen. Volgens de staatssecretaris kampen veel gezinnen met opvoedingsproblemen door het hoge aantal scheidingen in Nederland. Bovendien worden problemen van kinderen te snel geproblematiseerd. "We moeten onze kinderen af en toe ook de ruimte geven om te vallen", aldus Van Ooijen. De staatssecretaris is benieuwd naar de ideeën die uit de bijeenkomsten zullen komen. Hij heeft zelf al wat "denkrichtingen". Zo moet er meer geïnvesteerd worden in plekken waar kinderen kunnen "rondhangen".
De jeugdzorg, waarvoor Van Ooijen verantwoordelijk is, loopt steeds verder vast. Dit leidt tot lange wachtlijsten, ook voor jongeren met ernstige psychische problemen. Vaak wordt het decentralisatiebeleid van de afgelopen kabinetten als oorzaak aangewezen. Ondertussen wil kabinet-Rutte IV bezuinigen op jeugdzorg, omdat deze te duur is geworden voor gemeenten. In maart van dit jaar hebben vakbond FNV en werkgevers in de jeugdzorg een principeakkoord gesloten waarin de jeugdzorgwerknemer wordt ontlast, maar waardoor de wachtlijsten waarschijnlijk nog langer zullen worden.
Van Ooijen verwacht dat zijn plan kritiek zal krijgen: "Ik weet dat de eerste reactie op dit pleidooi zal zijn: de overheid wil alleen maar bezuinigen! Maar hé, 25 jaar geleden kreeg 1 op de 27 kinderen jeugdzorg, nu is dat in sommige steden al 1 op de 6." Landelijk ontvangt ongeveer 1 op de 12 kinderen jeugdzorg. Volgens Van Ooijen is er "iets in onze samenleving geslopen waar we het echt met elkaar over moeten hebben".
NRC