De manier waarop we mensen met een autisme-diagnose beschrijven, kan verschillen. We kunnen bijvoorbeeld de persoon vóór het autisme plaatsen (bijvoorbeeld 'persoon met autisme'), of we kunnen het autisme vóór de persoon plaatsen (bijvoorbeeld 'autistische persoon').
Wat vind jij? Stemmen kan, ook zonder account, in de poll!
Vervang autisme door kanker en stel de zelfde vraag. Zolang autisme als een stoornis omschreven word in de dsm zou ik dus kiezen voor kind met autisme.
Kind of volwassene met autisme of autistisch(e) kind/volwassene. Ik heb geen voorkeur, dus kan de poll niet invullen. Ik gebruik maar het wat het beste in de zin past.
Dit blijft een lastige. Eigenlijk gebruik je "mens" of "kind" met alleen voor onderwerpen waar een lading op zit. Veel argumenten voor deze vorm missen wat mij betreft vaak hun doel. "Ik ben meer dan alleen een autist" zo praat je ook niet als iemand je een fietser noemt. Dan sta je er niet op om "mens op een fiets" genoemd te worden.
Autist als woord heeft een harde klank, en het heeft helaas ook nog steeds een flink sigma. Dus ik snap de behoefte aan verzachtende taal, maar je bekrachtigd direct dat het iets is dat verzacht moet worden.
Het lastige is dat op veel plekken de verzachtende taal de standaard is geworden, dan kan je het een individu het niet kwalijk nemen als het beestje bij de naam noemen opeens erg hard klinkt.
Voor nu vind ik beide prima, Het onder werp autisme heeft een lange weg te gaan met een hoop obstakels op de weg. Maar uiteindelijk hoop ik dat "autist in deze vorm net als elk ander zelfstandig naamwoord zal worden gebruikt.
Het is raar: instinctief kies ik automatisch voor 'kind met autisme', terwijl ik mijzelf meestal gewoon als 'autist' label.
Misschien dat het verschil er voor mij (gevoelsmatig) ook in zit dat de persoonlijkheid van een kind nog niet uitgekristalliseerd is waardoor ik ook wat voorzichtiger ben om voor een kind 'identity first language' (in plaats van 'person first language') te gebruiken, terwijl voor mijzelf geldt dat mijn autisme gewoon een onlosmakelijk onderdeel van mijn persoon is. Het is niet iets wat ik kan afleggen: het beïnvloedt op allerlei manieren wie ik ben, hoe ik denk en hoe ik in het leven sta.
Verder speelt een rol dat ik altijd iets voorzichtiger ben bij het beschrijven van andere mensen: die mogen zelf uitmaken of ze zichzelf als autist of 'mens met' zien. Maar bij kinderen ben ik dus nog veel voorzichtiger. Die moeten eerst nog de kans krijgen om zelf te ontdekken wie ze precies zijn.