Onderzoek heeft gesuggereerd dat er een verband kan zijn tussen voedingsfactoren, zoals suikerconsumptie en het voorkomen van ADHD. In dit artikel bekijken we de feiten en mythen rondom de relatie tussen ADHD en suiker.
Een onderzoek uitgevoerd onder jongens van 6 jaar wees uit dat er een associatie was tussen suikerconsumptie en de prevalentie van ADHD. Dit hield in dat jongens met hogere suikerinname vaker ADHD-symptomen vertoonden. Echter, latere analyses op dezelfde groep jongens op 11-jarige leeftijd toonden geen dergelijke associatie. Bovendien was er geen verband tussen suikerconsumptie en de incidentie van ADHD tussen 6 en 11 jaar.
Suiker is een algemene term die verwijst naar verschillende soorten zoete koolhydraten die voorkomen in voedingsmiddelen. Het is een belangrijke bron van energie voor het lichaam, maar overmatige consumptie van toegevoegde suikers kan negatieve gezondheidseffecten hebben.
Soorten suiker:
- Sucrose: Dit is de meest voorkomende vorm van suiker en wordt meestal gewonnen uit suikerriet of suikerbieten. Het bestaat uit een combinatie van glucose en fructose. Sucrose wordt vaak gebruikt als tafelsuiker en is te vinden in veel voedingsmiddelen en dranken.
- Glucose: Dit is een eenvoudige suiker die een belangrijke bron van energie is voor het lichaam. Het komt voor in veel koolhydraatrijke voedingsmiddelen zoals granen, brood, pasta en fruit.
- Fructose: Fructose is een andere eenvoudige suiker die van nature voorkomt in fruit en sommige groenten. Het wordt ook vaak gebruikt als zoetstof in frisdranken en bewerkte voedingsmiddelen.
- Lactose: Dit is de natuurlijke suiker die voorkomt in melk en zuivelproducten. Lactose wordt afgebroken tot glucose en galactose tijdens de spijsvertering.
- Maltose: Maltose is een suiker die bestaat uit twee glucosemoleculen. Het komt voor in gefermenteerde voedingsmiddelen en sommige granen.
Bronnen van ongemerkt veel suiker:
- Frisdranken en vruchtensappen: Frisdranken, vruchtensappen, sportdranken en gezoete thee kunnen aanzienlijke hoeveelheden natuurlijke en/of toegevoegde suikers bevatten.
- Snoep en zoetigheden: Chocolade, koekjes, gebak, snoep en andere zoetigheden bevatten vaak veel toegevoegde suikers.
- Ontbijtgranen: Veel ontbijtgranen, vooral de krokante varianten, bevatten veel toegevoegde suikers.
- Sauzen en dressings: Sommige kant-en-klare sauzen, zoals ketchup en barbecuesaus, bevatten vaak verborgen suikers.
- Kant-en-klare maaltijden: Bewerkte voedingsmiddelen, zoals ingeblikte soepen en magnetronmaaltijden, kunnen onverwacht veel toegevoegde suikers bevatten.
- Yoghurt en zuivelproducten: Flavoured yoghurt en andere zuivelproducten kunnen vaak veel suiker bevatten.
- Energie- en proteïnerepen: Veel energierepen en proteïnerepen bevatten aanzienlijke hoeveelheden toegevoegde suikers.
- Verborgen suikers in hartige voedingsmiddelen: Suiker wordt soms aan hartige voedingsmiddelen toegevoegd om de smaak te verbeteren, zoals in sommige soorten brood, sauzen en chips.
Het is belangrijk om de etiketten van voedingsmiddelen te lezen om te weten hoeveel suiker ze bevatten. Suiker kan worden vermeld onder verschillende namen, zoals sucrose, glucose, fructose, dextrose, lactose, maltose, invertsuiker, melasse, rietsuiker, maïsstroop, enz.
Hoeveel suiker eten kinderen gemiddeld?
Kinderen in het onderzoek consumeerden dagelijks ongeveer 120 g suiker, wat overeenkomt met ongeveer 30% van hun totale energie-inname. Dit is erg veel en aanzienlijk hoger dan de aanbevolen hoeveelheid door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). De WHO adviseert dat suikerinname minder dan 10% van de dagelijkse calorieën moet bedragen en nog betere resultaten kunnen worden behaald met een inname lager dan 5%, wat overeenkomt met 25 g suiker per dag.
Verwarrende gegevens in de literatuur
Het onderzoek naar de relatie tussen suiker en ADHD in de wetenschappelijke literatuur heeft tegenstrijdige resultaten opgeleverd. Verschillende studies hebben verschillende aspecten van suikerinname onderzocht, van zuivere sucrose tot suikerrijke voeding en dieetpatronen. De variabiliteit in de onderzoeksmethoden, steekproefgrootte en aanpassing voor confounders heeft bijgedragen aan de uiteenlopende bevindingen.
Mogelijke verklaringen voor het verband tussen suiker en ADHD
Het is bekend dat de neurobiologie van ADHD verband houdt met het beloningssysteem in de hersenen. Voeding, vooral suikerrijk voedsel, kan dit beloningssysteem activeren. Sommige onderzoekers suggereren dat hogere suikerinname geassocieerd kan zijn met ADHD-symptomen als een gevolg van hyperactief en impulsief gedrag, in plaats van dat het suiker zelf ADHD veroorzaakt.
Beperkingen en sterke punten van het onderzoek
De studie naar suiker en ADHD had enkele beperkingen, zoals het gebruik van voedselfrequentie-vragenlijsten (FFQ’s) die niet altijd nauwkeurig de voedingsinname meten. Daarnaast kunnen ongecontroleerde factoren het verband tussen suikerconsumptie en ADHD beïnvloeden. Toch had het onderzoek sterke punten, waaronder de prospectieve cohortopzet en het gebruik van een gevalideerd instrument om ADHD te diagnosticeren.
Het belangrijkste kenmerk van een prospectieve cohortstudie is dat de onderzoekers de deelnemers volgen vanaf het begin van het onderzoek en gedurende een bepaalde periode, meestal over meerdere jaren.
Bij een prospectieve cohortstudie selecteren onderzoekers een groep deelnemers die op het moment van de studie geen symptomen van de aandoening vertonen waarin ze geïnteresseerd zijn (bijvoorbeeld ADHD). Vervolgens worden deze deelnemers gevolgd in de tijd en wordt hun blootstelling aan specifieke factoren (zoals suikerconsumptie) nauwkeurig geregistreerd.
Gedurende de observatieperiode worden de deelnemers regelmatig geëvalueerd om te bepalen of ze de aandoening (bijvoorbeeld ADHD) ontwikkelen. Op deze manier kunnen onderzoekers het verband tussen de blootstelling aan de factor van interesse (bijvoorbeeld suikerinname) en het optreden van de uitkomst (bijvoorbeeld ADHD) onderzoeken.
Het belangrijkste voordeel van een prospectieve cohortopzet is dat het de mogelijkheid biedt om de blootstelling aan specifieke factoren te meten voordat de uitkomst zich voordoet. Hierdoor kunnen onderzoekers een beter begrip krijgen van de oorzakelijke relaties tussen de blootstelling en de uitkomst. Het kan echter ook een langdurige en kostbare aanpak zijn, omdat deelnemers gedurende een lange periode moeten worden gevolgd, wat resulteert in aanzienlijke inspanningen en middelen.
Het verband tussen suikerconsumptie en ADHD blijft een complex en controversieel onderwerp. Hoewel sommige onderzoeken een associatie hebben gevonden, kunnen andere studies dit niet bevestigen. Het is belangrijk om te onthouden dat ADHD een complexe aandoening is met meerdere oorzaken en dat suiker slechts een van de vele factoren kan zijn die van invloed zijn op de symptomen.
Als ouder is het, ook los van het onderwerp ADHD, verstandig om de suikerinname van je kind te beperken en te streven naar een gezonde en uitgebalanceerde voeding.
Del-Ponte B, Anselmi L, Assunção MCF, Tovo-Rodrigues L, Munhoz TN, Matijasevich A, Rohde LA, Santos IS. Sugar consumption and attention-deficit/hyperactivity disorder (ADHD): A birth cohort study. J Affect Disord. 2019 Jan 15;243:290-296. doi: 10.1016/j.jad.2018.09.051. Epub 2018 Sep 17. PMID: 30257225; PMCID: PMC6193136.