Iedereen kent het gevoel dat je zó gespannen bent dat alles om je heen even raar aanvoelt. Een geluid lijkt harder, een blik van iemand voelt dreigender, de wereld lijkt net een tikje uit focus. Voor de meeste mensen is dat tijdelijk. Maar bij sommige mensen, vooral bij wie autisme en angst samen voorkomen, kan die vervormde waarneming terugkeren — soms zelfs beangstigend realistisch.
Onderzoekers noemen dit psychotic-like experiences (afgekort: PLE’s): ervaringen die lijken op psychosesymptomen, maar meestal kortdurend zijn en niet gepaard gaan met volledig contactverlies met de werkelijkheid. Denk aan een stem horen terwijl je weet dat er niemand is, of het idee dat anderen over je praten, zonder dat je dat helemaal gelooft.
Nieuw onderzoek wijst erop dat zulke ervaringen veel vaker voorkomen bij autistische mensen dan bij de algemene bevolking. En de sleutel tot dat verband? Waarschijnlijk angst.
Een internationaal team van het King’s College London, geleid door Madeleine Rowe, bekeek alle beschikbare onderzoeken over dit onderwerp en bracht ze samen in een systematische review (Rowe et al., Frontiers in Psychology, 2025). Hun conclusie is zowel verhelderend als verontrustend: angst lijkt een belangrijke schakel te vormen tussen autisme en psychoseachtige ervaringen.
Wat is er onderzocht?
De onderzoekers verzamelden 54 studies waarin drie relaties centraal stonden:
- Tussen angst en PLE’s (28 studies)
- Tussen autisme en PLE’s (12 studies)
- En tussen autisme en angst (14 systematische reviews of meta-analyses)
Samen ging het om meer dan 127.000 deelnemers, variërend van schoolkinderen tot volwassenen. De meeste onderzoeken gebruikten vragenlijsten, maar er zaten ook enkele langdurige (longitudinale) studies tussen die mensen jarenlang volgden.
Doel van de review: ontdekken of angst de verbindende factor is tussen autisme en psychoseachtige ervaringen.
De auteurs stelden vast dat angst en autisme allebei samenhangen met een hogere kans op PLE’s — en dat mensen die zowel angst als autisme hebben, mogelijk een extra kwetsbare groep vormen.
Wanneer angst je brein voor de gek houdt
Een flink deel van de studies liet hetzelfde patroon zien: hoe sterker de angst, hoe vaker PLE’s voorkomen. Dat gold zowel voor jongeren als volwassenen. In een grote Australische studie hadden mensen met een angststoornis vijf keer zo vaak zulke ervaringen als mensen zonder angst.
De verklaring? Angst zet het brein in dreigingsmodus. Wie voortdurend alert is op gevaar, interpreteert neutrale signalen sneller als bedreigend. Een blik van iemand kan daardoor al voelen als een beschuldiging. De Britse psycholoog Daniel Freeman beschreef dit ooit als een “vervormde logica van angst”: een overactieve alarmbel die van onzekerheid een complottheorie maakt.
Dat verklaart ook waarom paranoïde gedachten zo vaak samengaan met angst. In verschillende studies bleek angst een voorspeller van achterdocht en lichte hallucinaties. En het werkt twee kanten op: PLE’s kunnen op hun beurt de angst verder aanwakkeren. Zo ontstaat een vicieuze cirkel waarin spanning en vervormde waarnemingen elkaar versterken.
Biologisch gezien lijkt daarbij de stress-as (de HPA-as) een hoofdrol te spelen. Wanneer angst langdurig aanhoudt, blijft het stresshormoon cortisol hoog. Dat kan de hersengebieden die waarneming en realiteitstoetsing sturen — zoals de hippocampus en de frontale kwab — ontregelen. Wie structureel overprikkeld is, kan daardoor letterlijk de wereld anders ervaren.
Autisme en psychotische ervaringen
De tweede groep onderzoeken keek naar de relatie tussen autisme en PLE’s. Zeven van de twaalf studies vonden een duidelijke samenhang: mensen met meer autistische trekken rapporteerden vaker vreemde waarnemingen of achterdochtige gedachten.
Opvallend genoeg ging het vaak om de “positieve” symptomen, zoals stemmen horen of het gevoel hebben dat anderen over je praten, en minder om de zogeheten “negatieve” symptomen (zoals afstandelijkheid of emotionele vlakheid). Dat is interessant, want in echte psychoses komen die negatieve symptomen juist vaker voor.
Waarom dan toch die overlap? De verklaring ligt waarschijnlijk in stress en sociale kwetsbaarheid. Veel autistische mensen ervaren overbelasting door onduidelijke sociale signalen, veranderingen of zintuiglijke prikkels. Die voortdurende spanning kan — zeker bij extra stress of slaaptekort — leiden tot tijdelijke vervormingen van de realiteit.
“Na een lunch in een vol bedrijfsrestaurant hoorde ik ineens mijn naam, terwijl er niemand was. Ik wist dat het niet echt kon zijn, maar het voelde zó echt dat ik er bang van werd.”
Zulke ervaringen vallen onder PLE’s: tijdelijk, maar intens. Ze zeggen niet dat iemand ‘psychotisch’ is, maar wel dat het brein op dat moment overbelast is.
Een ander belangrijk inzicht uit de review: trauma en pesten vergroten de kans dat autistische mensen PLE’s ontwikkelen. Dat is niet zo vreemd — wie jarenlang te maken heeft met uitsluiting of onveiligheid, leert de wereld wantrouwig te bekijken.
Angst bij autisme: Olie op het vuur?
De derde groep studies ging over de relatie tussen autisme en angst. Die is al langer bekend, maar de cijfers zijn alsnog schokkend.
Volgens de samenvatting van 14 reviews heeft tussen de 11 en 80 procent van de autistische mensen een angststoornis. De variatie komt deels doordat onderzoeken andere definities en doelgroepen gebruikten, maar de conclusie is duidelijk: angst hoort voor veel mensen met autisme bij het dagelijks leven.
Een belangrijke verklaring is intolerance of uncertainty: slecht tegen onvoorspelbaarheid kunnen. Voor iemand die houvast zoekt in structuur en voorspelbaarheid, kan elke onverwachte wending stressvol zijn. Als die spanning zich opstapelt, groeit de kans op angstaanvallen — en mogelijk op PLE’s.
Diane (28), autistisch en gevoelig voor geluid, raakt ontregeld als de trein onverwacht stopt tussen twee stations. Haar hart bonst, ze denkt dat er “iets ergs” aan de hand is. Op zulke momenten hoort ze soms haar naam in het rumoer van de wagon. Ze wéét dat het haar verbeelding is, maar het voelt levensecht.
Zo’n ervaring is geen psychose, maar toont hoe angst en zintuiglijke overbelasting elkaars effect versterken.
De driehoek: Autisme, angst en psychoseachtige ervaringen
De onderzoekers noemen het de “driehoek van kwetsbaarheid”: autisme vergroot de kans op angst; angst vergroot de kans op PLE’s; en PLE’s versterken de angst. Samen creëren ze een lus waarin het brein steeds sneller ‘dreiging’ waarneemt.
Wie angstig is, kijkt voortdurend om zich heen op zoek naar gevaar. Voor iemand met autisme — vaak al gevoeliger voor prikkels — wordt de wereld dan nóg onvoorspelbaarder. Daardoor kan zelfs een klein misverstand (een blik, een geluid, een flard gesprek) een onheilspellende betekenis krijgen.
De review benadrukt dat angstbehandeling mogelijk beschermt tegen psychose. Door angst vroeg te herkennen en te behandelen, zou je kunnen voorkomen dat de realiteit vervormt tot iets dat echt beangstigend wordt.
Wat zegt dit over het brein?
Hoewel er nog veel onduidelijk is, wijzen hersenonderzoeken op een aantal overlappende mechanismen. Zowel bij angst als bij autisme spelen stresshormonen en prikkelverwerking een rol. De noradrenalinehuishouding — het systeem dat bepaalt hoe alert je bent — lijkt bij beide groepen anders afgesteld.
Ook zien wetenschappers dat autisme en psychose tegengestelde hersenstructuren kunnen hebben: mensen met autisme hebben gemiddeld iets meer grijze stof in bepaalde hersengebieden, terwijl die bij psychose juist afneemt. Toch lijken de witte zenuwbanen (de ‘kabels’ tussen hersengebieden) in beide gevallen minder efficiënt.
Een overactieve stressreactie, een overgevoelig zintuiglijk systeem en moeite met het inschatten van sociale signalen vormen samen een kwetsbare cocktail. Voeg daar chronische angst aan toe, en het brein raakt sneller uit balans — met PLE’s als mogelijk gevolg.
Wat kunnen hulpverleners en betrokkenen hiermee?
De belangrijkste boodschap van deze review is praktisch: neem angst serieus bij autistische mensen. Angst is niet zomaar een bijverschijnsel, maar kan het verschil maken tussen spanning en desoriëntatie, tussen overprikkeling en een psychotische crisis.
Dat betekent dat behandelaren niet alleen naar gedrag moeten kijken, maar ook naar de innerlijke beleving van dreiging. Cognitieve gedragstherapie (CGT) of therapieën gericht op stressreductie kunnen helpen om de angstcyclus te doorbreken.
Daarnaast pleiten de onderzoekers voor vroegscreening op PLE’s bij autistische mensen. Niet om iedereen te labelen, maar om tijdig te signaleren wanneer angst en stress het waarnemingsvermogen beginnen te beïnvloeden.
Ook voor familie en vrienden ligt er een taak. Wie herkent dat iemand tijdelijk de realiteit anders ervaart — bijvoorbeeld door overprikkeling of stress — kan helpen door kalmte, voorspelbaarheid en veiligheid te bieden. Dat werkt vaak beter dan corrigeren of sussen.
Toekomstig onderzoek
Hoewel deze review baanbrekend is, onderstrepen de auteurs vooral hoe weinig we eigenlijk nog weten. Er bestaan nauwelijks studies die echt kijken naar volwassenen met autisme én angst én PLE’s. De meeste onderzoeken gebruiken studenten of online vragenlijsten, en dat geeft een vertekend beeld.
Een belangrijk punt van kritiek: veel meetinstrumenten voor angst of PLE’s zijn niet gevalideerd voor autistische mensen. Iemand met autisme kan bijvoorbeeld “vreemde ervaringen” rapporteren die niets met psychose te maken hebben, maar met zintuiglijke gevoeligheid of verbeelding.
De onderzoekers pleiten daarom voor langlopend onderzoek met klinische groepen. Pas dan kunnen we echt begrijpen of angst een oorzaak, gevolg of versterker is van psychoseachtige ervaringen bij autisme.
Wat is een psychose?
Een psychose is geen ziekte op zich, maar een toestand waarin iemand het contact met de werkelijkheid (tijdelijk) verliest. Dat betekent dat gedachten, gevoelens en waarnemingen niet meer goed te onderscheiden zijn van wat echt is.
Tijdens een psychose kan iemand dingen zien, horen of voelen die er niet zijn (hallucinaties), of overtuigingen hebben die niet kloppen met de werkelijkheid (wanen). Een bekend voorbeeld is iemand die stemmen hoort of denkt dat anderen hem in de gaten houden. Voor de persoon zelf voelt dat echter volkomen echt.
Een psychose ontstaat meestal niet zomaar. Vaak spelen meerdere factoren samen: biologische kwetsbaarheid, stress, slaapgebrek, trauma of het gebruik van middelen zoals cannabis of amfetamines. Ook langdurige angst of overbelasting kan de drempel verlagen.
Er zijn verschillende vormen van psychosen. Bij sommige mensen gaat het om eenmalige episoden, bijvoorbeeld na een periode van extreme stress of slapeloosheid. Anderen ontwikkelen een chronische psychotische stoornis, zoals schizofrenie.
Belangrijk is dat een psychose behandelbaar is. Met tijdige hulp — bijvoorbeeld antipsychotische medicatie, therapie en goede sociale steun — herstellen veel mensen volledig of grotendeels.
Een psychotic-like experience (PLE), waarover het artikel gaat, is iets anders: dat zijn lichtere, kortdurende ervaringen die lijken op psychosesymptomen, maar waarbij iemand nog wéét dat het niet echt is. Ze kunnen wel veel spanning oproepen, vooral als iemand al angstig of overprikkeld is.
Rowe M, Shergill S, Maitra R. The relationships between anxiety, psychotic-like experiences and autism: a systematic review. Front Psychol. 2025 Oct 13;16:1549886. doi: 10.3389/fpsyg.2025.1549886. PMID: 41159185; PMCID: PMC12554707.



