Hyperfocus is een fascinerend fenomeen waarbij iemand zo intens geconcentreerd is op een taak dat alles om hen heen lijkt te verdwijnen. Denk bijvoorbeeld aan een kind dat zo verdiept is in een videospel dat het de roep van een ouder niet hoort. Of een volwassene die urenlang opgaat in het oplossen van een complexe puzzel. Dit soort focus kan een kracht zijn, maar ook uitdagingen met zich meebrengen.
Hyperfocus wordt vaak geassocieerd met neurodivergente mensen, zoals mensen met ADHD, autisme of schizofrenie. Maar ook neurotypische mensen ervaren het soms, bijvoorbeeld tijdens een hobby die veel voldoening geeft. Hoewel veel mensen bekend zijn met de staat van “in de zone” zijn, kent hyperfocus enkele unieke kenmerken. Wat maakt hyperfocus zo bijzonder? En wat kunnen we ervan leren?
Wat is hyperfocus precies?
Hyperfocus betekent dat iemand zich volledig en intens richt op een taak die als leuk of interessant wordt ervaren. Tijdens hyperfocus is er vaak sprake van:
- Een intense concentratie op één activiteit.
- Verminderde waarneming van de omgeving (bijvoorbeeld niet horen wat er om je heen gebeurt).
- Een gevoel dat de tijd sneller voorbijgaat.
- Verbeterde prestaties op de taak waar men zich op richt.
Hoewel hyperfocus een alledaags fenomeen kan lijken, wordt het in wetenschappelijk onderzoek nauwelijks expliciet bestudeerd. Begrippen als “flow” uit de psychologie worden soms met hyperfocus vergeleken. Flow, een term uit de positieve psychologie, beschrijft een toestand waarin iemand volledig opgaat in een uitdagende maar haalbare taak. Het grote verschil is dat hyperfocus vaak spontaan ontstaat en zich niet per se beperkt tot uitdagende activiteiten.
Hyperfocus of preoccupatie (fiep)?
Fiep is een informele Nederlandse term die vaak gebruikt wordt in de context van neurodiversiteit, met name bij mensen met autisme. Een fiep verwijst naar een intense, langdurige interesse of fascinatie voor een specifiek onderwerp, object of activiteit.
Hoewel een fiep en hyperfocus overeenkomsten hebben, zoals intensieve aandacht, zijn er duidelijke verschillen:
Functie: Een fiep is vaak een blijvende bron van vreugde en zelfexpressie. Hyperfocus kan optreden ongeacht de mate van plezier in de taak.
Duur: Een fiep is een langdurige interesse, terwijl hyperfocus meestal tijdelijk is en verband houdt met een specifieke taak of activiteit.
Kenmerken van een fiep:
- Intense betrokkenheid: Een fiep is vaak veel meer dan een hobby. Het kan iemand volledig opslokken en een grote bron van vreugde of rust bieden.
- Diepgaande kennis: Mensen met een fiep kunnen er zeer veel over leren, vaak tot in de kleinste details.
- Langdurigheid: Een fiep kan maanden, jaren of zelfs een leven lang aanhouden. Soms verschuift de interesse naar een ander onderwerp.
- Structuur en veiligheid: Voor mensen met autisme kan een fiep helpen om structuur te creëren en een gevoel van controle te bieden.
- Delen met anderen: Hoewel het onderwerp soms specifiek of niche kan zijn, kan iemand met een fiep er graag over praten of het delen met anderen.
Voorbeelden van fiepen:
- Verzamelen van treinmodellen en gedetailleerde kennis van dienstregelingen.
- Een enorme fascinatie voor dinosaurussen, sterrenkunde, of muzieknoten.
- Urenlang werken aan puzzels, knutselprojecten, of technische schema’s.
Hyperfocus bij ADHD, autisme en schizofrenie
ADHD: Bij ADHD wordt hyperfocus vaak gezien als een paradox. Mensen met ADHD worden vaak omschreven als afgeleid en impulsief, maar ze kunnen zich ook extreem concentreren op een taak die hen interesseert. Dit kan variëren van het maken van muziek tot urenlang gamen. Hoewel hyperfocus positief kan zijn omdat het diepe betrokkenheid mogelijk maakt, kan het ook leiden tot het vergeten van belangrijke verplichtingen of het negeren van sociale signalen.
Autisme: Voor mensen met autisme is hyperfocus vaak verbonden aan intense interesses. Deze focus kan variëren van urenlang werken aan een specifieke hobby tot het grondig onderzoeken van een onderwerp. Dit kan voordelen hebben, zoals het ontwikkelen van diepgaande kennis, maar het kan ook leiden tot sociale isolatie of moeite om taken af te ronden die minder interessant zijn.
Schizofrenie: Bij schizofrenie kan hyperfocus zich op een andere manier manifesteren. Onderzoek wijst uit dat mensen met schizofrenie soms extreem gericht zijn op specifieke details, zoals kleuren of geluiden. Dit kan nuttig zijn in bepaalde taken, maar kan ook de waarneming van bredere contexten bemoeilijken.
De impact op het dagelijks leven
Hyperfocus heeft zowel positieve als negatieve effecten. Het kan een kracht zijn in creatieve en technische beroepen, waar een hoge mate van concentratie nodig is. Denk bijvoorbeeld aan een grafisch ontwerper die urenlang gefocust werkt aan een complex ontwerp of een programmeur die volledig opgaat in het schrijven van code.
Aan de andere kant kan hyperfocus problematisch zijn in sociale contexten of situaties waarin flexibiliteit nodig is. Mensen die in een staat van hyperfocus verkeren, kunnen afspraken of tijdsdruk negeren, wat tot frustraties kan leiden bij anderen. Een voorbeeld: een ouder met ADHD die zo opgaat in een project dat hij vergeet zijn kinderen op tijd op te halen van school.
Hoe kun je hyperfocus beter benutten?
Hoewel hyperfocus soms als een uitdaging wordt gezien, kun je leren om het in je voordeel te gebruiken. Hier zijn enkele tips:
- Identificeer triggers: Begrijp welke taken je in een staat van hyperfocus brengen. Dit kan helpen om deze focus gericht in te zetten.
- Gebruik timers: Stel een wekker in om jezelf eraan te herinneren om pauzes te nemen.
- Communiceer met anderen: Leg uit dat hyperfocus een deel van je werkproces is, zodat mensen begrijpen waarom je soms minder responsief bent.
- Stimuleer leuke en productieve taken: Door taken interessant te maken, kun je hyperfocus inzetten voor persoonlijke of professionele groei.
Wat kunnen we leren van hyperfocus?
Hyperfocus is niet alleen een interessant fenomeen, maar ook een waardevolle eigenschap. Het laat zien hoe krachtig aandacht kan zijn als deze wordt gericht op de juiste taken. Voor ouders en professionals die werken met neurodivergente kinderen kan het helpen om taken uitdagend en boeiend te maken. Door de positieve kanten van hyperfocus te omarmen, kunnen zowel kinderen als volwassenen hun sterke punten beter benutten.
Meer onderzoek naar hyperfocus kan inzicht bieden in hoe we deze intense focus beter kunnen begrijpen en toepassen. Of het nu gaat om werk, studie of hobby’s, hyperfocus herinnert ons eraan hoe krachtig een diepgaande betrokkenheid kan zijn.
Ashinoff BK, Abu-Akel A. Hyperfocus: the forgotten frontier of attention. Psychol Res. 2021;85(1):1-19. doi:10.1007/s00426-019-01245-8