Zelftwijfel. Iedereen heeft er weleens mee te maken, maar voor sommigen wordt het een verlammende kracht. Het gevoel dat je niet goed genoeg bent of dat je het niet kunt. Zelftwijfel is die kritische stem die je tegenhoudt. Het probleem? Als die stem te hard wordt, kan het leiden tot uitstelgedrag, besluiteloosheid, angst en depressieve klachten.
Zelftwijfel is de onzekerheid over je eigen kunnen. Misschien herken je het: een stem in je hoofd die fluistert dat je niet slim, creatief of goed genoeg bent. Hoewel dit gevoel soms nuttig kan zijn om je scherp te houden, kan langdurige zelftwijfel leiden tot allerlei problemen, zoals stress en een laag zelfbeeld. Veel mensen ervaren zelftwijfel in situaties waarin ze iets nieuws moeten proberen of beoordeeld worden. Denk aan een presentatie geven of een belangrijke beslissing nemen.
Zelftwijfel komt vaak voort uit een angst om fouten te maken. Het houdt je in je comfortzone en voorkomt dat je risico’s neemt. Maar als je altijd naar die angst luistert, mis je ook de kans om te groeien.
De vicieuze cirkel
Zelftwijfel werkt vaak in een vicieuze cirkel, die bekend staat als de angst-vermijdingscyclus:
- Angst: Je voelt spanning, bijvoorbeeld omdat je een presentatie moet geven.
- Vermijding: Om die spanning te vermijden, besluit je de presentatie uit te stellen of af te zeggen.
- Opluchting: Het vermijden van de situatie geeft even rust.
- Bekrachtiging: Je brein leert dat vermijden de angst vermindert, wat leidt tot meer uitstelgedrag.
Door deze cyclus blijf je in een patroon van vermijden hangen. Dit vergroot niet alleen je zelftwijfel, maar ook je angst. Uiteindelijk kan zelfs een kleine uitdaging als een onoverkomelijk probleem voelen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij sociale situaties, zoals het aangaan van een gesprek met vreemden. Je vermijdt de situatie, voelt je opgelucht, maar bent daarna nog onzekerder over je sociale vaardigheden.
Uitstellen en besluiteloosheid
Zelftwijfel gaat hand in hand met uitstelgedrag. Stel je voor: je moet een belangrijke taak doen, maar denkt dat je niet goed genoeg bent. Wat doe je? Je stelt het uit. En die uitstel geeft je kortstondig rust. Maar zodra de deadline nadert, voel je nog meer stress.
Uitstelgedrag is een vorm van vermijding en kan leiden tot besluiteloosheid. Je piekert eindeloos over de juiste keuze, bang om een fout te maken. “Wat als ik de verkeerde beslissing neem?” Hierdoor raak je verlamd en neem je helemaal geen beslissing. Dit wordt ook wel ‘paralysis by analysis’ genoemd.
De angst om te falen blokkeert je vermogen om vooruit te gaan.
Een voorbeeld: stel, je overweegt een nieuw project of nieuwe baan. Je twijfelt of je goed genoeg bent en blijft maar wikken en wegen. Uiteindelijk doe je niets. De kans om iets nieuws te proberen, is voorbij.
Zelftwijfel en depressieve klachten
Langdurige zelftwijfel kan bijdragen aan depressieve gevoelens. De overlap tussen de twee is groot:
- Een laag zelfbeeld.
- Verlies van motivatie.
- Problemen met routinematige taken.
- Gevoelens van schuld of waardeloosheid.
Wanneer je steeds twijfelt aan jezelf, kan dat uitgroeien tot een negatief beeld van wie je bent. Eerst denk je dat je ergens niet goed in bent, maar al snel vraag je je af of je überhaupt wel ergens goed in bent. Of je het wel waard bent om er te zijn. Dit maakt je heel kwetsbaar voor depressieve klachten.
De oorsprong van zelftwijfel
Veel zelftwijfel ontstaat al in de kindertijd. Misschien werd je gepest, kritisch beoordeeld door je vader of je moeder, of voelde je je buitengesloten. Zulke ervaringen slaan zich op in je brein en blijven je gedrag onbewust beïnvloeden.
Bijvoorbeeld: je was als kind bang om fouten te maken, omdat je daarvoor werd bestraft. Of gekleineerd door je ouders. Nu ben je als volwassene nog steeds bang om risico’s te nemen, ook al is die angst niet meer in lijn met wat er kan gebeuren. Je brein blijft die oude patronen herhalen.
Zie fouten niet als falen, maar als leermomenten.
Een andere bron van zelftwijfel is onze huidige maatschappij. Sociale media spelen hier een grote rol in. We vergelijken onszelf constant met anderen. Hun perfecte foto’s en successen versterken het gevoel dat wij tekortschieten. Dit voedt zelftwijfel en vergroot de angst om niet goed genoeg te zijn.
Zelftwijfel doorbreken: een nieuwe aanpak
Het goede nieuws? Zelftwijfel is aangeleerd gedrag en kan ook worden afgeleerd. Hier zijn enkele praktische tips:
- Herken negatieve gedachten: Let op wanneer je jezelf naar beneden haalt. Schrijf zulke gedachten op en vraag jezelf af: zijn ze waar? Vaak ontdek je dat je jezelf onterecht bekritiseert.
- Zet kleine stappen: Je hoeft niet meteen je grootste angst te overwinnen. Kies een kleine uitdaging, zoals een compliment accepteren zonder jezelf te kleineren.
- Stop met vergelijken: Iedereen heeft zijn eigen weg. Focus op wat jij wilt en wat voor jou belangrijk is.
- Verander je mindset: Zie fouten niet als falen, maar als leermomenten. Hoe vaker je iets probeert, hoe meer vertrouwen je krijgt in je eigen kunnen.
- Werk aan je motivatie: Stel een doel dat je echt belangrijk vindt. Een duidelijke missie geeft je kracht om angst en twijfel te overwinnen.
Zelftwijfel lijkt misschien onoverkomelijk, maar dat is het niet. Het is een patroon dat je brein heeft geleerd en dat je kunt doorbreken. Door negatieve gedachten te herkennen en nieuwe gewoontes aan te leren, kun je jezelf bevrijden van die verlammende twijfel. De mogelijkheden zijn oneindig, zolang je niet vergeet: twijfel aan je zelftwijfel en ontdek wat je écht kunt!
Opgedragen aan TWS.