Ondanks vele jaren van onderzoek blijft de precieze oorzaak van autisme onduidelijk, en er is geen genezende behandeling beschikbaar. De symptomen van autisme variëren sterk van persoon tot persoon, wat het behandelen ervan extra uitdagend maakt. Recent is er echter toenemende aandacht voor de rol van de darmmicrobiota—de miljarden bacteriën in onze darmen—bij de ontwikkeling van autisme. Dit heeft geleid tot onderzoek naar fecale microbiota-transplantatie (FMT) als een mogelijke behandelingsoptie.
FMT is een procedure waarbij gezonde darmbacteriën van een donor worden geïntroduceerd in de darmen van een ontvanger, met als doel een gezonde balans van microbiota te herstellen. Deze techniek is effectief gebleken bij de behandeling van bepaalde darminfecties, maar kan het ook de symptomen van autisme verbeteren? Om deze vraag te beantwoorden, werd een gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek uitgevoerd bij kinderen met autisme. In dit artikel bespreken we de bevindingen van dit onderzoek en wat dit betekent voor de toekomst van FMT als mogelijke behandeling voor autisme.
Waarom FMT voor autisme?
Het idee dat de darmmicrobiota invloed kan hebben op neurologische aandoeningen zoals autisme is relatief nieuw, maar wint snel aan belangstelling. Uit eerder onderzoek bleek dat kinderen met autisme vaak een andere samenstelling van darmbacteriën hebben dan kinderen zonder autisme. Dit roept de vraag op: zou het mogelijk zijn dat veranderingen in de darmflora bijdragen aan de gedragsproblemen die geassocieerd worden met autisme?
Een van de theorieën is dat sommige darmbacteriën stoffen produceren die het gedrag beïnvloeden. Deze stoffen, bekend als metabolieten, kunnen via de bloedbaan de hersenen bereiken en mogelijk bijdragen aan autistische symptomen. Dit idee wordt ondersteund door open-label studies die hebben laten zien dat FMT bij sommige patiënten met autisme leidde tot verbeteringen in de kernsymptomen, zoals betere sociale interacties en minder repetitief gedrag. Echter, deze studies ontbraken aan een controlegroep, waardoor het moeilijk is om zeker te weten of de waargenomen verbeteringen echt te danken waren aan FMT of mogelijk het gevolg waren van een placebo-effect.
Onderzoeksopzet
Om de effectiviteit van FMT objectief te evalueren, werd een grootschalig gerandomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek opgezet. In dit onderzoek werden 103 kinderen met autisme willekeurig toegewezen aan twee groepen: een groep die FMT ontving en een groep die een placebo kreeg. Beide groepen kregen hun behandeling in de vorm van capsules die gedurende twee periodes van zes dagen werden toegediend. De eerste periode vond plaats in de eerste week, en de tweede periode volgde in de vijfde week van de studie.
De resultaten werden gemeten met behulp van drie gestandaardiseerde schalen: de Social Responsiveness Scale, tweede editie (SRS-2), de Vineland Adaptive Behaviour Scale, derde editie (Vineland-3), en de Autism Behaviour Checklist (ABC). Deze schalen zijn ontworpen om sociale vaardigheden, adaptief gedrag en autistische symptomen te meten, en de scores werden vastgelegd aan het begin van de studie, na negen weken en na zeventien weken.
Resultaten
De resultaten van het onderzoek lieten zien dat er geen significante verschillen waren tussen de FMT-groep en de placebogroep wat betreft de belangrijkste uitkomsten, zoals gemeten door de SRS-2 en de ABC. Beide groepen vertoonden een lichte verbetering in hun scores, maar deze verbeteringen konden niet eenduidig worden toegeschreven aan de FMT-behandeling.
Een interessante bevinding was echter dat de FMT-groep significant betere scores behaalde op het gebied van socialisatie binnen de Vineland-3 schaal, vergeleken met de placebogroep. Dit suggereert dat FMT mogelijk een specifiek positief effect kan hebben op de sociale vaardigheden van kinderen met autisme. Bovendien bleek uit aanvullende analyses dat deelnemers die een hogere mate van darmmicrobiota-kolonisatie bereikten (meer dan 20% van de donormicrobiota bleef aanwezig) grotere verbeteringen in socialisatie lieten zien.
Hoewel er geen significante verschillen werden gevonden in de andere gemeten domeinen, zoals cognitie en communicatie, lijkt het erop dat FMT enige potentie heeft om de sociale interacties bij kinderen met autisme te verbeteren.
Betekenis van de bevindingen
De bevindingen van dit onderzoek zijn belangrijk, maar ook voorzichtig te interpreteren. Hoewel de sociale vaardigheden van de kinderen in de FMT-groep verbeterden, toonden andere metingen geen duidelijke voordelen aan. Dit roept vragen op over de algehele effectiviteit van FMT als behandeling voor autisme. Het is mogelijk dat de effecten van FMT subtiel zijn en alleen bepaalde aspecten van het gedrag verbeteren, zoals sociale interactie.
Het feit dat er een significante placebo-respons werd waargenomen, benadrukt ook het belang van zorgvuldig opgezette studies bij het evalueren van nieuwe behandelingen voor autisme. Dit onderzoek onderstreept dat de invloed van verwachtingen en andere psychologische factoren groot kan zijn, vooral bij een aandoening als autisme waar ouders vaak op zoek zijn naar nieuwe hoopvolle behandelingen.
Conclusie
Samenvattend laat dit onderzoek zien dat orale FMT mogelijk een positieve invloed kan hebben op de sociale vaardigheden van kinderen met autisme, hoewel de algehele effecten beperkt lijken. De resultaten ondersteunen de noodzaak van verder onderzoek, vooral naar de langetermijneffecten van FMT en de specifieke omstandigheden waaronder het het meest effectief kan zijn.
Wan L, Wang H, Liang Y, Zhang X, Yao X, Zhu G, Cai J, Liu G, Liu X, Niu Q, Li S, Zhang B, Gao J, Wang J, Shi X, Hu L, Liu X, Zou Z, Yang G. Effect of oral faecal microbiota transplantation intervention for children with autism spectrum disorder: A randomised, double-blind, placebo-controlled trial. Clin Transl Med. 2024 Sep;14(9):e70006. doi: 10.1002/ctm2.70006. PMID: 39187939; PMCID: PMC11347384.