De oorzaken van verzamelwoede

Verzamelwoede, of Hoarding Disorder (HD), is meer dan zomaar een hobby of een neiging om spullen op te slaan. Het is een complexe psychische aandoening die diepgaande gevolgen kan hebben voor het dagelijks leven. Mensen met HD ervaren een aanhoudende moeite om bezittingen weg te doen, ongeacht de werkelijke waarde van deze items. Dit leidt vaak tot een overweldigende opeenstapeling van spullen die hun leefruimtes verstikken en hun functioneren ernstig belemmeren.

Wat is Hoarding Disorder?

Hoarding Disorder is een erkende psychische aandoening die zich kenmerkt door een hardnekkige moeilijkheid om bezittingen weg te doen, zelfs als deze weinig tot geen praktische waarde hebben. Dit gaat veel verder dan het normaal verzamelen van voorwerpen, zoals postzegels of boeken. Mensen met HD stapelen vaak willekeurige items op, van oude kranten tot kapotte apparaten, waardoor hun huizen uiteindelijk onbewoonbaar worden. De aandoening leidt niet alleen tot fysieke wanorde, maar heeft ook verregaande gevolgen voor de mentale gezondheid, zoals stress, angst en sociale isolatie. De onderliggende oorzaken van deze aandoening liggen echter vaak verborgen in de werking van het brein.

Cognitieve dysfunctie: De rol van besluitvorming en aandacht

Een van de belangrijkste neuropsychologische kenmerken van Hoarding Disorder is cognitieve dysfunctie, vooral op het gebied van besluitvorming en aandacht. Onderzoek heeft aangetoond dat mensen met HD vaak moeite hebben met categorisatie en het nemen van beslissingen over wat wel en niet behouden moet worden. Dit komt deels door abnormale activiteit in de anterior cingulate cortex (ACC) en de insula, hersengebieden die betrokken zijn bij besluitvorming en emotionele regulatie.

Wanneer iemand met HD bijvoorbeeld een beslissing moet nemen om een oud tijdschrift weg te gooien, kan dit leiden tot een overweldigende innerlijke strijd. De ACC en insula worden overactief, wat resulteert in intense emotionele reacties en een verlammende besluiteloosheid. Dit verklaart waarom mensen met HD vaak eindeloos kunnen blijven twijfelen over het wegdoen van zelfs de meest triviale voorwerpen, wat uiteindelijk leidt tot een vicieuze cirkel van het verzamelen van nog meer spullen.

Emotionele dysregulatie en de angst om dingen te verliezen

Naast cognitieve problemen speelt emotionele dysregulatie een centrale rol bij Hoarding Disorder. Mensen met HD ontwikkelen vaak een buitensporige emotionele gehechtheid aan hun bezittingen, ongeacht hun werkelijke waarde. Deze emotionele reactie wordt grotendeels gestuurd door de ventromediale prefrontale cortex (vmPFC), een hersengebied dat betrokken is bij emotionele regulatie en waardegerelateerde beslissingen.

Stel je voor dat iemand een oude, versleten jas niet kan weggooien omdat deze ooit door een geliefde werd gedragen. Voor de meeste mensen zou de jas misschien niet veel waarde hebben, maar voor iemand met HD is het een onvervangbaar item. De vmPFC in hun brein is overactief, wat leidt tot een intense angst bij de gedachte om dit item te verliezen. Dit maakt het bijna onmogelijk om spullen weg te doen, en versterkt hun neiging om alles te bewaren, ongeacht de praktische bruikbaarheid.

Sociale complicaties: Isolatie en inzicht

De sociale gevolgen van HD zijn vaak net zo ernstig als de fysieke rommel die ermee gepaard gaat. Mensen met HD trekken zich vaak terug uit sociale interacties vanwege de schaamte over hun situatie. Het huis wordt een ondoordringbare vesting van spullen, waar anderen niet welkom zijn. Dit leidt vaak tot conflicten met familieleden en vrienden, die de hoardinggedragingen niet begrijpen of accepteren.

Neuropsychologisch onderzoek wijst uit dat deze sociale complicaties mogelijk samenhangen met afwijkingen in de mediale prefrontale cortex (mPFC) en de temporoparietale junctie (TPJ), hersengebieden die cruciaal zijn voor sociale cognitie en empathie. Deze gebieden helpen ons om de perspectieven van anderen te begrijpen en gepast emotioneel te reageren in sociale situaties. Bij mensen met HD functioneren deze hersengebieden mogelijk niet optimaal, wat kan verklaren waarom zij vaak weinig inzicht hebben in hoe hun gedrag anderen beïnvloedt. Hierdoor blijven ze vasthouden aan hun verzamelgewoonten, zelfs als dit hun relaties schaadt.

Een voorbeeld is iemand die, ondanks herhaalde pogingen van familieleden om te helpen opruimen, blijft volhouden dat alles in huis van vitaal belang is. De persoon wordt steeds geïsoleerder, omdat hij of zij de conflicten en kritiek van anderen niet kan verdragen.

Gezondheidsrisico’s

De fysieke risico’s van Hoarding Disorder mogen niet worden onderschat. Huizen volgestouwd met spullen kunnen gevaarlijke leefomstandigheden creëren, zoals brandrisico’s, slechte hygiëne en moeilijk bereikbare nooduitgangen. Deze omstandigheden vormen niet alleen een risico voor de persoon met HD, maar ook voor anderen die in hetzelfde huishouden wonen.

Deze fysieke gevaren zijn vaak het gevolg van impulsiviteit en een gebrek aan planning, beide kenmerken die gelinkt zijn aan dysfunctioneren in de dorsolaterale prefrontale cortex (DLPFC). Dit hersengebied is verantwoordelijk voor uitvoerende functies zoals planning en organisatie. Wanneer dit gebied niet goed functioneert, kan iemand met HD moeite hebben om overzicht te houden en prioriteiten te stellen, wat resulteert in een ongecontroleerde opeenstapeling van spullen.

Een voorbeeld hiervan is een persoon die het huis zo vol heeft staan met oude kranten en tijdschriften dat de toegang tot belangrijke ruimtes zoals de keuken of badkamer wordt belemmerd. In noodsituaties, zoals een brand, kunnen deze obstakels levensgevaarlijk zijn.

Gebrek aan inzicht en behandelingsweerstand

Een ander significant probleem bij Hoarding Disorder is het gebrek aan inzicht in de ernst van de situatie. Veel mensen met HD beseffen niet dat hun gedrag problematisch is, of ze onderschatten de impact ervan op hun leven en dat van anderen. Dit gebrek aan inzicht maakt hen vaak resistent tegen behandeling.

Neuropsychologisch onderzoek suggereert dat dit gebrek aan inzicht samenhangt met tekortkomingen in metacognitie en zelfbewustzijn, functies die worden aangestuurd door de prefrontale cortex. Studies hebben aangetoond dat mensen met HD een verminderd volume grijze stof hebben in delen van de prefrontale cortex die verantwoordelijk zijn voor zelfreflectie en inzicht. Hierdoor hebben ze moeite om de irrationaliteit van hun gedrag te herkennen, wat behandeling uitdagend maakt.

hoarding

Een voorbeeld hiervan is iemand die, ondanks waarschuwingen van een dokter over de gezondheidsrisico’s van de rommel in huis, blijft volhouden dat alles onder controle is en weigert hulp te accepteren. Dit soort weerstand tegen behandeling is een veelvoorkomend obstakel bij het aanpakken van HD.

Conclusie en behandeling

Hoarding Disorder is een complexe aandoening met diepgewortelde neuropsychologische oorzaken. De cognitieve en emotionele dysfuncties, sociale isolatie, fysieke gezondheidsrisico’s en het gebrek aan inzicht zijn allemaal nauw verweven met de werking van verschillende hersengebieden. Deze kennis is essentieel voor het ontwikkelen van effectieve behandelingen. Cognitieve gedragstherapie, gericht op het verbeteren van besluitvorming en emotionele regulatie, kan bijvoorbeeld helpen om specifieke cognitieve tekortkomingen aan te pakken. Daarnaast kunnen farmacologische interventies nuttig zijn om de hersenactiviteit in de betrokken gebieden te moduleren.

Hoewel de behandeling van Hoarding Disorder complex en langdurig kan zijn, biedt een beter begrip van de neuropsychologische mechanismen nieuwe hoop voor mensen die worstelen met deze aandoening. Met de juiste therapieën en interventies kunnen zij leren om hun omgeving opgeruimd te houden en hun leven weer op de rails te krijgen.

Tolin, D. F., Hallion, L. S., & Levy, H. C. (2012). Inattention, but not OCD, predicts the core features of hoarding disorder. Behaviour Research and Therapy, 50(6), 496-502.

Tolin, D. F., Kiehl, K. A., Worhunsky, P., Stevens, M. C., & Maltby, N. (2009). An exploratory study of the neural mechanisms of decision making in compulsive hoarding. Psychological Medicine, 39(2), 325-336.

Tolin, D. F., Stevens, M. C., Villavicencio, A., Norberg, M. M., Calhoun, V. D., Frost, R. O., … & Brady, R. E. (2014). Neural mechanisms of decision making in hoarding disorder. Archives of General Psychiatry, 69(8), 832-841.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *