Wetenschappelijk onderzoek wijst steeds meer op de rol van het darmmicrobioom — de miljarden bacteriën in onze darmen — in de ontwikkeling en het functioneren van de hersenen. Dit artikel legt uit wat de wetenschappelijke inzichten over de relatie tussen het darmmicrobioom en autisme zijn en hoe behandelingen gericht op het herstellen van darmgezondheid mogelijk kunnen bijdragen aan het verbeteren van symptomen.
De rol van het darmmicrobioom
Het darmmicrobioom bestaat uit triljoenen bacteriën, schimmels en andere micro-organismen die in onze darmen leven. Deze microben spelen een cruciale rol bij onze spijsvertering, maar ook bij onze algehele gezondheid, inclusief ons immuunsysteem en zelfs onze hersenen. Het darmmicrobioom wordt wel eens “het tweede brein” genoemd, omdat het via de zogenoemde darm-hersen-as direct communiceert met de hersenen. Deze as is een netwerk van zenuwen, hormonen en immuunsignalen die de darm en de hersenen met elkaar verbindt.
Een gezonde darmflora helpt bijvoorbeeld bij het produceren van belangrijke neurotransmitters zoals serotonine, dat een rol speelt bij het reguleren van onze stemming en slaap. Wetenschappers beginnen nu ook beter te begrijpen hoe een verstoord microbioom — darmdysbiose genoemd — kan bijdragen aan neurologische stoornissen zoals autisme.
Wat is darmdysbiose (GD)?
Darmdysbiose is een verstoring in de samenstelling van de darmflora. In plaats van een gezonde balans tussen ‘goede’ en ‘slechte’ bacteriën, kunnen sommige soorten bacteriën te veel of te weinig voorkomen. Dit kan leiden tot verschillende gezondheidsproblemen, waaronder ontstekingen in de darm, spijsverteringsproblemen en zelfs invloed hebben op de hersenen.
Bij kinderen met autisme komt darmdysbiose vaak voor. Veel kinderen met autisme hebben last van gastro-intestinale problemen zoals buikpijn, diarree of constipatie. Er is een verband gevonden tussen de ernst van deze darmklachten en de ernst van autistische symptomen. Het is daarom interessant om te onderzoeken of het herstellen van het microbioom kan helpen om zowel de fysieke als gedragsmatige symptomen van autisme te verlichten.
Hoe beïnvloedt GD de ontwikkeling van autisme?
De invloed van darmdysbiose op autisme verloopt via verschillende routes. Een van de belangrijkste mechanismen is neuro-inflammatie, een vorm van ontsteking in de hersenen. Dit kan optreden wanneer bepaalde bacteriën of hun bijproducten de darmwand passeren en een ontstekingsreactie uitlokken. Bij mensen met autisme worden vaak verhoogde niveaus van ontstekingsmarkers in het bloed en de hersenen gevonden.
Een ander mechanisme is een verstoring in de productie van neurotransmitters zoals serotonine en gamma-aminoboterzuur (GABA). Serotonine speelt een belangrijke rol in onze stemming en ons gedrag, terwijl GABA helpt om zenuwimpulsen in de hersenen te reguleren. Bij mensen met autisme lijken deze stoffen vaak uit balans te zijn. Het herstellen van een gezonde darmflora kan mogelijk helpen om de productie van deze neurotransmitters te verbeteren en daarmee ook gedragsproblemen te verminderen.
Microbioom en hersenontwikkeling tijdens de zwangerschap
De ontwikkeling van het microbioom begint al voor de geboorte. Factoren zoals de gezondheid van de moeder, het type bevalling en het dieet van de baby spelen allemaal een rol in hoe het microbioom zich ontwikkelt. Zo blijkt dat baby’s die via een keizersnede worden geboren een andere samenstelling van darmbacteriën hebben dan baby’s die via een vaginale bevalling ter wereld komen. Borstvoeding helpt ook om een gezonde balans van bacteriën in de darmen van de baby te bevorderen.
Er zijn aanwijzingen dat veranderingen in het microbioom van de moeder tijdens de zwangerschap invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van de hersenen van de foetus. Onderzoek bij muizen heeft bijvoorbeeld aangetoond dat een verstoring in het microbioom van de moeder kan leiden tot veranderingen in de hersenontwikkeling van het ongeboren kind. Dit zou kunnen verklaren waarom sommige kinderen met autisme al op zeer jonge leeftijd tekenen van gedragsafwijkingen vertonen.
Bacteriële patronen bij kinderen met autisme
Onderzoek naar het microbioom van kinderen met autisme heeft aangetoond dat de samenstelling van hun darmbacteriën verschilt van die van neurotypische kinderen. Zo hebben kinderen met autisme vaak minder bacteriën van het geslacht Bifidobacterium, die normaal gesproken bijdragen aan een gezonde spijsvertering en het reguleren van ontstekingen. In plaats daarvan worden bij kinderen met autisme vaak meer bacteriën van het geslacht Clostridium gevonden, die mogelijk bijdragen aan ontstekingen in de darm en hersenen.
Deze specifieke bacteriële patronen kunnen invloed hebben op de manier waarop signalen tussen de darmen en de hersenen worden doorgegeven. Dit kan op zijn beurt bijdragen aan de gedragsmatige en cognitieve problemen die vaak worden gezien bij kinderen met autisme.
Invloed van de omgeving op het microbioom
Naast genetische factoren kunnen ook omgevingsfactoren zoals voeding, medicatie en stress de samenstelling van het microbioom beïnvloeden. Antibiotica bijvoorbeeld, die vaak worden voorgeschreven aan jonge kinderen, kunnen de diversiteit van het microbioom sterk verminderen. Dit kan de balans tussen goede en slechte bacteriën verstoren en de darmgevoeligheid vergroten.
Stress is een andere belangrijke factor. Uit studies bij knaagdieren blijkt dat stress kan leiden tot een afname van bepaalde bacteriën in de darmen, zoals Lactobacillus, wat vervolgens invloed kan hebben op het immuunsysteem en de hersenfunctie. Bij kinderen met autisme kan chronische stress — bijvoorbeeld door sensorische overbelasting — bijdragen aan verdere verstoring van het microbioom.
Behandeling van GD bij autisme: prebiotica en probiotica
Er is groeiend bewijs dat prebiotica en probiotica kunnen helpen bij het herstellen van de balans in het microbioom. Prebiotica zijn voedingsstoffen die de groei van goede bacteriën bevorderen, terwijl probiotica levende bacteriën zijn die gunstig zijn voor de darmgezondheid. Bij kinderen met autisme hebben sommige studies aangetoond dat probiotica kunnen helpen om zowel gastro-intestinale symptomen als gedragsproblemen te verminderen.
Een dubbelblinde studie liet zien dat het toedienen van een prebioticum in combinatie met een dieet zonder gluten en caseïne de diversiteit van het darmmicrobioom verbeterde en leidde tot een verbetering van sociale vaardigheden bij kinderen met autisme. Hoewel dit veelbelovend is, zijn er nog meer grootschalige onderzoeken nodig om definitieve conclusies te trekken.
Fecale microbiotatransplantatie (FMT) als behandeling
Fecale microbiotatransplantatie (FMT) is een behandeling waarbij darmbacteriën van een gezonde donor worden overgebracht naar een patiënt. Bij kinderen met autisme is FMT onderzocht als mogelijke behandeling om de darmgezondheid te verbeteren. In een aantal studies heeft FMT geleid tot verbeteringen in zowel de darmgezondheid als het gedrag van kinderen met autisme.
Een studie waarbij kinderen met autisme FMT kregen, liet zien dat hun darmflora na de behandeling meer leek op die van neurotypische kinderen. Bovendien rapporteerden ouders een afname van gastro-intestinale klachten en een verbetering in gedrag, zoals een afname van repetitieve bewegingen en beter sociaal contact.
Voor- en nadelen van FMT en probiotische behandelingen
Hoewel zowel FMT als probiotica veelbelovende resultaten laten zien, zijn er ook enkele beperkingen. Veel studies hebben kleine steekproeven en variëren sterk in hun methoden, wat het moeilijk maakt om eenduidige conclusies te trekken. Bovendien is het belangrijk om de lange-termijn effecten van deze behandelingen beter te begrijpen, aangezien het effect van FMT na verloop van tijd kan afnemen.
Een ander risico van FMT is dat de procedure niet zonder complicaties is. Het overbrengen van bacteriën van de ene persoon naar de andere kan potentieel infecties of andere ongewenste effecten veroorzaken. Daarom moet FMT altijd onder strikt medisch toezicht worden uitgevoerd.
Mogelijke effecten van darmmicrobioomtherapie op gedrag
Wat we tot nu toe weten, is dat behandelingen gericht op het herstellen van het microbioom positieve effecten kunnen hebben op zowel de fysieke als de gedragsmatige symptomen van autisme. Door de ontstekingsniveaus in de hersenen te verlagen en de productie van belangrijke neurotransmitters zoals serotonine te bevorderen, kan het gedrag van kinderen met autisme verbeteren. Hoewel dit geen genezing voor autisme biedt, kan het wel bijdragen aan een betere levenskwaliteit.
Toekomst van autismebehandeling via darmgezondheid
Onderzoekers zijn optimistisch over de toekomst van behandelingen die zich richten op het darmmicrobioom bij autisme. Terwijl de huidige studies vooral gericht zijn op kleine groepen, zijn er plannen om grotere, langdurige onderzoeken uit te voeren die ons meer inzicht kunnen geven in de effectiviteit van pre- en probiotica, evenals FMT.
Daarnaast wordt er gekeken naar manieren om darmgezondheid te verbeteren door veranderingen in voeding en levensstijl. Het lijkt erop dat een gezonde darm niet alleen belangrijk is voor de spijsvertering, maar ook voor onze mentale en neurologische gezondheid.
Hoe kan het verbeteren van het microbioom helpen?
Hoewel de wetenschap nog in ontwikkeling is, zijn er al enkele eenvoudige stappen die mensen kunnen nemen om hun darmgezondheid te verbeteren. Het eten van vezelrijke voedingsmiddelen zoals fruit, groenten en volle granen kan helpen om de groei van goede bacteriën in de darmen te stimuleren. Ook het beperken van de inname van bewerkte voedingsmiddelen en suikers kan bijdragen aan een gezonde darmflora.
Voor mensen met autisme kunnen voedingsaanpassingen, zoals het vermijden van gluten en caseïne, soms helpen om zowel de darmgezondheid als het gedrag te verbeteren. Hoewel dit niet voor iedereen werkt, kan het de moeite waard zijn om het onder begeleiding van een arts of diëtist te proberen.
Conclusie
De relatie tussen het darmmicrobioom en autisme biedt nieuwe inzichten in hoe onze darmen onze hersenen beïnvloeden. Hoewel er nog veel onderzoek nodig is, lijken behandelingen die gericht zijn op het herstellen van darmgezondheid, zoals probiotica en FMT, veelbelovende resultaten te laten zien. Het verbeteren van de darmgezondheid zou in de toekomst een belangrijke rol kunnen spelen bij de behandeling van autisme en andere neurologische aandoeningen.
Poupard L, Page G, Thoreau V, Kaouah Z. Relationships between Gut Microbiota and Autism Spectrum Disorders: Development and Treatment. Clin Psychopharmacol Neurosci. 2024 Nov 30;22(4):554-564. doi: 10.9758/cpn.24.1179. Epub 2024 Jul 25. PMID: 39420603; PMCID: PMC11494427.