dyslexie

Dyslexie en deductief redeneren

Deductief redeneren is een belangrijk onderdeel van ons dagelijkse denken en beslissen. Het stelt ons in staat om logische conclusies te trekken op basis van gegeven informatie. Voor volwassenen met dyslexie, een leerstoornis die voornamelijk invloed heeft op lees- en schrijfvaardigheden, is er echter weinig bekend over hun vermogen om deductief te redeneren. Het onderzoek dat we hier bespreken, richt zich op hoe volwassenen met en zonder dyslexie presteren op deductieve redeneervaardigheden, waarbij gekeken wordt naar de invloed van verschillende regeltypes en de woorden die in de redenering gebruikt worden.

Wat is deductief redeneren?

Deductief redeneren is een denkproces waarbij je vanuit algemene regels of stellingen tot specifieke conclusies komt. Stel je voor dat je weet dat “alle vogels kunnen vliegen” en je ziet een adelaar. Met deductief redeneren kun je concluderen dat de adelaar ook kan vliegen. Het draait om het correct toepassen van logica: als de basisinformatie klopt, dan moet de conclusie ook waar zijn. Dit type redeneren helpt ons bij allerlei beslissingen, zoals het begrijpen van verkeersregels of het oplossen van problemen op het werk. In tegenstelling tot inductief redeneren, waar je op basis van specifieke waarnemingen tot algemene conclusies komt, vereist deductief redeneren dat je binnen vastgestelde grenzen van logica blijft.

Onderzoek naar dyslexie en redeneren

Er is relatief weinig onderzoek gedaan naar de impact van dyslexie op redeneren, hoewel dyslexie verder gaat dan alleen problemen met lezen en schrijven. Het beïnvloedt ook andere cognitieve functies zoals werkgeheugen en probleemoplossend vermogen. Eerder onderzoek heeft bijvoorbeeld gekeken naar syllogistisch redeneren en ruimtelijk redeneren, maar er is nauwelijks aandacht besteed aan deductief redeneren bij volwassenen met dyslexie. Dit is waar het huidige onderzoek verandering in brengt. De onderzoekers wilden ontdekken of er verschillen zijn in de manier waarop volwassenen met dyslexie redeneren, in vergelijking met volwassenen zonder dyslexie, en hoe bepaalde factoren zoals het type logische regel en de gebruikte woorden (bijvoorbeeld hoe visueel voorstelbaar een woord is) hierop van invloed kunnen zijn.

Opzet van het onderzoek

In het onderzoek werd gebruik gemaakt van de Wason Selectietaak, een bekende methode om deductief redeneren te testen. Bij deze taak krijgen deelnemers een regel in de vorm van “Als P, dan Q” (bijvoorbeeld: “Als er een vogel op de kaart staat, dan staat er een 2 op de andere kant van de kaart”). Deelnemers moeten vervolgens uit vier kaarten de kaarten selecteren die gecontroleerd moeten worden om te zien of de regel klopt. De onderzoekers manipuleerden twee belangrijke factoren: het regeltype en de woorden die in de taak werden gebruikt. Regeltypes waren bijvoorbeeld “Als P, dan niet Q” (een negatie), en de woorden varieerden in hoe vaak ze voorkwamen in de taal en hoe gemakkelijk het was om een mentaal beeld van het woord te vormen (beeldbaarheid).

Deelnemers bestonden uit twee groepen: 26 volwassenen met dyslexie en 31 volwassenen zonder dyslexie. Beide groepen werden vergeleken op basis van hun nauwkeurigheid bij het oplossen van de taken en de tijd die ze nodig hadden om de juiste kaarten te selecteren.

Belangrijkste bevindingen

Een van de belangrijkste bevindingen van het onderzoek was dat er geen significant verschil werd gevonden in de redeneringsnauwkeurigheid tussen volwassenen met en zonder dyslexie. Dit betekent dat dyslexie geen directe invloed lijkt te hebben op deductief redeneren. Beide groepen hadden vergelijkbare prestaties, zowel in termen van hoe vaak ze de juiste conclusies trokken als hoe snel ze dat deden.

Wat wel opviel, was dat het type logische regel invloed had op hoe goed de deelnemers presteerden. De regel “Als P, dan niet Q” leverde de hoogste nauwkeurigheid op, terwijl de standaardregel “Als P, dan Q” de meeste fouten opleverde. Dit is interessant omdat het suggereert dat sommige logische structuren moeilijker zijn voor mensen om mee te werken, ongeacht of ze dyslexie hebben of niet.

Daarnaast bleek dat de gebruikte woorden een belangrijke rol speelden in hoe snel en accuraat de deelnemers redeneerden. Wanneer woorden hoog in beeldbaarheid waren (dus gemakkelijk een mentaal beeld oproepen, zoals het woord “boer”), presteerden de deelnemers beter dan wanneer de woorden moeilijker voor te stellen waren (zoals “kosten”). Dit gold voor beide groepen. Dit wijst erop dat visuele hulpmiddelen in het geheugen redeneren kunnen vergemakkelijken, vooral wanneer de woorden concreet en visueel voorstelbaar zijn.

Implicaties van het onderzoek

De resultaten van dit onderzoek bieden waardevolle inzichten, niet alleen voor de wetenschap, maar ook voor het onderwijs en de praktijk. Het feit dat woorden met hoge beeldbaarheid leiden tot betere redeneringsprestaties kan een belangrijke implicatie hebben voor de manier waarop educatief materiaal wordt ontworpen. Voor mensen met dyslexie, maar ook voor de bredere populatie, kan het helpen om abstracte concepten te verduidelijken door visueel rijke en gemakkelijk te begrijpen woorden en beelden te gebruiken.

Daarnaast laat het onderzoek zien dat volwassenen met dyslexie in staat zijn om net zo goed deductief te redeneren als volwassenen zonder dyslexie, mits de taak goed wordt gepresenteerd. Dit kan leerkrachten en werkgevers aanmoedigen om bij het aanbieden van complexe redeneringstaken visuele ondersteuning te bieden en rekening te houden met verschillende logische structuren die voor sommige mensen uitdagender kunnen zijn.

Conclusie

Samenvattend toont dit onderzoek aan dat er geen verschillen zijn in deductieve redeneervaardigheden tussen volwassenen met en zonder dyslexie, hoewel bepaalde logische structuren en woordtypes de redeneringsprestaties kunnen beïnvloeden. Woorden met hoge beeldbaarheid verbeteren de prestaties, en bepaalde regels zoals “Als P, dan niet Q” zijn makkelijker te verwerken dan andere. Deze bevindingen bieden aanknopingspunten voor verdere verbeteringen in het ontwerp van educatief materiaal en andere hulpmiddelen die redeneren vergemakkelijken voor alle volwassenen, met of zonder dyslexie.

Jacobs JB, Smith-Spark JH, Newton EJ. The Roles of Rule Type and Word Term in the Deductive Reasoning of Adults with and without Dyslexia. Behav Sci (Basel). 2024 Jul 25;14(8):635. doi: 10.3390/bs14080635. PMID: 39199031; PMCID: PMC11352034.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *