Kinderen met dyslexie ervaren vaak leesproblemen zoals trage leestempo’s en moeite met het accuraat herkennen van woorden. Deze moeilijkheden worden vaak in verband gebracht met fonologische tekorten, wat resulteert in fouten zoals het weglaten, toevoegen of verwisselen van letters. Maar naast deze bekende fouten maken kinderen met dyslexie ook zogeheten “raadfouten”. Dit zijn fouten waarbij een kind een woord raadt in plaats van het volledig te lezen, en het verkeerde woord kiest dat visueel of morfologisch lijkt op het juiste woord.
Hoewel raadfouten minder bekend zijn dan de meer traditionele leesfouten, kunnen ze belangrijk inzicht geven in hoe kinderen met dyslexie informatie verwerken tijdens het lezen.
Wat zijn raadfouten?
Raadfouten ontstaan wanneer een kind een woord leest dat sterk lijkt op het doelwoord, maar niet hetzelfde is. Dit kan gebeuren op verschillende niveaus: visueel, morfologisch of zelfs semantisch. Visuele fouten treden op wanneer een kind een woord kiest dat lijkt op het doelwoord qua letters, zoals het lezen van “boom” in plaats van “boek”. Morfologische fouten zijn gebaseerd op de structuur van het woord, zoals het verwarren van “lopen” met “loper”. Semantische fouten, hoewel zeldzamer, komen voor wanneer het geraden woord betekenisverwant is aan het doelwoord, bijvoorbeeld het lezen van “geit” in plaats van “schaap”.
Raadfouten ontstaan vaak doordat kinderen met dyslexie moeite hebben met het gebruiken van een gedetailleerde letter-voor-letter leessstrategie. In plaats daarvan vertrouwen ze vaker op een globale strategie waarbij ze een woord als geheel proberen te herkennen. Dit leidt ertoe dat ze te vroeg een gok maken op basis van onvolledige informatie, wat resulteert in een verkeerde lezing van het woord.
Hoe ontstaan raadfouten?
Een belangrijke verklaring voor raadfouten is het idee dat kinderen met dyslexie moeite hebben met “inhibitie”, oftewel het onderdrukken van concurrerende informatie tijdens het lezen. Wanneer een kind met dyslexie een woord probeert te lezen, worden verschillende mogelijke woorden in het brein geactiveerd. Het vermogen om het juiste woord te kiezen hangt af van de mogelijkheid om de andere, minder relevante opties te onderdrukken. Bij kinderen met dyslexie is deze vaardigheid vaak minder goed ontwikkeld, wat ertoe leidt dat ze verkeerde keuzes maken.
Daarnaast spelen context en voorspellende mechanismen een rol. Kinderen met dyslexie proberen soms te compenseren voor hun leesproblemen door zich sterk te laten leiden door de context van de zin. Dit kan nuttig zijn, maar kan er ook toe leiden dat ze te snel een gok maken over wat het volgende woord zou moeten zijn, zonder het daadwerkelijk te decoderen. Dit verklaart waarom deze kinderen meer fouten maken bij zowel losse woorden als zinnen. Het is ook mogelijk dat deze kinderen deels beginnen met het decoderen van een woord, maar dan snel overschakelen naar gokken om tijd te besparen of omdat ze niet alle informatie verwerken.
Onderzoeksopzet
Om beter te begrijpen hoe raadfouten zich voordoen bij kinderen met dyslexie, werd een onderzoek uitgevoerd waarbij 28 kinderen met dyslexie werden vergeleken met twee controlegroepen: leeftijdsgenoten zonder dyslexie en jongere kinderen met een vergelijkbaar leesniveau. De kinderen namen deel aan verschillende leestests, waaronder het lezen van losse woorden en teksten, zowel met als zonder betekenisvolle context. Fouten werden gecategoriseerd in verschillende types, waaronder visuele, semantische en morfologische fouten. Deze werden specifiek onderzocht om te bepalen in welke context raadfouten het vaakst voorkwamen.
Resultaten: kinderen met dyslexie vs. controle
Uit het onderzoek bleek dat kinderen met dyslexie aanzienlijk meer raadfouten maakten dan de controlegroepen. Vooral visuele fouten kwamen vaak voor. Dit zijn fouten waarbij het geraden woord sterk lijkt op het doelwoord, bijvoorbeeld door dezelfde beginletters. Daarnaast maakten deze kinderen ook meer morfologische fouten, waarbij de stam van het woord correct werd herkend, maar de uitgang verkeerd werd geraden.
Interessant is dat de kinderen met dyslexie niet meer semantische fouten maakten dan de controlegroepen. Dit suggereert dat, hoewel ze vertrouwen op globale woordherkenning, ze niet noodzakelijkerwijs worden beïnvloed door de betekenis van het woord bij het maken van een fout.
De kinderen met dyslexie maakten de meeste raadfouten bij het lezen van losse woorden, waarbij ze zich voornamelijk leken te laten leiden door visuele kenmerken van de woorden. Bij het lezen van zinnen waren de fouten iets minder frequent, wat mogelijk te maken heeft met het feit dat de context hen enigszins helpt bij het voorspellen van woorden.
Implicaties voor onderwijs en therapie
De bevindingen van dit onderzoek hebben belangrijke implicaties voor het onderwijs aan kinderen met dyslexie. Ten eerste is het duidelijk dat traditionele leesmethoden, die zich richten op het verbeteren van letter-voor-letter decoding, wellicht niet voldoende zijn om raadfouten te verminderen. Leerkrachten en therapeuten zouden kinderen met dyslexie kunnen helpen door hen te trainen in het onderdrukken van visueel vergelijkbare woorden en hen te leren hoe ze op een meer gedetailleerde manier woorden kunnen verwerken.
Daarnaast is het belangrijk om kinderen bewust te maken van de fouten die ze maken, en hen strategieën aan te reiken om deze te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld door middel van oefeningen waarbij kinderen leren om concurrerende informatie te onderdrukken of door gebruik te maken van tekstsoorten waarbij context een minder prominente rol speelt.
Conclusie
Kinderen met dyslexie maken vaker raadfouten bij het lezen, vooral wanneer ze zich baseren op globale woordherkenning in plaats van gedetailleerde decodering. Deze fouten doen zich voor bij zowel losse woorden als zinnen, waarbij visuele fouten het meest voorkomen. De bevindingen benadrukken het belang van gerichte interventies die niet alleen focussen op fonologische vaardigheden, maar ook op het verbeteren van inhibitie en het herkennen van foutieve woordkeuzes. Door deze aanpak kunnen kinderen met dyslexie beter worden ondersteund in hun leesvaardigheid en kunnen raadfouten verminderd worden.
De Rom M, Van Reybroeck M. Guessing errors made by children with dyslexia in word and text reading. Front Psychol. 2024 Aug 5;15:1195696. doi: 10.3389/fpsyg.2024.1195696. PMID: 39161690; PMCID: PMC11330818.