Waarom geloven sommige mensen in een hogere macht terwijl anderen sceptisch zijn? Recent onderzoek suggereert dat de verschillen tussen gelovigen en ongelovigen dieper gaan dan alleen opvoeding of cultuur; het zit mogelijk in de bedrading van onze hersenen. In dit artikel duiken we in de fascinerende wereld van hersenonderzoek om te begrijpen hoe onze hersenen invloed hebben op religieus en paranormaal geloof.
In de afgelopen decennia is het kerkbezoek scherp gedaald. Mensen lijken minder geïnteresseerd in traditionele religie dan ooit tevoren. Tegelijkertijd is er een opmerkelijke toename in het geloof in het paranormale. Maar liefst 75% van de mensen gelooft in verschijnselen buiten de reguliere wetenschappelijke verklaringen, en ongeveer 20% beweert zelfs een geest te hebben gezien. Dit roept de vraag op: waarom vervangen paranormale overtuigingen traditionele religieuze geloofssystemen?
Evolutie en het menselijk brein
Sinds het ontstaan van de mensheid zijn er naar schatting 18.000 verschillende goden, godinnen en andere entiteiten aanbeden. Dit suggereert dat het geloven in het bovennatuurlijke diep verankerd is in de menselijke natuur. Evolutionair gezien kan het vermogen om in het bovennatuurlijke te geloven een voordeel hebben geboden, bijvoorbeeld door groepscohesie te bevorderen of onzekerheden te verklaren.

Gelovigen vs. ongelovigen: verschillen in hersenactiviteit
Recente studies hebben gekeken naar de rusttoestand van hersencircuits bij zowel gelovigen als ongelovigen. Deze rusttoestandanalyse biedt een “neuraal vingerafdruk” die inzicht geeft in hoe verschillende hersengebieden betrokken zijn bij emoties, herinneringen en gedachten. De deelnemers aan deze studies waren divers: christenen, joden, moslims, boeddhisten, hindoes en anderen.
De resultaten laten zien dat religieuze gelovigen vaker intuïtief en heuristisch redeneren. Ze vertrouwen op hun gevoel en maken snelle oordelen op basis van eerdere ervaringen. Ongelovigen daarentegen neigen naar deliberatief en analytisch denken, waarbij ze informatie grondig evalueren voordat ze een conclusie trekken.
Heuristisch redeneren is een manier van denken waarbij we gebruikmaken van eenvoudige, intuïtieve vuistregels of strategieën om snel beslissingen te nemen en problemen op te lossen. In plaats van alle beschikbare informatie grondig te analyseren, vertrouwen we op onze intuïtie en eerdere ervaringen om tot een conclusie te komen.
Voorbeeld van heuristisch redeneren:
- Beschikbaarheidsheuristiek: Als je recentelijk hebt gehoord over een vliegtuigongeluk, kun je geneigd zijn te denken dat vliegen gevaarlijker is dan het statistisch gezien is, simpelweg omdat het incident vers in je geheugen ligt.
- Representativiteitsheuristiek: Als iemand in een witte jas je medische adviezen geeft, neem je deze wellicht sneller aan omdat ze eruitzien als een arts, zelfs als dat niet zo is.
Intuïtief redeneren is een manier van denken waarbij je vertrouwt op je directe gevoel, instinct of spontane inzichten in plaats van op bewuste, analytische overwegingen. In plaats van systematisch alle beschikbare informatie te analyseren, baseer je je beslissingen en conclusies op wat voor jou op dat moment vanzelfsprekend of logisch aanvoelt.
Voorbeelden van intuïtief redeneren:
- Eerste indrukken: Wanneer je iemand ontmoet en onmiddellijk een goed of slecht gevoel over die persoon hebt, zonder dat je precies kunt uitleggen waarom.
- Beslissingen nemen onder druk: In een noodsituatie kies je instinctief voor een bepaalde actie zonder de tijd te nemen om alle opties te overwegen.
- Creatieve ingevingen: Een plotseling idee of oplossing die in je opkomt terwijl je niet actief over het probleem nadenkt.
Hoewel intuïtief redeneren je kan helpen om snel beslissingen te nemen, kan het ook leiden tot fouten of vooroordelen omdat het niet altijd gebaseerd is op rationele analyse. Het verschilt van analytisch redeneren, waarbij je bewust en systematisch informatie evalueert om tot een weloverwogen conclusie te komen.
Wanneer beide groepen een complexe afbeelding zien, zullen gelovigen deze eerder interpreteren op basis van emotie of intuïtie (bottom-up verwerking). Ongelovigen zullen dezelfde afbeelding analyseren met behulp van hogere cognitieve functies (top-down verwerking), waarbij ze logisch redeneren en kritisch evalueren.
Bottom-up versus top-down verwerking
Bottom-up verwerking begint bij de zintuigen en bouwt op naar hogere niveaus van verwerking. Gelovigen en mensen die in het paranormale geloven, vertrouwen meer op deze vorm van verwerking. Dit betekent dat ze informatie vanuit hun omgeving direct interpreteren zonder het eerst grondig te analyseren.
Top-down verwerking begint bij de hersenen en werkt naar beneden toe. Ongelovigen gebruiken hun bestaande kennis en verwachtingen om nieuwe informatie te interpreteren. Dit maakt hen vaardiger in kritisch denken en analytische probleemoplossing.
Paranormaal geloof en hersenfrequenties
Onderzoek naar hersentoestanden heeft aangetoond dat geloof in het paranormale verband houdt met verminderde activiteit in alfa-, bèta- en gammafrequentiebanden. Deze frequenties zijn geassocieerd met remmende controle en kritisch denken. Een vermindering hiervan kan leiden tot een grotere neiging om zonder kritische analyse in het bovennatuurlijke te geloven.
In plaats van naar de kerk te gaan, nemen mensen nu deel aan yogaretraites of astrologieworkshops om zin en verbinding te vinden.
De toename van zowel ongelovigen als paranormale gelovigen kan deels worden verklaard door culturele veranderingen. Wetenschappelijke verklaringen voor natuurlijke fenomenen hebben de behoefte aan traditionele goden verminderd. Toch lijkt het menselijk brein een inherente behoefte te hebben aan fantasie en mysterie, waardoor oude geloofssystemen plaatsmaken voor nieuwe vormen van spiritualiteit.
Conclusie
Onze hersenen spelen een cruciale rol in hoe we de wereld interpreteren en of we geloven in het bovennatuurlijke, religieus of paranormaal. Terwijl traditionele religieuze praktijken afnemen, blijven mensen zoeken naar betekenis op andere manieren. Het begrijpen van de neurale basis van geloof kan ons helpen begrijpen waarom we altijd op zoek blijven naar iets groters dan onszelf.
Narmashiri A et al (2023) Paranormal believers show reduced resting EEG beta band oscillations and inhibitory control than skeptics. Sci Rep. 13(1):12011. doi: 10.1038/s41598-023-39133-2. PMID: 37491576
Nash K et al (2022) Resting-state networks of believers and non-believers: An EEG microstate study. Biological Psychology, 169, https://doi.org/10.1016/j.biopsycho.2022.108283\
M.A. Ferguson, et al. A neural network for religious fundamentalism derived from patients with brain lesions. PNAS. 2024;121 (36):e2322399121. https://doi.org/10.1073/pnas.2322399121
Wenk, GL (2017) The Brain: What Everyone Needs to Know. Oxford University Press.