Iedereen heeft gedachten, maar hoe we denken kan van persoon tot persoon sterk verschillen. Wetenschappers hebben onderzocht hoe gedachtenpatronen verschillen tussen mensen met en zonder autisme. Dit onderzoek helpt ons beter te begrijpen hoe autisme het denken beïnvloedt. Niet alleen om uitdagingen te verklaren, maar ook om sterke kanten te belichten. Het blijkt dat mensen met autisme hun gedachten anders organiseren, vooral wanneer de omgeving verandert. Wat betekent dit precies, en waarom is het belangrijk?
Wat onthullen gedachten over autisme?
Onderzoekers hebben ontdekt dat mensen met autisme hun gedachten op een meer constante manier ervaren, ongeacht de taak of situatie. Terwijl mensen zonder autisme meer geneigd zijn te schakelen tussen denken in woorden of beelden afhankelijk van de taak, blijven de gedachten van mensen met autisme stabieler.
Daarnaast blijkt dat de gedachten van mensen met autisme minder sociaal gericht zijn. Dit betekent niet dat ze geen sociale interesse hebben, maar eerder dat sociale informatie minder vaak spontaan naar boven komt in hun gedachten. Dit patroon kan verklaren waarom sociale interacties soms meer inspanning vragen.
Een ander interessant punt is dat mensen met autisme vaak een sterke voorkeur hebben voor gedetailleerde gedachten. Dit kan een voordeel zijn in situaties waarin precisie belangrijk is, zoals in technische of analytische beroepen.
De kracht van context: gedachten en taakuitvoering
Tijdens het onderzoek moesten deelnemers een geheugentaak uitvoeren met verschillende moeilijkheidsgraden. Hieruit bleek dat mensen zonder autisme flexibeler denken: zij pasten hun denkstijl aan de taak aan. Bij een makkelijke taak dachten ze bijvoorbeeld meer in beelden, terwijl een moeilijke taak hen meer in woorden liet denken.
Bij mensen met autisme was deze overgang veel minder zichtbaar. Hun gedachten bleven grotendeels consistent, onafhankelijk van de taak. Dit wijst op een andere manier van omgaan met externe veranderingen, wat zowel voordelen als nadelen kan hebben.
De consistentie in denken kan bijvoorbeeld helpen bij taken die een lange concentratie vereisen, maar het kan ook uitdagingen opleveren in situaties die snel schakelen vragen.
Autisme en innerlijke taal: minder variatie, meer consistentie
Een opvallende bevinding was dat mensen met autisme vaker denken in woorden dan in beelden, vooral bij taken die meer inspanning vragen. Dit is interessant, omdat eerder gedacht werd dat autisme vooral geassocieerd is met visueel denken. Dit onderzoek laat echter zien dat dit niet altijd het geval is en dat de manier van denken sterk contextafhankelijk is.
Deze voorkeur voor innerlijke taal zou een strategie kunnen zijn om informatie vast te houden en overzicht te behouden. Bijvoorbeeld bij een complexe taak waarbij details niet vergeten mogen worden. Het kan echter ook bijdragen aan de bekende cognitieve inflexibiliteit die soms bij autisme voorkomt.
Waarom maakt het uit? Invloed op dagelijks leven en prestaties
De manier waarop iemand denkt, heeft invloed op hoe die persoon uitdagingen aangaat en presteert in het dagelijks leven. Voor mensen met autisme kan de neiging tot consistente en gedetailleerde gedachten een kracht zijn in bijvoorbeeld onderzoek, techniek of kunst. Aan de andere kant kunnen taken die veel schakelen vragen – zoals multitasken in een drukke omgeving – juist extra lastig zijn.
Daarnaast speelt ook de sociale component een rol. Het minder vaak spontaan nadenken over sociale situaties kan verklaren waarom sociale interacties voor mensen met autisme soms minder natuurlijk voelen. Dit betekent niet dat zij geen interesse hebben in anderen, maar dat hun gedachten hier op een andere manier op reageren.
Strawson WH, Mckeown B, Quadt L, et al. Differences in ongoing thought between autistic and non-autistic adults. Sci Rep. 2024;14(1):29236. Published 2024 Nov 25. doi:10.1038/s41598-024-78286-6