Iedereen verlangt naar liefde. Maar voor perfectionisten is dat verlangen soms een valkuil. Ze willen niet zomaar bemind worden – ze willen het goed doen in de liefde. De perfecte partner zijn, het perfecte stel vormen, de perfecte relatie onderhouden. Alleen… liefde laat zich niet managen met een checklist.
Wie perfectionistisch is, denkt vaak dat liefde iets is wat je kunt verdienen. Door aantrekkelijk te zijn, slim, zorgzaam of succesvol. En dus gaan ze onbewust aan het werk: complimenten analyseren, gesprekken overdenken, alles onder controle houden. Als hun partner even afstand neemt, voelt dat als een signaal dat ze ‘niet goed genoeg’ zijn.
Herkenbaar? Misschien ben jij degene die ruzies probeert te voorkomen door altijd toe te geven. Of degene die zich terugtrekt als iets niet vlekkeloos gaat, uit angst om afgewezen te worden. Wat bedoeld is als poging tot verbinding, wordt zo juist een muur.
Liefde, voor de perfectionist, wordt een prestatie. En dat maakt het zelden ontspannen.
Wat is ‘immature’ liefde eigenlijk?
Psycholoog Gordon Flett, die veel onderzoek doet naar perfectionisme, noemt dit “immature love”: een vorm van liefde waarin bevestiging belangrijker is dan verbinding. Onvolwassen liefde zegt: “Ik wil dat je me bewondert.” Volwassen liefde zegt: “Ik wil dat je me begrijpt.”
Bij onvolwassen liefde draait alles om wat de ander doet – of hij genoeg belt, genoeg aandacht geeft, genoeg bevestigt. De liefde is voorwaardelijk: “Ik voel me goed zolang jij me waardeert.” Zodra de waardering wegvalt, slaat onzekerheid toe.
Volwassen liefde is anders. Daarin is ruimte voor verschil, teleurstelling en twijfel. Je hoeft niet altijd gelijk te hebben of sterk te zijn. Je durft toe te geven dat je iets fout hebt gedaan.
Dat klinkt eenvoudig, maar voor perfectionisten is het dat niet. Want fouten maken – zeker in de liefde – voelt voor hen als falen. Hun zelfbeeld hangt vaak aan elkaar van complimenten, succesmomenten en controle. Een partner die kritiek geeft of grenzen stelt, raakt dan precies aan dat broze evenwicht.
De perfectionistische valkuil: Liefde als prestatie
Veel perfectionisten benaderen hun relaties alsof het sollicitaties zijn. Ze willen het goed doen. Ze willen indruk maken, verwachtingen overtreffen, bewondering krijgen. Hun motto is: “Als ik alles perfect doe, zal niemand me verlaten.”
Het probleem is alleen dat liefde geen project is. Het vraagt niet om efficiëntie, maar om emotionele flexibiliteit – precies waar perfectionisten vaak moeite mee hebben.
Ze vermijden ruzies, uit angst om iets “stuk te maken”. Of ze proberen de ander te veranderen, zodat alles weer ‘past in het plaatje’. Sommigen raken juist verstrikt in partners die hen idealiseren – totdat diezelfde partners ontdekken dat perfectie niet bestaat.
Volgens Flett schuilt achter dit gedrag vaak een diepe angst voor schaamte. Perfectionisme is zelden puur ijdelheid; het is een beschermingsmechanisme. Als ik alles goed doe, kan niemand me afwijzen. Als ik niets fout doe, hoef ik mezelf niet kwetsbaar te tonen.
Voor neurodivergente mensen – bijvoorbeeld met autisme of ADHD – kan dit extra herkenbaar zijn. Hun behoefte aan voorspelbaarheid en controle is vaak groot. En in relaties, waar emoties zelden netjes te plannen zijn, leidt dat snel tot overcompensatie: te veel nadenken, te weinig voelen.
Waarom kwetsbaarheid zo eng is
Perfectionisten hebben vaak een gecompliceerde relatie met kwetsbaarheid. Ze willen verbinding, maar vermijden precies dat wat verbinding mogelijk maakt: eerlijkheid over hun angsten, twijfels en imperfecties.
Het is alsof ze zeggen: “Ik wil dat je me ziet, maar alleen mijn beste kant.”
Alleen: liefde zonder kwetsbaarheid is als een toneelstuk zonder publiek.
De Amerikaanse onderzoeker Brené Brown beschreef het mooi: “Kwetsbaarheid is geen zwakte, het is de bron van echte liefde, vreugde en verbondenheid.” Toch roept het bij perfectionisten vooral paniek op. Want wie zich kwetsbaar opstelt, loopt het risico op afwijzing – het ergste wat er is voor iemand die altijd zijn best doet om dat juist te voorkomen.
Daarom houden ze vaak hun emoties onder controle. Ze denken liever na over wat ze zouden moeten voelen dan dat ze het werkelijk toelaten. De angst voor afwijzing overschaduwt de behoefte aan nabijheid.
Het gevolg: relaties die veilig lijken, maar waarin weinig echte intimiteit groeit. Partners voelen zich niet echt gezien, niet echt betrokken. De perfectionist blijft alleen achter, vaak met de gedachte: “Zie je wel, ik ben niet goed genoeg.” Terwijl het probleem niet hun waarde is, maar hun angst om zichzelf te laten zien.
Liefde leren zonder script
Hoe kun je als perfectionist leren liefhebben zonder jezelf te verliezen in controle en verwachtingen?
Het begint met een simpele, maar moeilijke stap: mildheid.
Zelfcompassie – een begrip dat inmiddels stevig verankerd is in therapievormen zoals ACT (Acceptance and Commitment Therapy) en schema-therapie – betekent dat je jezelf behandelt zoals je een goede vriend zou behandelen. Dus niet met keiharde kritiek, maar met begrip.
In relaties betekent dat: durven falen zonder drama. Een gesprek mag mislopen. Een ruzie mag ontstaan. Je hoeft niet altijd gelijk te hebben om waardevol te zijn.
Sommige therapeuten leren perfectionisten om ‘relationeel te oefenen’: gewoon praten, luisteren, iets delen zonder te analyseren. Anderen adviseren kleine, concrete stappen – bijvoorbeeld een mening geven ook als die niet populair is, of toegeven dat je iets niet weet.
Het helpt ook om de lat iets lager te leggen in wat je verwacht van liefde. Niet elke relatie hoeft filmwaardig te zijn. En liefde is geen constante staat van harmonie, maar een voortdurend proces van afstemmen, botsen, leren en groeien.
Of, zoals een Belgische relatietherapeut het eens samenvatte: “Liefde is niet iemand vinden die perfect is, maar iemand bij wie je je imperfectie durft te tonen.”
Wat kunnen we hiervan leren?
Perfectionisten zijn niet liefdelozer dan anderen – integendeel. Ze verlangen vaak dieper, voelen intenser en geven met volle overtuiging. Maar juist die intensiteit maakt het moeilijk om ontspannen te blijven als de liefde menselijk wordt: rommelig, onvoorspelbaar en kwetsbaar.
Liefde vraagt geen perfectie. Ze vraagt aanwezigheid. Niet: “Hoe kan ik dit goed doen?” maar “Durf ik hier te zijn, met alles wat ik ben?”
Misschien is dat de volwassen vorm van liefde waar Flett over schrijft: niet streven naar een foutloze relatie, maar groeien in eerlijkheid, mildheid en verbinding.
Want wie leert houden van zichzelf – inclusief de rafelranden – heeft eindelijk iets écht te bieden. Geen perfecte liefde, maar een echte.
Flett, G. (2025, september). The Perfectionist’s Quest for Immature Love. Psychology Today.
https://www.psychologytoday.com/us/blog/perfectionism/202509/the-perfectionists-quest-for-immature-love



