In sciencefictionfilms worden robots al decennia lang begeerd of bemind – denk aan de verleidelijke androids uit Ex Machina of Her. Maar die toekomst is geen toekomst meer: kunstmatige intelligentie (AI) dringt inmiddels ook ons liefdesleven binnen. Niet als robot met glanzend chroom, maar via apps, avatars, seksrobots en virtuele partners die reageren op je stem, stemming en seksuele voorkeuren.
In een recente overzichtsstudie bekeken onderzoekers wat er de afgelopen vijf jaar (2020–2024) gepubliceerd is over AI en seksualiteit. Het resultaat? Een fascinerend en soms ongemakkelijk beeld van een wereld waarin menselijke intimiteit, technologie en ethiek steeds vaker botsen – of versmelten. Het gaat al lang niet meer alleen over porno of datingapps, maar over fundamentele vragen: Wat is verlangen? Wat betekent consent in een digitale context? En kun je verliefd worden op iets dat niet bestaat?
Seksuele robots, apps en avatars: Wat is er al mogelijk?
AI in de seksuele sfeer klinkt abstract, maar in de praktijk is het verrassend tastbaar. Er zijn grofweg drie soorten AI-toepassingen die opvallen:
- Virtuele partners en seks-chatbots: Apps waarin je een ‘liefdesrelatie’ of seksueel contact kunt aangaan met een spraakgestuurde AI. Bekend voorbeeld: Replika, een chatbot die zich aanpast aan jouw voorkeuren en emoties. In de seksuele modus (‘NSFW-mode’) stuurt hij of zij zelfs erotische berichten terug – aangepast aan jouw stijl en fantasieën.
- Seksrobots met AI-besturing: Denk aan poppen die reageren op aanraking, stem en gezichtsherkenning. Ze praten terug, kunnen ‘stemming’ aannemen en leren na verloop van tijd hoe jij benaderd wilt worden. Sommige modellen combineren fysieke interactie met gesimuleerde persoonlijkheid.
- Erotische games en VR-ervaringen: Games met AI-gestuurde personages die flirten, verleiden en reageren op je gedrag. In combinatie met haptische technologie (zoals vibrerende kleding of sensoren) worden deze ervaringen levensecht – althans, dat is de bedoeling.
Het verschil met vroegere technologie? De interactie is tweerichtingsverkeer. De AI ‘leert’ je kennen, stelt zich in op jouw gedrag, en kan verrassend overtuigend reageren. Daardoor ontstaat iets dat lijkt op intimiteit – zelfs als je alleen met jezelf op de bank zit.
Wat zegt de wetenschap er eigenlijk over?
De onderzoekers achter deze vijfjarige reviewanalyse verzamelden meer dan honderd wetenschappelijke publicaties over AI en seksualiteit. Hun doel: patronen en thema’s herkennen. Wat blijkt?
- Seksualiteit en technologie worden steeds vaker als verbonden domeinen gezien, niet als aparte werelden. AI is niet ‘erbij gekomen’, maar vormt voor veel mensen inmiddels een integraal deel van hun seksleven of seksuele ontwikkeling.
- Veel onderzoek richt zich op ethiek en risico’s, met nadruk op genderrollen, consent, machtsverhoudingen en verslaving. Er zijn zorgen over objectificatie, maar ook over emotionele afhankelijkheid van virtuele partners.
- Toepassingen kunnen emancipatoir zijn, met name voor mensen die door beperkingen, angststoornissen of stigma minder makkelijk toegang hebben tot menselijke relaties.
- Er is een grote kloof tussen commerciële toepassingen en wetenschappelijke reflectie. Terwijl bedrijven volop seksrobots en erotische AI op de markt brengen, loopt kritisch onderzoek daar ver op achter.
Opvallend: AI-seksualiteit wordt zelden als ‘raar’ of marginaal afgeschilderd. Het is eerder een spiegel van bredere maatschappelijke veranderingen – waarin technologie steeds vaker intiem terrein betreedt.
Verlangen, identiteit en consent in digitale vorm
Eén van de spannendste – en ongemakkelijkste – thema’s in het artikel is hoe AI onze ideeën over verlangen en toestemming (consent) beïnvloedt. Want als een chatbot altijd ‘ja’ zegt, is dat dan bevrijdend of problematisch? En wat zegt het over ons eigen gedrag als we juist dat aantrekkelijk vinden?
AI-systemen kunnen geslacht en gedrag aannemen op basis van je voorkeuren. Jij bepaalt of je partner ‘submissief’ of ‘dominant’ is, lief of brutaal, vrouwelijk, mannelijk of non-binair. Voor sommige mensen voelt dat als een veilige en bevrijdende ruimte om te experimenteren met identiteit of fantasieën.
Maar er is ook kritiek: sommige toepassingen programmeren stereotypen en machtsverhoudingen gewoon door. Of erger: ze versterken ze. Bijvoorbeeld als ‘virtuele consent’ verwordt tot een technische handeling zonder betekenis. De vraag is dan niet alleen wat je met AI mag doen, maar ook: wat AI met jou doet.
Neurodivergente verlangens: Meer ruimte of juist minder?
Voor neurodivergente mensen, zoals mensen met autisme of ADHD, kan AI-technologie een wereld van verschil maken – in positieve én negatieve zin. De voorspelbaarheid van een AI-partner, het ontbreken van sociale ruis, het oefenen van scripts: het zijn eigenschappen die sommige mensen juist rust en autonomie geven.
Voorbeeld: een jongvolwassene met autisme kan via een AI-chatbot leren hoe flirten werkt, zonder de stress van sociale misinterpretatie. Of een seksrobot gebruiken om lichamelijke grenzen te verkennen zonder angst voor oordeel of overprikkeling.
Maar ook hier geldt: technologie is nooit neutraal. Als AI-systemen gebaseerd zijn op neurotypische scripts, sluiten ze mensen met een andere manier van denken juist uit. Er is dus werk aan de winkel: AI kan juist inclusief zijn, maar dan moet er wel rekening gehouden worden met diversiteit – niet alleen qua gender, maar ook qua neurotype.
Kunnen we verliefd worden op een algoritme?
Het antwoord is ja – of in elk geval: het voelt soms zo. De literatuur bevat meerdere voorbeelden van mensen die zich emotioneel hechten aan een AI-partner. Sommigen spreken zelfs van verliefdheid of rouw als hun virtuele geliefde offline gaat.
Waarom dat gebeurt? Omdat ons brein niet altijd onderscheid maakt tussen ‘echt’ en ‘virtueel’ als de ervaring geloofwaardig genoeg is. Dat geldt voor fysieke prikkels, maar ook voor emotionele responsen. Als een systeem empathisch lijkt te reageren, activeert dat dezelfde gebieden in het brein als bij echte sociale interactie.
Toch waarschuwen onderzoekers voor overschatting. De liefde van AI is altijd gescript – hoe overtuigend het ook lijkt. En in tegenstelling tot mensen, leert een chatbot niet omdat hij je begrijpt, maar omdat hij geprogrammeerd is om jouw patronen te herkennen. De vraag is dus niet alleen of we verliefd kunnen worden op een algoritme, maar ook: wat zegt dat over onze behoefte aan wederkerigheid?
Wat betekent dit voor de toekomst van relaties?
Zullen we over twintig jaar massaal trouwen met onze favoriete AI? Waarschijnlijk niet. Maar de grenzen tussen technologie en intimiteit vervagen wél – en dat heeft gevolgen.
Relaties kunnen in de toekomst hybride worden: deels menselijk, deels digitaal. Bijvoorbeeld een stel dat een AI-partner toevoegt om seksuele verschillen op te vangen. Of iemand die na een traumatische ervaring eerst met een AI ‘partner’ oefent voor hij of zij weer met mensen in contact durft te komen.
Tegelijk roept dit vragen op over eenzaamheid, afhankelijkheid, en de betekenis van intimiteit. Wordt echte nabijheid lastiger als je altijd kunt terugvallen op een digitale perfectie die nooit klaagt, ruikt of ruzie maakt?
Het antwoord is niet zwart-wit. Zoals de onderzoekers terecht schrijven: AI kan ons iets leren over menselijke verlangens – juist door zijn beperkingen.
In het kort
- AI speelt een steeds grotere rol in hoe we seks en intimiteit beleven.
- Virtuele partners en seksrobots zijn al beschikbaar – met verrassend realistische interactie.
- De wetenschap onderzoekt vooral ethiek, identiteit en de invloed op ons gedrag.
- Voor neurodivergente mensen kan AI bevrijdend werken, maar ook uitsluiten.
- Intimiteit met AI roept fundamentele vragen op over liefde, consent en verbondenheid.
- De toekomst van relaties wordt waarschijnlijk menselijk én digitaal tegelijk.
Döring, N., Le, T., Vowels, L.M. et al. The Impact of Artificial Intelligence on Human Sexuality: A Five-Year Literature Review 2020–2024. Curr Sex Health Rep 17, 4 (2025). https://doi.org/10.1007/s11930-024-00397-y