Steeds meer ouders van kinderen met ADHD zoeken hun heil buiten de gebruikelijke medicatie. Dat is niet zo vreemd: middelen als Ritalin en Concerta werken vaak goed, maar niet bij iedereen, en de bijwerkingen – slapeloosheid, verminderde eetlust, prikkelbaarheid – zijn berucht. Wie “ADHD” googelt, komt dan ook al snel uit bij alternatieven: van Chinese kruiden tot acupunctuur, tuina-massage en neurofeedback.
In Oost-Aziatische landen zoals China, Korea en Japan maken deze behandelingen deel uit van de reguliere gezondheidszorg. Artsen daar combineren traditionele therapieën vaak met westerse geneeskunde, en overheden investeren in onderzoek naar de effecten. Een recente scoping review van onderzoekers Lee en Sung (2025) bracht maar liefst 198 studies samen over traditionele behandelingen voor ADHD bij kinderen en jongeren. Daarmee is het tot nu toe de meest uitgebreide inventarisatie van wat men in Oost-Azië allemaal probeert om drukke breinen tot rust te brengen.
Hun conclusie? Er gebeurt ontzettend veel – maar het wetenschappelijk bewijs is nog even rommelig als de gedachten van een kind met ADHD op maandagochtend…
Wat onderzocht dit overzicht precies?
Een scoping review is geen klassieke meta-analyse die berekent “of iets werkt”, maar een breed overzicht dat in kaart brengt wat er allemaal onderzocht is, hoe en waar. De onderzoekers bekeken publicaties uit dertien databases in vier talen: Engels, Chinees, Koreaans en Japans.
In totaal werden 198 studies gevonden, waarvan driekwart in China. De onderzochte behandelingen werden verdeeld in vijf groepen:
- Kruidenbehandelingen (104 studies)
- Acupunctuur (26 studies)
- Manuele therapie zoals pediatrische tuina-massage (7 studies)
- Overige therapieën – van neurofeedback tot mindfulness (41 studies)
- Combinaties van meerdere methoden (20 studies)
De meeste studies waren kleinschalige klinische proeven bij kinderen tussen 6 en 15 jaar. Meer dan 85% betrof gerandomiseerde gecontroleerde studies (RCT’s), maar vaak met korte behandelduur (1–3 maanden) en beperkte opvolging. Opvallend: in meer dan de helft van de onderzoeken werden bijwerkingen niet gerapporteerd.
Met andere woorden: het veld is enorm actief, maar de onderzoekskwaliteit laat te wensen over.
Kruidenformules: Natuurlijk alternatief of wetenschappelijke mist?
Het grootste deel van het onderzoek richtte zich op kruidenpreparaten – soms losse kruiden, maar meestal complexe mengsels, zoals Guipi-decocties, Anshen-ningdong-granules of Xiao’er Huanglong-drankjes. In totaal werden 104 studies beoordeeld, bijna allemaal uit China.
Ruim de helft meldde duidelijke verbeteringen in concentratie, impulscontrole en gedrag vergeleken met controlegroepen. Dat klinkt hoopvol, maar er zijn kanttekeningen:
- De onderzoeken gebruikten verschillende combinaties van kruiden, wat vergelijking bemoeilijkt.
- De gebruikte diagnosetools varieerden (soms DSM-5, soms eigen criteria).
- In bijna 50% van de gevallen werden bijwerkingen helemaal niet vermeld.
Sommige middelen, zoals extracten van saffraan (Crocus sativus), trokken ook in het Westen de aandacht. Kleine dubbelblinde studies lieten zien dat saffraan net zo effectief zou kunnen zijn als methylfenidaat bij milde ADHD, met minder bijwerkingen. Toch gaat het om kleine groepen, korte looptijden en onduidelijke doseringen.
Een bekend probleem bij kruidenonderzoek is dat de dosering, bereiding en kwaliteit per producent sterk verschillen. “Natuurlijk” betekent niet automatisch “veilig”: interacties met medicijnen komen regelmatig voor, zeker bij kruiden die invloed hebben op dopamine of serotonine.
Kortom: kruidenformules zijn interessant en sluiten aan bij een groeiende vraag naar natuurlijke therapieën, maar het wetenschappelijke bewijs is nog flinterdun.
Acupunctuur bij ADHD
Ook acupunctuur werd vaak onderzocht, meestal in combinatie met medicatie of gedragstherapie. In totaal omvatte deze categorie 26 studies, waarvan het merendeel in China.
Wat deden de onderzoekers precies? Sommige behandelden de hoofdhuid, andere het lichaam of de oren. De meeste studies gebruikten acupunctuur als aanvulling op methylfenidaat of gedragstherapie. In 71% van de gevallen rapporteerden ze betere resultaten dan bij alleen medicatie.
De verklaring ligt volgens de onderzoekers in het effect van acupunctuur op hersenactiviteit en neurotransmitters – al blijft dat grotendeels speculatief. Interessant is dat sommige studies meldden dat acupunctuur de bijwerkingen van medicatie, zoals slaapproblemen of verminderde eetlust, zou verminderen. Ook dat klinkt aantrekkelijk, maar harde data ontbreken.
Wat wel duidelijk is: acupunctuur lijkt over het algemeen veilig. Slechts een derde van de studies meldde lichte bijwerkingen (zoals blauwe plekjes of vermoeidheid).
Of acupunctuur echt helpt bij ADHD? De resultaten zijn te wisselend en de methodes te divers om dat met zekerheid te zeggen. Maar wie goed reageert op ontspanning, structuur en regelmaat, zou er in de praktijk best baat bij kunnen hebben.
Massage en tuina
In slechts zeven studies werd pediatrische tuina onderzocht – een traditionele Chinese massagevorm die vooral bij kinderen wordt gebruikt. De therapeut drukt en wrijft over specifieke meridianen en acupunctuurpunten, bedoeld om de “energie” in balans te brengen.
Hoewel dat westers gezien wat zweverig klinkt, is het idee dat aanraking en ritme de zintuiglijke verwerking kunnen reguleren niet zo vreemd. De studies lieten bij veel kinderen verbeterde concentratie en minder hyperactiviteit zien, maar ook hier waren de aantallen klein en ontbraken blinde controles.
Interessant detail: één studie liet ouders de massage zelf uitvoeren, onder begeleiding van een therapeut. Dat gaf niet alleen effect op het kind, maar ook meer rust in het gezin – een mooie bijwerking die je in geen pil vindt.
Neurofeedback en mindfulness
De categorie ‘overige therapieën’ bleek een bont gezelschap van 41 studies, met grote verschillen in aanpak. Verreweg de meeste gingen over neurofeedback: een computergestuurde training waarbij kinderen leren hun hersenactiviteit te reguleren door middel van real-time feedback op EEG-signalen.
Bij ongeveer een derde van de onderzoeken zagen de onderzoekers duidelijke verbeteringen in aandacht en impulscontrole. In andere gevallen werkte het alleen gedeeltelijk, of even goed als medicatie.
Ook mindfulness en meditatie kwamen in beeld. Kleine studies lieten zien dat ze kunnen helpen bij zelfbeheersing en stressregulatie – vooral als ouders of leerkrachten erbij betrokken zijn.
Toch waren er ook problemen: driekwart van deze onderzoeken rapporteerde géén bijwerkingen (wat op zich verdacht is), en de resultaten waren lastig te vergelijken door uiteenlopende methodes. Bovendien was het merendeel kortdurend en zonder opvolging.
Voor Nederland is dit deel van het onderzoek het meest relevant, omdat neurofeedback en mindfulness hier al breed beschikbaar zijn. Maar de boodschap blijft: wees kritisch. De technologie mag modern lijken, de bewijskracht is nog pril.
Combinatietherapie
In twintig studies werden meerdere behandelingen gecombineerd, bijvoorbeeld kruiden plus acupunctuur, of acupunctuur plus neurofeedback. In 80% van die gevallen rapporteerden de onderzoekers positieve effecten – vaak sterker dan bij één enkele methode.
Dat klinkt overtuigend, maar roept meteen een vraag op: welk onderdeel werkte dan? Zonder duidelijke controlegroepen is dat onmogelijk te zeggen. Bovendien meldde 60% van deze studies helemaal niets over bijwerkingen.
Toch sluit dit goed aan bij de dagelijkse praktijk in Oost-Azië, waar artsen verschillende therapieën combineren op basis van een “energetisch profiel”. In de westerse wetenschap leidt dat echter tot hoofdbrekens: hoe meet je iets dat per patiënt verschillend wordt toegepast?
Nederland en België
Steeds meer ouders zoeken naar manieren om hun kind te helpen zonder direct naar medicatie te grijpen. In Nederland zijn acupunctuur en bepaalde kruidenpreparaten legaal, maar vallen ze niet onder de basisverzekering. Wie ze gebruikt, doet dat dus meestal op eigen initiatief.
Wat belangrijk is om te onthouden:
- De meeste studies zijn in Azië uitgevoerd, vaak met minder strenge onderzoeksnormen dan wij gewend zijn.
- De gebruikte kruiden en mengsels zijn niet altijd beschikbaar en/of gecontroleerd op zuiverheid.
- Interacties met reguliere medicijnen zijn onvoldoende onderzocht.
Dat wil niet zeggen dat je alles moet afwijzen. Acupunctuur, mindfulness of lichte massage kunnen zeker bijdragen aan ontspanning, structuur en lichaamsbewustzijn – factoren die bij ADHD van groot belang zijn. Maar behandel ADHD niet met blind vertrouwen in het Oosten, wel met open ogen voor wat werkt, veilig is en past bij het kind.
Wie overweegt om alternatieve behandelingen te proberen, doet er goed aan dit te bespreken met de (huis)arts, vooral bij gebruik van medicatie. En kies altijd voor gecertificeerde therapeuten.
Samengevat
- Er is veelbelovend onderzoek, vooral naar kruiden, acupunctuur en neurofeedback – maar weinig hard bewijs.
- Meer dan de helft van de studies rapporteerde geen bijwerkingen, wat de betrouwbaarheid beperkt.
- Combinaties van therapieën lijken het beste te scoren, maar zijn methodologisch het lastigst te beoordelen.
- Veiligheid en standaardisatie moeten prioriteit krijgen in toekomstig onderzoek.
- Traditionele kennis kan inspireren, maar heeft moderne wetenschappelijke toetsing nodig.
Conclusie
De Oost-Aziatische geneeskunde biedt een schat aan ideeën om ADHD op een andere manier te benaderen – niet als enkel een stoornis die “weg” moet, maar als een complex samenspel van energie, aandacht en balans. Toch is het belangrijk onderscheid te maken tussen hoop en bewijs.
Of het nu gaat om een kruidenmengsel, een naald in een meridiaan of een elektrodenkap vol hersengolven: het werkt pas echt als het goed onderzocht, veilig en verantwoord toegepast wordt. Tot die tijd geldt: open geest, kritische blik.
Lee J, Sung HK. East Asian traditional medicine for attention-deficit hyperactivity disorder in children and adolescents: a scoping review. BMC Complement Med Ther. 2025 Oct 24;25(1):399. doi: 10.1186/s12906-025-05119-y. PMID: 41137076; PMCID: PMC12553229.



