Nepnieuws: Hoe ‘psychologische vaccinatie’ ons beter leert denken

Je kunt nepnieuws zien als een virus dat onze gedachten infecteert. Eén verkeerde kop of emotionele tweet kan zich razendsnel verspreiden en onze overtuigingen aantasten zonder dat we het doorhebben. Maar wat als je je brein ertegen zou kunnen inenten? Niet met een spuit, maar met kennis?

Die gedachte vormt de basis van psychologische inoculatie, ook wel prebunking genoemd. Het idee is verrassend simpel: als je mensen van tevoren laat zien hóé misleiding werkt, worden ze later minder vatbaar voor echte leugens. Net zoals een vaccin een onschadelijke versie van een virus gebruikt om het immuunsysteem te trainen, gebruikt prebunking kleine doses van manipulatie—met uitleg erbij—om het brein te wapenen tegen misinformatie.

Dat is nodig, want factchecks komen vaak te laat. Als een fabel zich eenmaal heeft vastgezet, helpt een correctie meestal niet meer. Door vooraf te leren herkennen welke trucs misleiders (en populisten) gebruiken—zoals angst zaaien, een zondebok aanwijzen of valse dilemma’s schetsen—kunnen we beter onderscheiden wat echt is en wat niet.

Het wereldwijde probleem van misinformatie

De impact van nepnieuws is niet theoretisch; het heeft de wereld al meerdere keren in brand gezet. In het Verenigd Koninkrijk braken in 2024 rellen uit nadat een vals bericht over een steekpartij door migranten viraal ging. In India leidde een WhatsApp-gerucht over kinderlokkers tot lynchpartijen. En in de Verenigde Staten geloven miljoenen mensen nog altijd dat de presidentsverkiezingen van 2020 “gestolen” zijn—een overtuiging die mede de bestorming van het Capitool voedde.

Misinformatie kan ook subtieler zijn: een verdraaide grafiek over klimaatverandering, een ‘expert’ met nepcredentials, of een emotioneel filmpje over vaccins. De gevolgen zijn groot: lagere vaccinatiebereidheid, meer wantrouwen in wetenschap en media, en groeiende polarisatie.

Ook Nederland en België zijn niet immuun. Denk aan complotten rond stikstof, 5G of de farmaceutische industrie. En met de opkomst van generatieve AI en deepfakes—beelden en stemmen die niet van echt te onderscheiden zijn—wordt het nog moeilijker om de waarheid te herkennen. Geen wonder dat de Verenigde Naties melden dat 85% van de wereldbevolking zich zorgen maakt over misinformatie.

Kun je je brein trainen tegen misleiding?

Volgens onderzoekers wel. Psychologische inoculatie werkt omdat het inspeelt op onze denkprocessen. Als we snappen waarom iets manipulatief is, herkennen we het patroon sneller de volgende keer.

Stel dat je in een korte video leert hoe de ‘whataboutism’-truc werkt (“ja maar, wat dan met…”). Of je speelt een online game waarin je zelf misleidende berichten moet verspreiden om te zien hoe gemakkelijk mensen erin trappen. Zulke ‘mentale vaccins’ oefenen je brein om signalen van misleiding te detecteren voordat ze schade aanrichten.

Belangrijk is dat deze aanpak preventief is: je leert niet om achteraf te corrigeren, maar om vooraf beter te herkennen. In tegenstelling tot algemene mediatraining—die vaak tijdrovend is—zijn deze interventies kort, concreet en schaalbaar. Een paar minuten kan al effect hebben.

Het grote onderzoek: 33 experimenten, 37.000 deelnemers

Om te testen of deze aanpak echt werkt, heranalyseerden psychologen Almog Simchon en collega’s van universiteiten in Israël, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland maar liefst 33 experimenten met in totaal 37.000 deelnemers. Ze gebruikten daarvoor een geavanceerd model uit de signaaldetectietheorie—een methode die onderscheid maakt tussen discriminatie (kun je verschil zien tussen echt en nep?) en response bias (ben je te goedgelovig of juist te sceptisch?).

Veel eerdere studies keken alleen naar gemiddelde scores op vragenlijsten, maar dat kan misleidend zijn. Iemand die “twijfelachtig” antwoordt op alles lijkt misschien kritisch, maar maakt in feite geen onderscheid. Door data op individueel niveau en met Bayesiaanse modellen te analyseren, konden de onderzoekers preciezer zien wat er werkelijk veranderde na een prebunking-interventie.

De onderzochte interventies varieerden van video’s tot online games zoals Bad News en Go Viral!, waarin spelers leren misinformatie te herkennen door tijdelijk zelf “de misleider” te spelen.

Resultaten: scherper onderscheid, niet wantrouwiger

De uitkomst was duidelijk én geruststellend: mensen werden beter in het herkennen van misleidende informatie, maar níét wantrouwiger tegenover echte nieuwsberichten. Hun vermogen om onderscheid te maken tussen waar en onwaar verbeterde, terwijl hun algemene neiging om alles te wantrouwen gelijk bleef.

Met andere woorden: prebunking maakt je niet cynisch, maar juist scherpzinnig.

De onderzoekers zagen dit effect in alle soorten interventies—zowel video’s als games—en in verschillende landen. Daarmee is het bewijs sterk dat deze aanpak wereldwijd werkt. Het gaat dus niet om “alles wantrouwen”, maar om gericht leren herkennen van misleidingstechnieken zoals valse dilemma’s, emotionele framing of valse experts.

Wat zegt dit over vertrouwen in media en wetenschap?

Sommige critici vreesden dat zulke interventies mensen juist méér zouden doen twijfelen aan betrouwbare informatiebronnen. Want als je leert dat je gemanipuleerd kúnt worden, ga je dan niet alles in twijfel trekken?

Het tegendeel blijkt waar. Volgens deze meta-analyse neemt het vertrouwen in betrouwbare nieuwsbronnen niet af—soms stijgt het zelfs licht. Mensen ontwikkelen dus geen “chronisch wantrouwen”, maar een gekalibreerd vertrouwen: ze leren beter inschatten wie of wat geloofwaardig is.

Dat is belangrijk, want in een tijd waarin “ik geloof er niets meer van” bijna een badge van eer lijkt, hebben we juist behoefte aan nuance. Gezonde scepsis is goed, maar blinde cynische twijfel maakt ons even kwetsbaar als goedgelovigheid.

Hoe games en video’s kunnen helpen

De kracht van gamified inoculatie zit in de ervaring. In de game Bad News kruip je bijvoorbeeld in de huid van een nepnieuwsmaker. Je verdient volgers door desinformatie slim te verspreiden—tot je beseft hoe makkelijk dat gaat. Achteraf blijkt dat spelers die dit deden, beter in staat zijn echte misleiding te herkennen.

Ook korte video’s, zoals de prebunking-campagnes van YouTube en Google, blijken effectief. In advertenties van minder dan een minuut leren kijkers manipulatieve technieken herkennen. Dat werkt, zelfs als mensen niet weten dat ze deelnemen aan een experiment.

Voor scholen, nieuwsmedia en overheidscampagnes biedt dit interessante kansen. Een quiz of korte game is laagdrempelig, leuk en veel beter schaalbaar dan traditionele mediatraining.

Nederland en België

In Nederland en België groeit de aandacht voor digitale geletterdheid, maar de meeste programma’s richten zich nog op het controleren van feiten, niet op het herkennen van trucs. Prebunking kan daar verandering in brengen.

Onderwijsinstellingen kunnen bijvoorbeeld gebruikmaken van bestaande gratis tools zoals Bad News (ontwikkeld met steun van de Universiteit van Cambridge) of Go Viral! (gericht op gezondheid en klimaat). Ook nieuwsorganisaties en gemeenten zouden hun lezers of burgers kunnen trainen met mini-games of korte video’s die uitleggen hoe framing en polarisatie werken.

Bovendien zou prebunking een nuttig instrument kunnen zijn tegen complotdenken, dat ook in Nederland en België toeneemt. In plaats van mensen achteraf te corrigeren, leer je ze vooraf herkennen hoe misleiding eruitziet.

Nepnieuws is niet zomaar iets wat “anderen” overkomt. Zelfs goed opgeleide, kritische mensen kunnen erin trappen. Sommige fabels zijn zó hardnekkig dat ze, ondanks talloze weerleggingen, jarenlang blijven rondzingen. Hieronder een greep uit de bekendste voorbeelden wereldwijd én dichter bij huis:

  • De ‘gestolen’ Amerikaanse verkiezing (2020): Nog altijd gelooft een groot deel van de Amerikaanse Republikeinen dat de verkiezing van Joe Biden vervalst werd, ondanks tientallen rechtszaken, hertellingen en onafhankelijke onderzoeken die het tegendeel bewezen.
  • Vaccins veroorzaken autisme: Deze mythe ontstond in 1998 door een vervalst onderzoek van Andrew Wakefield, dat later werd ingetrokken. Toch leeft het idee bij miljoenen mensen voort en blijft het wereldwijd vaccinatiecampagnes ondermijnen.
  • De ‘Great Replacement’-theorie: Een complot dat beweert dat Europese bevolkingen “opzettelijk” worden vervangen door migranten. De theorie inspireerde verschillende gewelddadige aanslagen en is nog steeds populair in extreemrechtse kringen.
  • 5G-straling en corona: Tijdens de pandemie geloofden sommigen dat 5G-masten het coronavirus verspreidden. In Nederland en België werden tientallen zendmasten in brand gestoken uit angst voor deze fictieve dreiging.
  • Chemtrails aan de hemel: De witte strepen achter vliegtuigen zouden volgens sommigen bestaan uit chemische stoffen waarmee overheden het weer of zelfs de bevolking manipuleren. Er is geen enkel wetenschappelijk bewijs voor, maar het idee blijft rondzingen op sociale media.
  • De ‘plandemie’: Het idee dat COVID-19 geen toevallig virus was, maar een gepland middel om wereldwijde controle uit te oefenen. Documentaires met deze boodschap kregen miljoenen views, ondanks talrijke factchecks.
  • Klimaat: Ondanks een overweldigende wetenschappelijke consensus dat de huidige snelle opwarming van de aarde losstaat van de natuurlijke, langzame cyclus, blijft een minderheid geloven dat de mens daarin geen rol speelt. Sommige politici en influencers voeden die twijfel actief.
  • QAnon: Een bizar complot dat beweert dat een geheime elite van pedofiele satanisten de wereld bestuurt en dat Donald Trump in het geheim tegen hen vecht. Ondanks meerdere ontmaskeringen geloven nog steeds honderdduizenden mensen in deze fictieve beweging.
  • Kinderdieven via WhatsApp in India: In 2018 en 2019 gingen via WhatsApp geruchten rond over bendes die kinderen zouden ontvoeren. De berichten waren verzonnen, maar leidden tot lynchpartijen waarbij tientallen onschuldige mensen omkwamen.
  • “Migranten krijgen alles gratis”: Een populaire mythe in Europa, vaak verspreid via Facebookgroepen. De werkelijkheid is heel wat complexer.
  • Deepfake-politici: In 2024 doken meerdere AI-gegenereerde video’s op waarin politici zogenaamd schokkende uitspraken deden. Hoewel de beelden later nep bleken, waren ze miljoenen keren gedeeld voordat de correcties verschenen.

Kortom: misinformatie overleeft niet omdat ze waar klinkt, maar omdat ze slim inspeelt op emoties, angsten en groepsgevoel. En precies daartegen werkt psychologische inoculatie—door mensen te leren hoe zulke trucs eruitzien, nog vóór ze ermee besmet raken.

De toekomst van ‘mentale vaccinatie’

De conclusie van Simchon en collega’s is hoopvol: psychologische inoculatie werkt, en het werkt zonder bijwerkingen. Maar er is nog werk aan de winkel. We weten bijvoorbeeld nog weinig over hoe lang het effect aanhoudt en hoe goed het werkt bij mensen met verschillende opleidingsniveaus of culturele achtergronden.

Een andere uitdaging is de opkomst van deepfakes en AI-gegenereerde content. Waar het vroeger ging om valse teksten, hebben we nu ook te maken met geloofwaardige video’s en stemmen. Nieuwe generaties mentale vaccins zullen dus ook daarop moeten inspelen.

Toch blijft de kern hetzelfde: wie begrijpt hoe misleiding werkt, is minder vatbaar voor leugens. In een tijd waarin algoritmes en AI ons wereldbeeld steeds sterker sturen, is dat misschien wel de belangrijkste vorm van immuniteit die we kunnen ontwikkelen.

Simchon, A., Zipori, T., Teitelbaum, L., Lewandowsky, S., & van der Linden, S. (2025). A signal detection theory meta-analysis of psychological inoculation against misinformation. Current Opinion in Psychology, 67, 102194.
https://doi.org/10.1016/j.copsyc.2025.102194

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *