Van zonlicht tot zenuwcellen – wat vitamine D doet in je lichaam

Vitamine D staat vooral bekend als de ‘botvitamine’. Maar ondertussen weten wetenschappers dat deze zonnevitamine een stuk meer doet dan alleen kalk in je botten vastleggen. Vitamine D3 – de actieve vorm die ons lichaam zelf maakt onder invloed van zonlicht – blijkt een soort multitasker te zijn. Ze helpt niet alleen het immuunsysteem in balans te houden, maar ook je hart, spieren én hersenen gezond te houden.

In je huid wordt onder invloed van uv-B-licht een voorloperstof omgezet in vitamine D3. Daarna reist die via het bloed naar je lever en nieren, waar ze wordt omgevormd tot haar actieve vorm. Die actieve vorm kan zelfs in de hersenen worden aangemaakt. Dat is bijzonder, want het betekent dat hersencellen zelf kunnen bepalen hoeveel vitamine D ze gebruiken.

Daar, in het brein, werkt vitamine D als een soort dirigent die de communicatie tussen zenuwcellen regelt. Ze beïnvloedt genen die belangrijk zijn voor groei, herstel en signaaloverdracht. Zo helpt ze bij de vorming van nieuwe verbindingen tussen zenuwcellen – de basis voor leren en geheugen. En dat is nog maar één van de vele taken die deze zonvitamine op zich neemt.

Breinvriend of bijrol? De ontdekking van vitamine D als neurobeschermer

Jarenlang dachten onderzoekers dat vitamine D vooral belangrijk was voor sterke botten en tanden. Pas de laatste twee decennia ontdekten ze dat ook hersencellen ‘vitamine D-receptoren’ hebben – antennes waarmee ze het hormoonachtige stofje kunnen opvangen. Die receptoren zitten overal: in de hippocampus (waar herinneringen worden opgeslagen), in de prefrontale cortex (waar je beslissingen neemt) en zelfs in de kleine hersenen.

Wat blijkt? Mensen met een lage vitamine-D-spiegel scoren gemiddeld slechter op cognitieve testen en hebben vaker last van concentratieproblemen of vergeetachtigheid. Dat geldt niet alleen voor ouderen: ook bij jonge mensen met een chronisch tekort zijn subtiele effecten meetbaar. Toch is het bewijs nog niet keihard. Niet elk onderzoek laat hetzelfde resultaat zien, deels omdat de manier van meten verschilt. Maar één lijn is duidelijk: een tekort is nooit gunstig.

De interesse in vitamine D als ‘neurobeschermer’ groeide verder toen bleek dat het ontstekingen in de hersenen kan afremmen. Het beïnvloedt het gedrag van microglia – de opruimcellen van het brein – zodat ze minder agressief reageren. En het zorgt ervoor dat zenuwcellen beter bestand zijn tegen stress. Vooral in donkere winters, waarin de zon in Nederland en België nauwelijks krachtig genoeg is om vitamine D aan te maken, kan dat verschil maken.

Hoe vitamine D hersenveroudering tegengaat

Veroudering van het brein gaat vaak samen met subtiele ontstekingen, schade door vrije radicalen en een verminderde doorbloeding. Vitamine D speelt in al die processen een rol. Ze houdt de calciumhuishouding in zenuwcellen stabiel – te veel calcium kan schadelijk zijn – en zet genen aan die antioxidanten aanmaken. Dat voorkomt dat hersencellen langzaam ‘roesten’.

Een ander interessant effect: vitamine D lijkt invloed te hebben op telomeren – de beschermende uiteinden van ons DNA die korter worden naarmate we ouder worden. Kortere telomeren worden in verband gebracht met snellere veroudering. In een jaar durend onderzoek bij ouderen met milde geheugenproblemen bleek dat vitamine-D-suppletie niet alleen de telomeren verlengde, maar ook de concentratie van oxidatieve stressmarkers verlaagde. Hun geheugen ging er bovendien iets op vooruit.

Dat betekent niet dat een potje supplementen je hersenen jong houdt, maar het ondersteunt wel het idee dat een goede vitamine-D-status onderdeel is van ‘gezond ouder worden’. Samen met beweging, slaap en voeding vormt het een beschermend netwerk tegen cognitieve achteruitgang.

Parkinson, Alzheimer en autisme

De neuroprotectieve werking van vitamine D is het duidelijkst onderzocht bij drie aandoeningen: Parkinson, Alzheimer en autisme.

Bij Parkinson speelt de afbraak van dopamineneuronen in de hersenstam een hoofdrol. Die neuronen hebben opvallend veel vitamine-D-receptoren. Dieronderzoek laat zien dat vitamine D deze cellen beschermt tegen ontsteking en oxidatieve stress. Kleine klinische studies tonen aan dat suppletie de motoriek iets kan verbeteren, vooral als het gecombineerd wordt met bestaande therapieën zoals deep-brain-stimulatie. Toch zijn de groepen vaak klein, waardoor voorzichtigheid geboden is.

Bij Alzheimer is het verhaal breder. Vitamine D blijkt het ophopen van het giftige amyloïde-eiwit te kunnen verminderen, dat verantwoordelijk is voor de beruchte plaques in het brein. In één onderzoek verbeterde een jaar lang dagelijks vitamine-D-gebruik het geheugen en verminderde het amyloïd in het bloed. Ook verlengde het – opnieuw – de telomeren, wat past bij een vertraging van cellulaire veroudering.

Verder hebben onderzoekers ontdekt dat een bepaald transporteiwit, het zogeheten vitamine-D-binding protein, direct aan amyloïde kan binden en het onschadelijk maken. Dat opent interessante perspectieven voor nieuwe behandelingen, al is dat voorlopig nog toekomstmuziek.

Bij autisme ligt de nadruk meer op ontwikkeling dan op degeneratie. Hier gaat het om hersenen die anders bedraden, niet om hersenen die aftakelen. Toch duiken ook hier opvallende verbanden op. Kinderen met autisme hebben vaak lagere vitamine-D-spiegels. In een dubbelblind onderzoek bij 43 kinderen verbeterden gedrag en sociale communicatie na 15 weken suppletie.

Vitamine D en het immuunsysteem van de hersenen

Je hersenen hebben een eigen immuunsysteem dat nauw samenwerkt met het afweersysteem van de rest van je lichaam. In dat systeem speelt vitamine D een sleutelrol. Het zorgt ervoor dat ontstekingsreacties niet doorslaan en helpt microglia – de schoonmaakploeg van het brein – om schadelijke stoffen op te ruimen zonder gezond weefsel te beschadigen.

Bij multiple sclerose (MS), een aandoening waarbij het immuunsysteem de isolatielaagjes van zenuwen aanvalt, lijkt dit mechanisme uit balans. Mensen met lage vitamine-D-waarden hebben vaker een terugval. Suppletie kan de activiteit van bepaalde ontstekingsgenen afremmen en DNA-herstelenzymen activeren. In sommige studies bleken MS-patiënten die hun vitamine-D-spiegel op peil hielden, minder vaak nieuwe ontstekingshaarden te ontwikkelen op hersenscans.

Een ander interessant verband: vitamine D beïnvloedt de balans tussen verschillende typen afweercellen, zoals Th1-, Th2- en Treg-cellen. Dat klinkt technisch, maar simpel gezegd betekent het dat het immuunsysteem wat minder ‘aanvalt’ en wat meer ‘kalmeert’. Voor mensen die kampen met vermoeidheid, hersenmist of pijn bij MS kan dat merkbaar zijn.

Tekort? Dat komt vaker voor dan je denkt

Wie denkt dat een tekort aan vitamine D alleen voorkomt bij ouderen of mensen met donkere huid, vergist zich. In Nederland en België heeft naar schatting 40 tot 60 procent van de bevolking in de winter een te lage waarde. Dat komt doordat de zon tussen oktober en maart te laag staat om voldoende vitamine D aan te maken. Ook mensen die veel binnen werken, bedekkende kleding dragen of zonnebrand gebruiken, maken minder aan.

De aanbevolen hoeveelheid verschilt per land en organisatie, maar komt meestal neer op 10 tot 25 microgram (400 tot 1000 IE) per dag voor volwassenen. Ouderen, zwangeren en mensen met een donkere huid krijgen vaak het advies om het hele jaar door een supplement te gebruiken.

Te veel kan ook: langdurig boven 100 microgram per dag kan leiden tot te veel calcium in het bloed, met klachten als misselijkheid of hartritmestoornissen.

Ten slotte

Je hoeft niet per se elke dag in de zon te liggen om genoeg vitamine D te krijgen. Een kwartier tot een halfuur buiten met onbedekte handen en gezicht is in de zomer vaak genoeg. In de winter is aanvulling via voeding of supplementen verstandig.

Vette vis zoals zalm, makreel en haring bevat van nature veel vitamine D. Ook eieren en verrijkte margarine leveren een beetje. Vegetariërs en veganisten zijn dus extra aangewezen op supplementen.

Verder blijkt dat vitamine D het beste werkt in combinatie met andere gezonde gewoontes: voldoende beweging, slaap, omega-3-vetzuren en een gevarieerd dieet. Samen versterken ze elkaar in het beschermen van je hersenen tegen stress en veroudering.

Pietruszkiewicz J, Mrozek K, Zwierz M, Wińska A, Suprunowicz M, Oracz AJ, Waszkiewicz N. The Neuroprotective Potential of Vitamin D3. Nutrients. 2025 Oct 12;17(20):3202. doi: 10.3390/nu17203202. PMID: 41156455; PMCID: PMC12566728.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *