Autisme: een andere kijk op diversiteit en inclusie

Is autisme een stoornis die behandeld moet worden? Volgens professor Ilse Noens, een expert in orthopedagogiek, kan autisme ook op een heel andere manier worden benaderd. In het wetenschappelijk onderzoek naar autisme heeft er de afgelopen tien jaar een paradigmaverschuiving plaatsgevonden, waarbij steeds meer onderzoekers het perspectief van neurodiversiteit hanteren.

Neurodiversiteit verwijst naar het idee dat we allemaal verschillend zijn in hoe we de wereld ervaren, denken, leren, voelen en reageren. Het kan worden vergeleken met andere vormen van diversiteit, zoals genderdiversiteit en culturele diversiteit. Vanuit dit perspectief wordt autisme, evenals andere neurodiverse eigenschappen zoals ADHD en dyslexie, niet beschouwd als een stoornis, maar als een uiting van neurodiversiteit, oftewel neurodivergentie.

Neurodivergentie gaat gepaard met specifieke kwetsbaarheden, maar ook met unieke talenten. In een samenleving die voornamelijk is afgestemd op de behoeften van de neurotypische meerderheid, ervaren neurodivergente mensen vaak problemen. Misschien ligt de oplossing voor deze problemen niet zozeer bij het individu, maar juist bij de samenleving zelf.

Het concept van neurodiversiteit ontstond al in de jaren negentig en vond aanvankelijk vooral weerklank in online gemeenschappen. In de afgelopen tien jaar is dit perspectief echter breder geaccepteerd en heeft het bijvoorbeeld invloed gekregen op projecten binnen de KU Leuven en andere organisaties. Zowel onderzoeksprojecten als projecten gericht op hulpverlening, onderwijs en de werkvloer worden nu geïnspireerd door het neurodiversiteitsperspectief.

Het is belangrijk om op te merken dat autisme in vele vormen en gradaties voorkomt. Mensen met autisme kunnen een normaal of hoog IQ hebben, terwijl anderen zwakbegaafd zijn. Sommigen vallen direct op als autistisch, terwijl anderen hun autisme goed kunnen verbergen. Het stigma rondom autisme is groot, waardoor sommige mensen er zelfs niet voor durven uit te komen en anderen niet eens weten dat ze autistisch zijn.

Volgens psychiatrische handboeken is autisme een ontwikkelingsstoornis die wordt gekenmerkt door problemen in sociale communicatie en rigide, repetitief gedrag, en specifieke interesses. Deze kenmerken moeten invloed hebben op het dagelijks leven. De nadruk ligt dus op problemen en beperkingen.

In de hulpverlening wordt autisme vaak nog steeds vanuit een biomedisch perspectief benaderd. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het gebruik van de term ‘Autisme Spectrum Stoornis’ (ASS). Vanuit het perspectief van neurodiversiteit verdient de term ‘autisme’ echter de voorkeur, omdat dit meer ruimte biedt voor verschillende perspectieven en de term is die veel mensen met autisme zelf prefereren.

Lees hier het volledige artikel,”Een andere kijk op autisme: geen labels, minder drempels” van de KU Leuven.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *