De huidige benadering van ADHD ziet het vooral als een probleem van verminderde zelfregulatie door wat bekend staat als executieve disfunctie. Dit kan leiden tot aanzienlijke beperkingen in het leven van een individu. Maar wat betekent dit nu precies?
Executieve functies zijn essentieel voor het menselijk functioneren en ontwikkelen zich gedurende ons leven. Deze functies stellen ons in staat tot zelfregulatie: het vermogen om ons eigen gedrag en onze emoties te beheersen en aan te passen aan verschillende situaties. Denk aan het gebruik van een wekker – het zetten ervan en het besluiten niet meer nodig te hebben omdat je al wakker bent, is een voorbeeld van zelfregulatie.
Het vaststellen van een diagnose ADHD is complex en de grenzen kunnen als willekeurig worden ervaren.
Bij personen met ADHD is er sprake van een achterstand in het ontwikkelen en efficiënt gebruiken van deze zelfregulatiecapaciteiten. Dit manifesteert zich in problemen zoals slecht tijdmanagement, desorganisatie, en een neiging tot uitstelgedrag. Deze kenmerken plaatsen individuen met ADHD vaak aan de minder functionele kant van het continuüm van executief functioneren.
De bevindingen suggereren dat de problemen gerelateerd aan ADHD meer een kwestie van gradaties zijn dan een specifiek, afgebakend probleem.
Recent onderzoek toont aan dat ADHD-symptomen en de kwaliteit van leven van kinderen op een continuüm liggen. In een studie met bijna tweeduizend kinderen bleek dat naarmate de symptomen van ADHD toenamen, de kwaliteit van leven voorspelbaar afnam. Kinderen met weinig tot geen symptomen vertoonden een hoge kwaliteit van leven, terwijl die met veel symptomen aanzienlijk lagere scores hadden.
De diagnostische grens
Het vaststellen van een diagnose ADHD is complex en de grenzen kunnen als willekeurig worden ervaren. Net zoals bij medische condities zoals hypertensie, worden er binnen de gezondheidszorg diagnostische drempels vastgesteld op basis van symptomen, geverifieerd door verstoringen in het functioneren en andere criteria.
Een dimensionale kijk op ADHD
De bevindingen suggereren dat de problemen gerelateerd aan ADHD meer een kwestie van gradaties zijn dan een specifiek, afgebakend probleem. Dit benadrukt dat de scheidslijn voor de diagnose van ADHD niet als een rigide, definitieve grens moet worden gezien, maar eerder als een spectrum waarop de ernst van de symptomen varieert. Dit biedt een breder perspectief op de uitdagingen waarmee mensen met ADHD-kenmerken die onder de diagnostische drempel vallen, kunnen kampen.
Zoals de filosoof Edmund Burke opmerkte over de overgang van dag naar nacht, er is geen duidelijke grens, maar toch is er onmiskenbaar een verschil. Deze analogie kan ook toegepast worden op ADHD, waar de overgangen in symptomen soms subtiel maar significant zijn.
Deze dimensionale benadering van ADHD helpt bij het begrijpen van de complexiteit en diversiteit van ervaringen van mensen met ADHD, en benadrukt het belang van een flexibele, persoonlijke benadering in zowel diagnose als behandeling. Het laat zien dat ADHD niet enkel een ‘ding’ is dat je hebt, maar een aspect van menselijk functioneren dat varieert over een breed spectrum.

Arildskov, TW et al. (2024). Is ADHD een dimensie of een categorie? Wat vertelt de relatie tussen ADHD-kenmerken en psychosociale kwaliteit van leven ons? Journal of Attention Disorders , online voordat het gedrukt wordt. https://doi.org/10.1177/10870547231222228