DSM-5

Wat is de DSM?

De Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) is een handleiding die veel wordt gebruikt door professionals in de geestelijke gezondheidszorg, met name in de Verenigde Staten, voor de diagnose van veel geestelijke aandoeningen. De DSM wordt uitgegeven door de American Psychiatric Association en is sinds de eerste uitgave in 1952 meerdere keren herzien. De meest recente editie is de vijfde, ook wel de DSM-5, die in 2013 werd gepubliceerd.

Hoe de DSM wordt gebruikt

De DSM bevat beschrijvingen van psychische aandoeningen, variërend van angst- en stemmingsstoornissen tot middelenmisbruik- en persoonlijkheidsstoornissen. Deze aandoeningen worden ingedeeld in categorieën zoals depressieve stoornissen, angststoornissen en schizofreniespectrumstoornissen. Elke categorie bevat een set diagnostische criteria – lijsten van symptomen en richtlijnen die psychiaters en andere gezondheidswerkers gebruiken om te bepalen of een patiënt aan de criteria voor een of meer diagnostische categorieën voldoet.

Voor de diagnose van een depressieve stoornis, bijvoorbeeld, stelt de huidige DSM dat een persoon ten minste vijf van een lijst van negen symptomen moet vertonen (waaronder een sombere stemming en verminderd plezier) gedurende een periode van twee weken. De symptomen moeten ook “klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in sociaal, beroepsmatig of ander belangrijk functioneren” veroorzaken.

Evolutie van de DSM door de jaren heen

Sinds de eerste publicatie in 1952 is de DSM voortdurend geëvolueerd. De oorspronkelijke DSM, die 106 stoornissen beschreef, was gebaseerd op de beschikbare kennis en praktijk in de psychiatrie van die tijd. In de jaren 1970 bracht de DSM-III een belangrijke verschuiving teweeg door een meer empirische benadering te introduceren, gebaseerd op gedetailleerde onderzoeksgegevens. Een historisch significante verandering vond plaats in 1973, toen homoseksualiteit werd verwijderd als een vorm van geestelijke aandoening.

De DSM-5, gepubliceerd in 2013, bracht ook belangrijke wijzigingen met zich mee, zoals de herclassificatie van autisme en de introductie van nieuwe stoornissen zoals binge eating disorder.

Voordelen van de DSM

De DSM biedt verschillende voordelen. Ten eerste creëert het een gemeenschappelijke taal voor het beschrijven van geestelijke aandoeningen, wat essentieel is voor consistentie, aangezien diagnoses voornamelijk gebaseerd zijn op symptomen en familiegeschiedenis in plaats van op objectieve metingen zoals bloedtests of hersenscans.

Daarnaast maakt de DSM het mogelijk om behandelingen voor geestesziekten te bestuderen. Wanneer mensen geestelijke gezondheidsdiensten bezoeken, hebben professionals een leidraad nodig om te bepalen welke behandelingen het beste passen bij specifieke symptomen. Diagnoses helpen ook bij het faciliteren van onderzoek naar de oorzaken van geestelijke aandoeningen. Bijvoorbeeld, als onderzoek in Peru een verband legt tussen depressie en armoede, is een gemeenschappelijk begrip van depressie nodig om soortgelijke verbanden in andere landen te onderzoeken.

Kritiek op de DSM

Ondanks de voordelen is er ook kritiek op de DSM. Sommige deskundigen menen dat de categorisering van symptomen in de DSM niet altijd overeenkomt met biologische realiteiten, wat het begrip van geestelijke aandoeningen kan belemmeren. Er is weinig bewijs dat de DSM-categorieën corresponderen met duidelijke biologische entiteiten. Dit kan het psychologisch onderzoek en de ontwikkeling van effectieve behandelingen beperken.

Een ander kritiekpunt is dat de DSM te veel nadruk legt op categorische diagnoses, terwijl veel psychische problemen beter begrepen kunnen worden als continuïteiten. Dit betekent dat iemand bijvoorbeeld in meer of mindere mate angstig kan zijn, in plaats van simpelweg wel of geen angststoornis te hebben.

De DSM-5: Huidige categorieën en wijzigingen

De DSM-5 bevat een uitgebreide lijst van stoornissen, georganiseerd in hoofdstukken zoals neurobiologische ontwikkelingsstoornissen, schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, bipolaire en gerelateerde stoornissen, depressieve stoornissen, angststoornissen, obsessieve-compulsieve en gerelateerde stoornissen, trauma- en stressorgerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen, en vele anderen.

Een belangrijke verandering in de DSM-5 is de eliminatie van het multi-axiale systeem, dat clinici verplichtte om elke cliënt te beoordelen volgens criteria anders dan hun hoofdpsychologische stoornis. Andere belangrijke wijzigingen zijn onder meer de herclassificatie van autisme en Asperger’s stoornis onder de overkoepelende term “autismespectrumstoornis” en het creëren van een aparte groep voor obsessieve-compulsieve stoornissen in plaats van deze onder angststoornissen te laten vallen.

Kritiek op de DSM-5

De DSM-5 heeft ook controverse veroorzaakt. Sommige professionals, zoals Allen Frances, voormalig voorzitter van de DSM-IV Task Force, hebben kritiek geuit op wat zij beschouwen als te ambitieuze en slecht uitgevoerde wijzigingen. Hij vreest dat deze wijzigingen kunnen leiden tot misdiagnoses en overbehandeling, vooral bij kinderen.

Bijvoorbeeld, het opnemen van rouw als een criterium voor de diagnose van een depressieve stoornis heeft geleid tot bezorgdheid over pathologisering van normaal verdriet. Andere zorgen betreffen het diagnosticeren van normaal vergeetachtigheid bij ouderen als een milde neurocognitieve stoornis en de introductie van gedragsverslavingen.

Alternatieve diagnostische handboeken

Naast de DSM zijn er andere diagnostische handboeken zoals de International Classification of Diseases (ICD), uitgegeven door de Wereldgezondheidsorganisatie. De ICD bevat diagnostische codes die worden gebruikt voor het bijhouden van incidentie- en prevalentiecijfers, evenals voor ziektekostenverzekering.

Andere alternatieven zijn onder meer de Psychodynamic Diagnostic Manual (PDM), het Hiërarchisch Taxonomisch Systeem voor Psychopathologie (HiTOP), Research Domain Criteria (RDoC) en het Power Threat Meaning Framework (PTMF). Het HiTOP-model bijvoorbeeld, biedt een dimensionale benadering waarbij psychische aandoeningen op een continuüm worden gezien, wat nuttig kan zijn voor zowel diagnostiek als onderzoek.

Conclusie

De DSM speelt een cruciale rol in de geestelijke gezondheidszorg door een gemeenschappelijke taal en structuur te bieden voor de diagnose en behandeling van psychische aandoeningen. Ondanks de vele voordelen zijn er ook kritieken en alternatieven die meer dimensionale en contextuele benaderingen bieden. De voortdurende evolutie en discussie rondom de DSM benadrukken de complexiteit van geestelijke gezondheid en de noodzaak voor voortdurende evaluatie en aanpassing van diagnostische criteria.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *