Kleurstoffen zijn wijdverspreid in ons dagelijks leven. Ze worden vaak gebruikt om voedingsmiddelen aantrekkelijker te maken, vooral voor kinderen. Hoewel deze kleurstoffen op het eerste gezicht onschuldig lijken, heeft recent onderzoek van de California Office of Environmental Health Hazard Assessment (OEHHA) aangetoond dat ze mogelijk schadelijke effecten kunnen hebben op de aandacht en het gedrag van kinderen. Dit artikel bespreekt de bevindingen van dat onderzoek en de implicaties voor ouders en opvoeders.
Achtergrondinformatie
Voedselkleurstoffen worden al sinds mensenheugenis gebruikt om voedselproducten aantrekkelijker te maken. Denk aan de felgekleurde snoepjes, frisdranken en zelfs sommige medicijnen.
Sinds de jaren ’70 zijn er zorgen geuit over de mogelijke invloed van deze kleurstoffen op het gedrag van kinderen, vooral bij kinderen met ADHD. Deze zorgen hebben geleid tot verschillende onderzoeken, waarvan de resultaten vaak gemengd waren. De recente systematische review door OEHHA heeft deze zorgen opnieuw onder de aandacht gebracht door enig bewijs te presenteren van zowel menselijke als dierstudies.
Onderzoeksbevindingen
De OEHHA-review omvatte 27 klinische studies waarin kinderen werden blootgesteld aan bepaalde voedselkleurstoffen. Van deze studies waren er 25 challenge-studies, waarbij kinderen bewust werden blootgesteld aan de kleurstoffen om de effecten op hun gedrag te observeren. Het merendeel van deze studies was dubbelblind en gerandomiseerd, wat betekent dat zowel de onderzoekers als de deelnemers niet wisten of ze de kleurstof of een placebo kregen.
Van de 25 challenge-studies toonden 16 studies (64%) enige vorm van positief verband tussen blootstelling aan voedselkleurstoffen en gedragsproblemen bij kinderen. In 13 studies (52%) was dit verband statistisch significant. Deze gedragsproblemen varieerden van verhoogde hyperactiviteit tot aandachtsproblemen.

Ouderrapportages waren consistent in het tonen van een verband, terwijl lerarenrapportages minder vaak een duidelijk verband aangaven.
Dierstudies
Naast menselijke studies heeft OEHHA ook een uitgebreide review gedaan van dierstudies. Deze studies toonden vergelijkbare effecten aan, waarbij blootstelling aan synthetische voedselkleurstoffen leidde tot gedragsveranderingen bij laboratoriumdieren. De dieren werden blootgesteld aan de kleurstoffen tijdens verschillende ontwikkelingsfasen, van prenatale tot volwassen stadia. Dit gaf een uitgebreid beeld van de potentiële langetermijneffecten van deze stoffen.
Deze bevindingen ondersteunen het idee dat voedselkleurstoffen niet alleen invloed kunnen hebben op kinderen, maar ook op de hersenontwikkeling en het gedrag van dieren.
Praktische Implicaties
Voor ouders en opvoeders kunnen deze bevindingen verontrustend zijn, vooral omdat synthetische voedselkleurstoffen zo alomtegenwoordig zijn in het dieet van kinderen. Stel je voor: een kind eet een kleurrijke kom ontbijtgranen, drinkt een felgekleurde frisdrank en heeft later op de dag een paar snoepjes. Elk van deze producten kan bijdragen aan een cumulatieve blootstelling aan voedselkleurstoffen, wat mogelijk leidt tot gedragsveranderingen zoals verhoogde hyperactiviteit of verminderde aandacht.
Jacobus, een jongen van 8 jaar, heeft vaak moeite om zich te concentreren in de klas. Zijn ouders merken dat hij thuis rusteloos is en moeite heeft met slapen. Na het lezen van de bevindingen over voedselkleurstoffen, besluiten zijn ouders om zijn dieet te veranderen en producten met specifieke kleurstoffen te vermijden. Na enkele weken merken ze een verbetering in Jacobus’ gedrag en aandachtsspanne.
Om welke kleurstoffen gaat het?
Hier zijn de E-nummers en de Nederlandse namen van kleurstoffen waarvoor (enig) bewijs is dat ze invloed kunnen hebben op het gedrag van kinderen:

- E129 – Allurarood AC
- E102 – Tartrazine
- E110 – Zonnegeel FCF
- E133 – Briljantblauw FCF
- E127 – Erythrosine
Deze kleurstoffen zijn allemaal beoordeeld en goedgekeurd voor gebruik in voedingsmiddelen in de Europese Unie, inclusief Nederland, mits ze voldoen aan de specifieke etiketterings- en veiligheidsvereisten.
Aanbevelingen
Op basis van het onderzoek zijn hier enkele aanbevelingen voor ouders en opvoeders:
- Lees etiketten: Controleer voedingsmiddelen op de aanwezigheid van de hierboven genoemde synthetische kleurstoffen.
- Kies alternatieven: Overweeg om producten te kiezen die zijn gekleurd met andere kleurstoffen zoals bijvoorbeeld bietenextract of kurkuma.
- Observeer gedragsveranderingen: Let op veranderingen in het gedrag van kinderen na het consumeren van kleurrijke voedingsmiddelen. Houd een dagboek bij om patronen te identificeren.
- Consulteer een professional: Als er zorgen zijn over de invloed van voeding op het gedrag van een kind, overleg dan met een kinderarts of een voedingsdeskundige.
Beperkingen
Hoewel er verschillende onderzoeken zijn die een verband suggereren tussen deze kleurstoffen en gedragsproblemen zoals hyperactiviteit, zijn er ook studies die geen dergelijk verband hebben gevonden.
Zo hebben enkele grootschalige reviews en meta-analyses geen consistente en overtuigende bewijzen gevonden dat kleurstoffen significant bijdragen aan gedragsproblemen bij de meeste kinderen. In sommige gevallen wordt gesuggereerd dat alleen kinderen met specifieke genetische gevoeligheden of reeds bestaande gedragsstoornissen, zoals ADHD, vatbaar kunnen zijn voor de effecten van deze kleurstoffen.
Bovendien zijn de onderzoeken die wel een verband vonden, vaak klein van opzet of hebben methodologische beperkingen die de generaliseerbaarheid van de resultaten kunnen beperken. Bijvoorbeeld, sommige studies gebruikten ouderrapportages als belangrijkste meetinstrument, wat kan leiden tot subjectieve bias. Andere studies hadden een kleine steekproefomvang, waardoor het moeilijk is om brede conclusies te trekken.
Een ander punt van kritiek is dat hyperactiviteit en aandachtsproblemen multifactorieel zijn. Dit betekent dat ze door een breed scala aan factoren kunnen worden beïnvloed, waaronder genetica, omgeving en voeding als geheel. Het isoleren van de effecten van kleurstoffen is dus complex en de resultaten kunnen variëren afhankelijk van de onderzochte populatie en de gebruikte methoden.
Conclusie
Hoewel het OEHHA-onderzoek inzichten biedt in de mogelijke effecten van voedselkleurstoffen, is het van groot belang om de bevindingen in de context van het bredere wetenschappelijke debat te plaatsen. Niet alle onderzoeken bevestigen immers een direct causaal verband, en meer onderzoek is dus nodig om definitieve conclusies te trekken.
https://www.food.gov.uk/safety-hygiene/food-additives
https://www.nhs.uk/conditions/food-colours-and-hyperactivity
Miller MD, Steinmaus C, Golub MS, Castorina R, Thilakartne R, Bradman A, Marty MA. Potential impacts of synthetic food dyes on activity and attention in children: a review of the human and animal evidence. Environ Health. 2022 Apr 29;21(1):45. doi: 10.1186/s12940-022-00849-9. PMID: 35484553; PMCID: PMC9052604.