Neurodivergentie en eetstoornissen zijn complexe fenomenen die elk op zich al een aanzienlijke impact hebben op het leven van individuen. Recent onderzoek suggereert dat er een verband kan bestaan tussen deze twee domeinen, waarbij inhibitiecontrole een cruciale rol speelt. In dit artikel verkennen we de bevindingen van een recent onderzoeksverslag dat dit verband onderzoekt.
Neurodivergentie en eetstoornissen: Wat is het verband?
Neurodivergentie verwijst naar variaties in het menselijke brein met betrekking tot sociabiliteit, leren, aandacht en stemming. Personen met ADHD of ASS vertonen vaak afwijkende patronen in inhibitiecontrole, wat kan leiden tot impulsief gedrag en moeilijkheden bij het reguleren van emoties. Eetstoornissen zijn ernstige psychische aandoeningen die vaak leiden tot schadelijk eetgedrag en verstoorde relaties met voedsel en lichaamsbeeld. Onderzoek toont aan dat personen met neurodivergentie een verhoogd risico lopen om eetstoornissen te ontwikkelen, mogelijk vanwege de onderliggende problemen met inhibitiecontrole.
De rol van inhibitiecontrole
Inhibitiecontrole is een cognitief proces dat ons helpt impulsen te onderdrukken en ons gedrag te reguleren. Het omvat twee hoofdcomponenten: responsinhibitie en aandachtscontrole. Responsinhibitie verwijst naar het vermogen om een impuls of actie te onderdrukken, terwijl aandachtscontrole de capaciteit is om afleidende stimuli te negeren en de aandacht te richten op relevante taken. Personen met ADHD vertonen vaak gebreken in beide domeinen, wat kan bijdragen aan impulsief eetgedrag zoals eetbuien. Bij ASS kan verminderde aandachtscontrole leiden tot rigide eetpatronen en een verhoogd risico op anorexia nervosa.
Onderzoeksopzet en methodologie
Het hier besproken onderzoek is gebaseerd op een scoping review, waarbij verschillende studies zijn geanalyseerd die de relatie tussen neurodivergentie en eetstoornissen onderzoeken. De onderzoekers hebben gegevens verzameld uit databases zoals Scopus, Medline, PsycInfo, Embase en ProQuest. De studies moesten voldoen aan criteria zoals het meten van ADHD- of ASS-symptomen, eetstoornissymptomen en het gebruik van prestatiemetingen van inhibitiecontrole. Dit zorgde voor een gedetailleerde en uitgebreide analyse van de beschikbare literatuur.
Resultaten van het onderzoek
De resultaten laten zien dat er een complex verband bestaat tussen ADHD, autisme en eetstoornissen, met significante verschillen in inhibitiecontrole. Vier studies voldeden aan de selectiecriteria, waarvan geen enkele de relatie tussen ASS en eetstoornissen onderzocht met gedragsmatige inhibitiemetingen.
De onderzoeken naar ADHD en eetstoornissen onthulden een multifacet relatie, waarbij ADHD-symptomen voorspellend waren voor slechtere prestaties op responsinhibitiemetingen in niet-klinische monsters, maar dit werd niet gerepliceerd in klinische monsters.
Aspect | ADHD | ASS | Anorexia | Boulimia | Eetbuistoornis |
---|---|---|---|---|---|
Inhibitiecontrole | Verstoord | Variabel | Verstoord | Verstoord | Verstoord |
Impulsiviteit | Hoog | Laag | Laag | Hoog | Hoog |
Behandelingsaanbevelingen | Medicatie, Gedragstherapie | Gedragstherapie, Ondersteuning | Cognitieve Remediatie | Gedragstherapie | Gedragstherapie |
Overige bevindingen | Verhoogd risico op eetstoornissen | Relatie met eetstoornissen onduidelijk | Hoge mate van controle | Gebrek aan controle | Gebrek aan controle |
De bevindingen van het onderzoek suggereren dat gebrekkige inhibitiecontrole een unieke kwetsbaarheid kan vormen voor de ontwikkeling van eetstoornissen bij neurodivergente individuen. Dit heeft belangrijke implicaties voor de behandeling, omdat traditionele behandelingen voor eetstoornissen mogelijk moeten worden aangepast om de specifieke behoeften van neurodivergente patiënten aan te pakken. Verder onderzoek is nodig om de rol van inhibitiecontrole bij andere eetstoornissen en neurodivergentie, zoals ASS, te verkennen.
Voor clinici en therapeuten betekenen deze bevindingen dat het van groot belang is om bij de behandeling van eetstoornissen rekening te houden met de aanwezigheid van neurodivergentie. Aanbevelingen omvatten het gebruik van medicatie en gedragstherapie voor ADHD, en cognitieve remediatie en ondersteuning voor ASS. Het begrijpen van de specifieke uitdagingen van inhibitiecontrole kan leiden tot meer gepersonaliseerde en effectieve behandelingen.
Norton B, Sheen J, Burns L, Enticott PG, Fuller-Tyszkiewicz M, Kirkovski M. Overlap of eating disorders and neurodivergence: the role of inhibitory control. BMC Psychiatry. 2024 Jun 18;24(1):454. doi: 10.1186/s12888-024-05837-6. PMID: 38890597; PMCID: PMC11186180.