limerence

Wat is limerence?

Limerence is een nog relatief onbekend maar ingrijpend fenomeen dat aanzienlijke emotionele stress en verlies van productiviteit veroorzaakt bij de betrokkenen. Het wordt gekenmerkt door een obsessieve gehechtheid aan een specifiek persoon, bekend als het “limerent object” (LO). Dit artikel gaat dieper op dit onderwerp in en doet verslag van een casestudy van een 28-jarige vrouw die met cognitieve gedragstherapie werd behandeld voor limerence.

Wat is limerence?

Limerence is een term die voor het eerst werd geïntroduceerd door psycholoog Dorothy Tennov in de jaren 1970 na haar onderzoek naar romantische liefde. Het wordt gedefinieerd als een onvrijwillige, intense, en vaak onbeantwoorde verliefdheid op iemand, aangeduid als het limerent object (LO). Mensen die lijden aan limerence ervaren een overweldigende behoefte aan de aandacht en goedkeuring van hun LO, wat vaak leidt tot obsessieve gedachten en gedragingen die hun dagelijks leven verstoren.

Tennov interviewde meer dan 300 mensen en ontdekte een specifieke vorm van verliefdheid die zich onderscheidde door zijn intensiteit en de obsessieve aard van de gevoelens. De onzekerheid over de wederzijdse gevoelens van het LO speelt een cruciale rol bij het in stand houden van limerence. Hoe groter de onzekerheid, hoe intenser de obsessieve gedachten en gedragingen worden.

Limerence vertoont op het eerste gezicht veel overeenkomsten met gewone verliefdheid of een crush. Toch zijn er aanzienlijke verschillen die limerence onderscheiden van deze alledaagse ervaring. Allereerst is de intensiteit van limerence veel hoger dan bij een gewone verliefdheid, vooral door het obsessieve karakter. Limerence is allesoverheersend en neemt iemands gedachten en emoties volledig in beslag.

Bij limerence is men voornamelijk ‘verliefd’ op een geïdealiseerd beeld van de persoon, niet op de daadwerkelijke persoon zelf. Het primaire doel is de wederkerigheid van deze gevoelens, en niet per se het aangaan van een relatie, hoewel dit soms wel zo kan lijken. De focus ligt sterk op het verkrijgen van bevestiging en goedkeuring van het limerent object (LO), in plaats van op een wederzijds zorgzame relatie. Er is weinig echte betrokkenheid bij het welzijn van het LO; de aandacht is vooral gericht op de eigen emotionele behoeften.

Een ander belangrijk verschil met gewone verliefdheid is dat limerence moeilijk verdwijnt. Zelfs na een afwijzing kunnen mensen nog lange tijd, soms zelfs jaren, gevangen blijven in de greep van limerence en blijven verlangen naar het LO. Bovendien worden signalen van afwijzing vaak niet als zodanig geïnterpreteerd, waardoor de obsessieve gevoelens blijven voortbestaan.

Deze kenmerken maken limerence een unieke en vaak uitdagende ervaring, die aanzienlijke emotionele en psychologische gevolgen kan hebben voor degenen die ermee te maken hebben.

Vergelijking met OCD en verslaving

Limerence vertoont overeenkomsten met zowel obsessief-compulsieve stoornis (OCD) als verslaving. Net als bij OCD ervaren mensen met limerence intrusieve gedachten en voelen ze zich gedwongen om bepaalde rituelen uit te voeren, zoals het herhaaldelijk bekijken van foto’s van het LO of het opnieuw lezen van hun berichten. De obsessieve aard van deze gedachten en gedragingen kan leiden tot ernstige beperkingen in het dagelijks functioneren.

Een LO is veel meer dan een onschuldige crush; limerence kan je leven volledig beheersen.

Daarnaast heeft limerence ook kenmerken van een verslaving. De hersengebieden die geassocieerd worden met beloning en genot, vergelijkbaar met die betrokken bij gedragsverslavingen zoals gokken, worden geactiveerd tijdens intense romantische gevoelens of fantasieën. Hierdoor ervaren mensen met limerence sterke emotionele reacties op elke interactie met hun LO, variërend van euforie bij positieve reacties tot diepe wanhoop bij afwijzing.

Voorbeelden en scenario’s

Om het begrip limerence te illustreren, kunnen we ons een scenario voorstellen waarin iemand voortdurend denkt aan een collega op wie hij verliefd is. Deze persoon besteedt uren per dag aan het bekijken van de sociale media van de collega, zoekt naar manieren om hem of haar toevallig tegen te komen, en herbeleeft voortdurend eerdere ontmoetingen om aanwijzingen te vinden voor wederzijdse gevoelens.

Wanneer de collega vriendelijk is, voelt hij zich euforisch, maar wanneer de collega afstandelijk is, valt hij in diepe wanhoop.

In het Nederlands?

Een goed Nederlands woord of begrip als vertaling van ‘limerence’ is moeilijk te vinden omdat het een specifieke psychologische term betreft zonder direct Nederlands equivalent. Enkele suggesties die de essentie van ‘limerence’ proberen te vangen zijn:

  • Obsessieve verliefdheid: Dit benadrukt de obsessieve aard van de gevoelens.
  • Dwangmatige verliefdheid: Dit legt de nadruk op het compulsieve karakter van de gevoelens en gedragingen.
  • Bezeten verliefdheid: Dit geeft de intensiteit en oncontroleerbaarheid van de gevoelens weer.
  • Obsessieve liefdesdrang: Dit combineert de elementen van obsessie en het verlangen naar liefde en bevestiging.

Van deze opties lijkt “obsessieve verliefdheid” de meest begrijpelijke en passende vertaling. Het legt de nadruk op zowel de intensiteit als de obsessieve aard van de gevoelens, wat goed aansluit bij de definitie van ‘limerence’.

Limerence en autisme

Hoewel er nog weinig specifiek onderzoek is gedaan naar de relatie tussen limerence en autisme, kunnen we enkele aannames en overwegingen maken op basis van bestaande kennis over beide onderwerpen.

  • Mensen met autisme kunnen intense interesses en obsessieve gedachten hebben, vergelijkbaar met de manier waarop mensen met limerence zich obsessief kunnen richten op een limerent object (LO).
  • Beide groepen kunnen moeite hebben met het loslaten van deze intense gedachten en gevoelens, wat leidt tot verstoringen in hun dagelijks leven.
  • Mensen met autisme ervaren vaak uitdagingen in sociale interacties en het begrijpen van sociale signalen. Dit kan de onzekerheid en obsessieve gedachten versterken die kenmerkend zijn voor limerence.
  • De behoefte aan duidelijkheid en zekerheid, die vaak sterker is bij mensen met autisme, kan de obsessieve aard van limerence verergeren.
  • Mensen met autisme hechten vaak veel waarde aan routines en rituelen, wat overeenkomt met de compulsieve gedragingen die vaak voorkomen bij limerence, zoals het herhaaldelijk bekijken van foto’s of berichten van het LO.

Specifieke overwegingen bij limerence en autisme:

  • De sociale uitdagingen en de behoefte aan structuur en voorspelbaarheid bij mensen met autisme kunnen hen kwetsbaarder maken voor de ontwikkeling van limerence. Onzekerheid in relaties kan bijzonder moeilijk zijn voor mensen met autisme, waardoor ze meer vatbaar zijn voor obsessieve gedachten en gedragingen.
  • Behandelstrategieën voor limerence bij mensen met autisme kunnen baat hebben bij een aangepaste benadering die rekening houdt met hun specifieke behoeften. Bijvoorbeeld, cognitieve gedragstherapie (CGT) kan effectief zijn, maar het kan nodig zijn om de therapie aan te passen om rekening te houden met de manier waarop mensen met autisme informatie verwerken.
  • Ondersteuning bij het verbeteren van sociale vaardigheden en het verminderen van angst kan ook nuttig zijn. Het ontwikkelen van strategieën om met onzekerheid om te gaan en het leren van gezonde manieren om met intense gevoelens om te gaan, kan mensen met autisme helpen bij het beheersen van limerence.

Hoewel er momenteel beperkte directe onderzoeken zijn naar de relatie tussen limerence en autisme, suggereren de overlappende kenmerken dat mensen met autisme mogelijk vatbaarder zijn voor limerence.

De casus: een 28-jarige vrouw

De patiënt, BW, is een 28-jarige vrouw die haar hele leven al episodes van limerence heeft ervaren. Haar LO’s waren vaak vrouwen in een mentorschapsrol, zoals kampbegeleiders of docenten. BW ervoer geen seksuele aantrekking tot haar LO’s, maar had een intense behoefte aan zowel fysieke als emotionele nabijheid.

BW meldde dat ze dagelijks meerdere uren doorbracht met het denken aan haar huidige LO, een collega, en aan hun eerdere interacties. Ze zocht troost in herinneringen aan de LO en voelde zich gedwongen om plaatsen te bezoeken die aan de LO gerelateerd waren. Dit gedrag verstoorde haar werk en veroorzaakte ernstige stemmingswisselingen.

In de eerste sessie hield BW bij hoeveel tijd ze aan haar limerent rituelen besteedde. Gedurende twee weken noteerde ze elke keer dat ze aan haar LO dacht of een ritueel uitvoerde. Ze ontdekte dat ze meer dan acht uur per week aan deze rituelen besteedde en dagelijks 30 tot 90 minuten ruminaties had over de LO.

In de volgende sessies werd Exposure response prevention (ERP) toegepast, een techniek uit de behandeling van OCD. BW werd blootgesteld aan situaties die normaal gesproken haar rituelen zouden uitlokken, maar moest deze rituelen weerstaan en de slip-ups noteren. Omdat haar LO een collega was, kon ze het contact niet volledig vermijden, maar de focus lag op het verminderen van haar compulsies.

BW identificeerde irrationele gedachten en overtuigingen over haar LO en verving deze door meer evenwichtige alternatieve uitspraken. Bijvoorbeeld, in plaats van te denken dat haar LO essentieel was voor haar geluk, begon ze te erkennen dat ze ook zonder de LO vreugdevolle momenten had.

De laatste fase van de behandeling richtte zich op het ontwikkelen van nieuwe, adaptieve gewoonten. BW werkte samen met haar therapeut aan een lijst van activiteiten die haar zowel sociaal contact als andere voordelen, zoals fysieke oefeningen of een gevoel van voldoening, zouden bieden.

Na negen maanden was het aantal rituelen dat BW uitvoerde drastisch verminderd, van 225 naar slechts 10 rituelen in twee weken. De tijd besteed aan deze rituelen daalde van acht uur tot slechts tien minuten. Daarnaast rapporteerde BW dat haar denkpatronen over de LO waren veranderd; hoewel ze nog steeds aan de LO dacht, kon ze deze gedachten en emoties beter herkennen als symptomen van limerence.

Bij de follow-up negen maanden later had BW haar rituelen verder verminderd en kon ze beter omgaan met haar gedachten en emoties. Ze gebruikte een zelfontwikkelde vragenlijst om haar vooruitgang te meten en ontdekte dat haar symptomen aanzienlijk waren afgenomen.

Wat hebben we geleerd?

Deze casestudy toont aan dat een combinatie van ERP, cognitieve herstructurering en gedragsactivatie effectief kan zijn bij de behandeling van limerence. BW’s verbetering in zowel het verminderen van compulsieve rituelen als het veranderen van disfunctionele gedachten benadrukt het potentieel van deze methoden.

Limerence is een complexe en vaak invaliderende aandoening die vergelijkbaar is met OCD en verslaving.

Hoewel limerence nog niet officieel erkend is in diagnostische handleidingen zoals de DSM-V, suggereert deze casestudy dat behandelingen die effectief zijn voor OCD ook kunnen werken voor limerence. Dit biedt hoop voor mensen die lijden aan deze aandoening en benadrukt de noodzaak van verdere klinische onderzoeken en de ontwikkeling van specifieke diagnostische criteria en behandelingsprotocollen.

Een reactie

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *