Dementie is een veelvoorkomende neurodegeneratieve aandoening, vooral bij ouderen. Vormen zoals Alzheimer en vasculaire dementie worden gekenmerkt door verlies van cognitieve functies zoals geheugen en taalvaardigheid. Recent onderzoek heeft zich gericht op het verband tussen dyslexie, een leesstoornis die vaak in de jeugd wordt gediagnosticeerd, en het risico op dementie. Dit is belangrijk omdat taalvaardigheid en cognitieve achteruitgang nauw met elkaar verweven zijn. Het doel van dit onderzoek was om te begrijpen of er een causale relatie bestaat tussen dyslexie en verschillende vormen van dementie, met name Alzheimer.
Wat is dyslexie?
Dyslexie is een specifieke leerstoornis die voornamelijk invloed heeft op het vermogen om te lezen. Personen met dyslexie hebben moeite met nauwkeurig en vloeiend lezen, wat vaak gepaard gaat met problemen in spelling en begrip. Hoewel dyslexie vaak op jonge leeftijd wordt herkend, is er bewijs dat de aandoening ook een genetische component heeft. In recente studies is aangetoond dat er genetische varianten bestaan die zowel dyslexie als cognitieve prestaties beïnvloeden. Dit bracht onderzoekers ertoe te onderzoeken of deze genetische invloeden ook van toepassing kunnen zijn op neurodegeneratieve aandoeningen zoals dementie.
De soorten dementie onderzocht
In dit onderzoek werden acht vormen van dementie geanalyseerd: Alzheimer, vasculaire dementie, Lewy body dementie, en vier subtypes van frontotemporale dementie (waaronder gedragsvarianten en taalstoornissen). Alzheimer is de meest bekende vorm, en deze wordt vooral gekenmerkt door geheugenverlies. Vasculaire dementie daarentegen wordt veroorzaakt door problemen met de bloedtoevoer naar de hersenen, en Lewy body dementie is geassocieerd met abnormale eiwitafzettingen in de hersenen. De frontotemporale vormen van dementie zijn meer zeldzaam en treffen vaak jongere patiënten.
De genetische link tussen dyslexie en dementie
Een belangrijke vraag in het onderzoek was of dyslexie genetisch gekoppeld is aan een verhoogd risico op deze vormen van dementie. Door gebruik te maken van een methode genaamd Mendeliaanse randomisatie, konden de onderzoekers genetische varianten identificeren die specifiek geassocieerd zijn met dyslexie, en die vervolgens koppelen aan het risico op dementie.
De resultaten waren verrassend: er werd een significante causale relatie gevonden tussen dyslexie en een verhoogd risico op Alzheimer. Personen met genetische kenmerken van dyslexie hadden 15% meer kans om Alzheimer te ontwikkelen in vergelijking met mensen zonder die kenmerken. Opvallend was dat er geen significante verbanden werden gevonden tussen dyslexie en de andere onderzochte vormen van dementie, zoals vasculaire dementie of frontotemporale dementie.
Verschillende soorten dementie in vogelvlucht
Alzheimer
- Meest voorkomende vorm van dementie.
- Wordt gekenmerkt door geheugenverlies, problemen met het uitvoeren van alledaagse taken en veranderingen in gedrag.
- Aangetoond dat er een causale link bestaat tussen dyslexie en een verhoogd risico op Alzheimer.
Vasculaire dementie
- Ontstaat door schade aan de bloedvaten in de hersenen, vaak na een beroerte of door chronische vaatschade.
- Geheugenverlies en cognitieve problemen komen voor, maar minder prominent dan bij Alzheimer.
- Geen significante relatie gevonden tussen dyslexie en vasculaire dementie in het onderzoek.
Lewy body dementie (LBD)
- Wordt veroorzaakt door abnormale eiwitafzettingen (Lewy bodies) in de hersenen.
- Symptomen zijn fluctuaties in alertheid, hallucinaties en motorische problemen zoals bij de ziekte van Parkinson.
- Het onderzoek vond geen verband tussen dyslexie en een verhoogd risico op LBD.
Frontotemporale dementie (FTD)
- Een groep aandoeningen die de frontale en temporale kwabben van de hersenen aantast.
- Veroorzaakt gedrags- en persoonlijkheidsveranderingen, vaak bij jongere patiënten (45-65 jaar).
- Dyslexie werd niet in verband gebracht met een verhoogd risico op FTD.
Gedragsvariant FTD (bvFTD)
- Een subtype van FTD dat primair invloed heeft op persoonlijkheid en sociaal gedrag.
- Symptomen zijn impulsief gedrag, gebrek aan empathie en veranderde sociale normen.
- Geen significante associatie gevonden met dyslexie.
Semantische dementie (SD)
- Een subtype van FTD waarbij patiënten moeite hebben met het begrijpen van woorden en objecten.
- Mensen verliezen geleidelijk de betekenis van taal en woorden.
- Geen verband met dyslexie aangetoond.
Progressieve niet-vloeiende afasie (PNFA)
- Een subtype van FTD waarbij spraakproductie moeilijk wordt.
- Patiënten hebben moeite met grammatica, uitspraak en zinsconstructie.
- Ook hier geen associatie met dyslexie gevonden.
FTD met motor neuron ziekte (MND)
- Een zeldzaam subtype van FTD dat zowel cognitieve achteruitgang als motorische problemen veroorzaakt.
- Symptomen overlappen met die van ALS (amyotrofische laterale sclerose).
- Geen significante link met dyslexie in het onderzoek.
De rol van cognitieve prestaties en opleiding
Om de relatie tussen dyslexie en dementie beter te begrijpen, keken de onderzoekers ook naar cognitieve prestaties (zoals geheugen en aandacht) en opleidingsniveau. Deze factoren spelen vaak een belangrijke rol bij het bepalen van het risico op neurodegeneratieve aandoeningen. De studie toonde aan dat cognitieve prestaties een grote rol spelen in de relatie tussen dyslexie en Alzheimer. Ongeveer 46% van de verhoogde kans op Alzheimer bij mensen met dyslexie kon worden verklaard door lagere cognitieve prestaties. Dit betekent dat personen met dyslexie vaak ook lagere cognitieve scores hebben, wat het risico op Alzheimer vergroot.
Het opleidingsniveau bleek ook een rol te spelen, maar in mindere mate dan de cognitieve prestaties. Slechts 14% van de verhoogde kans op Alzheimer werd verklaard door het opleidingsniveau. Dit suggereert dat interventies die gericht zijn op het verbeteren van cognitieve vaardigheden mogelijk effectiever zijn in het verminderen van het risico op Alzheimer dan opleidingsinterventies.
Mogelijke preventieve maatregelen
Een interessante bevinding van het onderzoek was dat het verbeteren van cognitieve vaardigheden door middel van lezen of andere vormen van hersentraining mogelijk een effectieve preventieve maatregel kan zijn. Eerder onderzoek heeft al aangetoond dat regelmatig lezen en andere cognitieve activiteiten het risico op cognitieve achteruitgang kunnen verminderen. Dit kan vooral belangrijk zijn voor mensen met dyslexie, omdat zij al vanaf jonge leeftijd moeite hebben met taalgerelateerde taken.
Het trainen van cognitieve vaardigheden door middel van activiteiten zoals hardop lezen, rekenoefeningen, of zelfs het leren van een tweede taal, kan mogelijk de cognitieve achteruitgang vertragen die geassocieerd wordt met Alzheimer. Deze bevindingen suggereren dat, hoewel dyslexie niet genezen kan worden, regelmatige cognitieve stimulatie een positief effect kan hebben op het behouden van cognitieve functies op latere leeftijd.
Conclusie
De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat er een duidelijke causale relatie bestaat tussen dyslexie en een verhoogd risico op Alzheimer, maar niet op andere vormen van dementie. Cognitieve prestaties blijken een belangrijke rol te spelen in deze relatie, wat erop wijst dat interventies gericht op het verbeteren van cognitieve functies, zoals lezen en rekenvaardigheden, potentieel kunnen helpen om het risico op Alzheimer te verminderen. Deze bevindingen bieden belangrijke inzichten voor verdere studies en preventieve maatregelen, vooral voor mensen met een verhoogd risico op dementie.
Zhu P, Gao S, Wu S, Li X, Huang C, Chen Y, Liu G. Causal relationships between dyslexia and the risk of eight dementias. Transl Psychiatry. 2024 Sep 12;14(1):371. doi: 10.1038/s41398-024-03082-9. PMID: 39266518; PMCID: PMC11393330.