imprinting

Autisme en extreme overtuigingen

Mensen met autisme staan bekend om hun sterke focus en hun neiging om vast te houden aan gewoonten en patronen. Dit kan een kracht zijn: veel autistische mensen excelleren in gebieden waar precisie en volharding vereist zijn. Maar wat gebeurt er als die cognitieve rigiditeit zich niet richt op een onschuldige hobby, maar op een extreem gedachtegoed? Waarom laten sommige overtuigingen zich zo diep verankeren dat ze ongevoelig worden voor tegenspraak?

Het antwoord ligt in een proces dat ‘imprinting’ wordt genoemd. Dit concept, oorspronkelijk uit de dierpsychologie, beschrijft hoe vroege blootstelling aan een bepaalde stimulus blijvende gedrags- en denkpatronen kan veroorzaken. In de context van autisme en radicalisering speelt imprinting een cruciale rol in hoe extreme overtuigingen ontstaan en zich vastzetten.

Wat is imprinting en waarom is het belangrijk?

De Oostenrijkse etholoog Konrad Lorenz ontdekte dat kuikens zich in een kritieke fase na hun geboorte automatisch hechten aan het eerste bewegende object dat ze zien, zelfs als dat een mens of een levenloos voorwerp is. Dit mechanisme, imprinting genoemd, helpt dieren om snel en onherroepelijk essentiële gedragsstrategieën te ontwikkelen.

Bij mensen werkt imprinting complexer, maar het basisprincipe blijft: wanneer iemand op een gevoelig moment in zijn ontwikkeling wordt blootgesteld aan een bepaalde overtuiging, kan deze een diepgeworteld en onwrikbaar onderdeel van zijn identiteit worden. Dit geldt vooral voor mensen met autisme, die vaak een sterke cognitieve rigiditeit hebben en informatie letterlijk nemen zonder de gebruikelijke flexibiliteit om hun overtuigingen later aan te passen.

Van fascinatie naar fixatie: wanneer overtuigingen gevaarlijk worden

Autistische mensen hebben vaak intense interesses. Dit kan een fascinatie voor treinen, wiskunde of videogames zijn, maar in sommige gevallen kan zo’n interesse zich richten op thema’s als historische oorlogen, geweld of radicale ideologieën. Het is belangrijk om te begrijpen dat dit op zichzelf niet problematisch is. Maar wanneer zo’n fixatie uitgroeit tot een allesbepalende overtuiging die immuun is voor kritiek, kan het gevaarlijk worden.

Een interessant vergelijkingspunt is eetstoornissen. Onderzoek heeft aangetoond dat mensen met autisme een verhoogd risico lopen op anorexia nervosa, een eetstoornis die gekenmerkt wordt door extreme fixatie op lichaamsgewicht en controle. In beide gevallen leidt cognitieve rigiditeit ertoe dat iemand zich vasthoudt aan een destructief idee – of dat nu het ideaalbeeld van een extreem dun lichaam is, of een radicale politieke of ideologische overtuiging.

Gender speelt hier ook een rol. Meisjes met autisme kunnen zich bijvoorbeeld extreem focussen op schoonheidsnormen, terwijl jongens eerder vatbaar lijken voor militante of heroïsche narratieven waarin ze zichzelf als een ‘redder’ of ‘strijder’ zien.

De rol van het internet

In het verleden kwamen mensen met extreme overtuigingen bijna altijd in aanraking met tegenspraak uit hun omgeving. Maar het internet heeft dit veranderd. Online gemeenschappen en algoritmes zorgen ervoor dat mensen met extreme ideeën elkaar vinden en elkaars overtuigingen versterken. Dit geldt voor allerlei groepen, van pro-anorexia forums tot extremistische politieke of religieuze bewegingen.

Voor autistische mensen, die vaak moeite hebben met sociale interactie in de echte wereld, kunnen online platforms een plek zijn waar ze zich eindelijk begrepen voelen. Maar als deze platforms extreme overtuigingen aanmoedigen, kan de imprinting van schadelijke ideeën sneller en diepgaander verlopen dan ooit tevoren.

Een klassiek voorbeeld hiervan is de ‘incel’-beweging, een online subcultuur van mannen die geloven dat ze door vrouwen systematisch worden afgewezen en dat hier een vorm van wraak op moet volgen. Net zoals pro-anorexia groepen een vertekend schoonheidsideaal versterken, creëren deze gemeenschappen een wereldbeeld waarin geweld of wraak als logisch en gerechtvaardigd wordt gezien.

Van archetypen naar daders: hoe extreme overtuigingen tot geweld kunnen leiden

Een belangrijk concept binnen de forensische psychiatrie is het idee van extreme overgewaardeerde overtuigingen (EOBs). Dit zijn ideeën die zo diep in iemands identiteit zijn geworteld dat ze niet meer vatbaar zijn voor kritiek. Dit verschilt van bijvoorbeeld obsessief-compulsieve stoornis (OCD), waarbij mensen juist last hebben van hun gedachten. Iemand met een EOB is overtuigd van zijn gelijk en zal dit actief verdedigen en versterken.

Veel massaschutters, zoals Seung-Hui Cho (Virginia Tech) en Adam Lanza (Sandy Hook), lieten zien hoe zulke overtuigingen konden escaleren. Beide mannen hadden een geschiedenis van sociale isolatie en ontwikkelden extreme wraakfantasieën. Bij Cho was dit gekoppeld aan een heroïsch ‘krijger’-idee, terwijl Lanza zichzelf intellectueel verdiepte in eerdere massamoorden en deze bestudeerde als een ‘wetenschap’.

Deze fixaties zijn vaak verbonden met klassieke archetypen, zoals de held, de martelaar of de strijder. Wanneer iemand met autisme zich inprent met zo’n archetype en daar geen gezond tegenwicht in de omgeving voor krijgt, kan het een blauwdruk worden voor extreme daden.

Vroegtijdige signalering

Als imprinting zo krachtig is, betekent dit dat preventie van groot belang is. Maar hoe?

Ten eerste moeten we erkennen dat standaard psychiatrische diagnoses zoals OCD of schizofrenie niet voldoende zijn om extreme overgewaardeerde overtuigingen te begrijpen. Iemand met een extreme overtuiging ervaart geen interne twijfel – hij of zij gelooft in de eigen waarheid.

Vroegtijdige interventie is essentieel. Net zoals bij eetstoornissen, waarbij therapieën zoals het Body Project helpen om alternatieve narratieven te introduceren, moeten we bij radicalisering werken met ‘tegen-imprinting’. Dit betekent:

  • Forensische risicobeoordeling: herkennen wanneer een fixatie gevaarlijke vormen aanneemt.
  • Digitale geletterdheid: jongeren leren kritisch om te gaan met online informatie.
  • Mentorschap en alternatief perspectief: een alternatief narratief bieden dat aantrekkelijker is dan het extremistische wereldbeeld.
  • Ouder- en leerkrachtondersteuning: hen helpen om signalen vroeg te herkennen en bij te sturen.

Radicalisering en extreme overtuigingen ontstaan niet zomaar – ze worden gevormd, vaak in de vroege levensjaren. Door imprinting beter te begrijpen, kunnen we beter signaleren, bijsturen en ingrijpen voordat het te laat is.

https://www.psychologytoday.com/intl/blog/clinical-and-forensic-dimensions-of-psychiatry/202502/disrupting-imprints-in-autism

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *