Jongere met autisme vaker ziek

Je bent jong, je hebt autisme, en je voelt je fysiek meestal uitgeput. Dat is helaas geen zeldzame combinatie. Onderzoek uit de Verenigde Staten laat zien dat adolescenten en jongvolwassenen met autisme opvallend vaak kampen met ernstige gezondheidsproblemen. Denk aan obesitas (ernstig overgewicht), hart- en vaatziekten, diabetes en neurologische aandoeningen.

En daar komt nog iets bij: een groot deel van deze jongeren heeft óók symptomen van posttraumatische stress (PTSS), of heeft die ooit gehad. Dat is zorgwekkend, want het gaat juist om een levensfase waarin de meeste mensen hun gezondheid opbouwen — niet afbreken.

In dit artikel lees je wat onderzoekers ontdekten toen ze bijna twee miljoen jongeren met en zonder autisme vergeleken op het gebied van gezondheid, stress en trauma. En belangrijker nog: wat we daar in Nederland en België van kunnen leren.

Wat onderzochten de wetenschappers precies?

De studie waar dit artikel op gebaseerd is, komt uit de VS en maakte gebruik van gegevens van Medicaid, een zorgverzekering voor mensen met een laag inkomen of een beperking. Tussen 2008 en 2019 analyseerden de onderzoekers de gegevens van maar liefst 627.586 jongeren met autisme en 1.223.161 jongeren zonder autisme, allemaal tussen de 15 en 30 jaar oud. Ze keken naar drie dingen:

  • Of iemand gediagnosticeerd was met obesitas;
  • Of iemand meerdere andere gezondheidsproblemen had (zoals hartziekte, diabetes, longproblemen of neurologische aandoeningen);
  • Of iemand PTSS had.

De onderzoekers gebruikten hiervoor alleen vastgestelde diagnoses uit medische dossiers, wat betekent dat de resultaten eerder een voorzichtige inschatting zijn dan een overschatting.

Wat deze studie bijzonder maakt, is dat autistische onderzoekers zelf meedachten over de opzet en analyse. Dat zorgt voor meer aansluiting bij wat mensen met autisme in het dagelijks leven meemaken.

Dubbele kans op obesitas

De uitkomsten waren behoorlijk schokkend. Autistische jongeren en jongvolwassenen hadden meer dan twee keer zo vaak obesitas als hun niet-autistische leeftijdsgenoten: 13,2% tegenover 6,8%. En dat was nog maar het begin.

De onderzoekers gebruikten een zogeheten HOPE-index om te meten hoeveel verschillende gezondheidsproblemen iemand had. Wie vier of meer aandoeningen had, viel in de categorie ‘ernstige comorbiditeit’. Van de autistische jongeren viel bijna 15% in die groep — onder de niet-autistische jongeren was dat slechts 5%. De meest voorkomende gezondheidsproblemen bij de autistische groep waren:

  • Psychische aandoeningen (zoals angst of depressie, maar zonder PTSS);
  • Neurologische aandoeningen (zoals epilepsie of hoofdpijn);
  • Hart- en vaatziekten.

De verschillen golden voor mannen én vrouwen, maar vrouwen met autisme hadden gemiddeld nóg vaker gezondheidsproblemen. Dat sluit aan bij eerdere studies waaruit blijkt dat autistische vrouwen vaak kwetsbaarder zijn voor overgewicht en chronische ziekten.

De HOPE-index staat voor de Adolescent and Young Adult Health Outcomes and Patient Experience comorbiditeitsindex. Het is een meetinstrument dat oorspronkelijk is ontwikkeld om de gezondheidsstatus van jongvolwassenen met kanker in kaart te brengen, maar wordt hier toegepast op een bredere groep jongeren, waaronder mensen met autisme.

De index telt het aantal verschillende lichamelijke én psychische gezondheidsproblemen die een persoon tegelijk heeft. In deze studie zijn 14 categorieën van aandoeningen meegenomen, zoals:

  • Hart- en vaatziekten
  • Hoge bloeddruk
  • Astma of andere longproblemen
  • Endocriene aandoeningen (zoals schildklierproblemen)
  • Diabetes
  • Lever- en nierproblemen
  • Neurologische aandoeningen
  • HIV/AIDS
  • Reumatische of auto-immuunziekten
  • Psychische stoornissen (zonder PTSS)
  • Intellectuele beperkingen
  • Overgewicht of obesitas
  • Maag-darmproblemen
  • Bloedziekten

Elke jongere in het onderzoek kreeg een ‘score’ afhankelijk van hoeveel van deze categorieën bij hem of haar voorkwamen op basis van medische diagnoses. Die scores zijn vervolgens ingedeeld in twee groepen:

  • 0 tot 3 aandoeningen = minder ernstige comorbiditeit
  • 4 of meer aandoeningen = meer ernstige comorbiditeit

De HOPE-index geeft dus een indicatie van de totale ziektelast, niet alleen van één specifieke aandoening. In het onderzoek bleek 15% van de autistische jongeren in de categorie ‘vier of meer aandoeningen’ te vallen, tegenover slechts 5% van de niet-autistische jongeren. Dat onderstreept de ernst van de gezondheidsproblemen in deze groep.

Posttraumatische stress: Trigger of bijzaak?

PTSS is een aandoening die ontstaat na ingrijpende gebeurtenissen. Denk aan mishandeling, verwaarlozing, seksueel geweld of andere traumatische ervaringen. Iemand met PTSS kan last hebben van herbelevingen, slaapproblemen, angst, vermijding en somberheid.

De onderzoekers verwachtten dat autistische jongeren mét PTSS nóg slechtere gezondheidsresultaten zouden hebben dan die zonder. Maar dat bleek niet zo te zijn. Sterker nog: de groep zonder PTSS-diagnose had vaker obesitas én meer andere ziekten.

Dat lijkt tegenstrijdig, maar de onderzoekers geven een logische verklaring: veel autistische jongeren krijgen helemaal geen PTSS-diagnose, ook al hebben ze wél chronische stress of trauma’s meegemaakt. Hun klachten worden dan ‘verpakt’ in andere diagnoses zoals angst, depressie of gedragsproblemen — of simpelweg over het hoofd gezien. De echte impact van langdurige stress wordt daarmee onderschat.

Stress zonder diagnose: Verborgen leed bij autistische jongeren

Waarom wordt PTSS bij autistische jongeren zo vaak gemist? Dat heeft meerdere oorzaken. Ten eerste zijn de symptomen van trauma niet altijd makkelijk te onderscheiden van autistisch gedrag. Denk aan prikkelgevoeligheid, sociale terugtrekking of slaapproblemen — die kunnen bij allebei voorkomen.

Ten tweede komt trauma bij autistische mensen vaak voort uit situaties die ‘normale’ zorgverleners niet als traumatisch herkennen. Voorbeelden:

  • Herhaaldelijk worden gepest of buitengesloten op school;
  • Niet begrepen worden door hulpverleners of ouders;
  • Dwangmatig afleren van veilige routines;
  • Overweldigd worden door licht, geluid of sociale druk;
  • Geen regie hebben over je eigen lichaam of keuzes.

Dit zijn geen eenmalige rampen, maar een leven vol verwondingen. En juist die stapeling maakt de schade groot.

Minder bewegen, slechter eten?

Stress is dus een belangrijke factor, maar niet de enige. Obesitas bij autistische jongeren heeft vaak meerdere oorzaken:

  • Medicatie: Sommige antipsychotica en antidepressiva verhogen de eetlust en zorgen voor gewichtstoename.
  • Eetpatronen: Selectief of eenzijdig eetgedrag komt veel voor. Wie vooral pasta, chips of witbrood eet, krijgt weinig vezels en snel extra kilo’s.
  • Zintuiglijke overprikkeling: Sporten in een drukke gymzaal of buiten op een onvoorspelbare plek is niet voor iedereen haalbaar.
  • Gebrek aan passende begeleiding: Fysiotherapeuten, diëtisten en sportcoaches hebben vaak geen ervaring met autistische jongeren.

Kortom: minder bewegen en slechter eten is niet altijd een keuze, maar vaak een gevolg van een omgeving die onvoldoende aansluit.

Waarom dit onderzoek ook voor Nederland en België belangrijk is

De studie vond plaats in de VS, maar de conclusies zijn ook voor ons relevant. In Nederland en België zien we dezelfde trends: autistische jongeren vallen vaak tussen wal en schip zodra ze volwassen worden. Ze verliezen hun jeugdzorg, krijgen minder begeleiding en moeten opeens ‘zelfstandig’ functioneren in een systeem dat hen zelden begrijpt.

Een goede gezondheid begint met écht gezien worden.

En ook hier komt PTSS weinig voor in diagnoses bij autistische jongeren, terwijl signalen van chronische stress (denk aan piekeren, slaapklachten, vermijding) veelvuldig voorkomen.

Daarnaast wordt overgewicht bij autistische mensen vaak als ‘hun eigen verantwoordelijkheid’ gezien, terwijl het in werkelijkheid vaak gaat om een combinatie van:

  • Biologische aanleg;
  • Onbegrepen stress;
  • Onvoldoende passende hulp.

Meer bewustzijn bij artsen, psychologen en ouders over deze verbanden is broodnodig.

Wat je niet herkent, behandel je niet

Dit onderzoek laat zien dat veel autistische jongeren gezondheidsproblemen ontwikkelen die we deels hadden kunnen voorkomen — als we stress en trauma eerder serieus hadden genomen.

Daarom is het tijd om:

  • PTSS breder te definiëren voor mensen met autisme;
  • Zorgverleners te trainen in het herkennen van verborgen stress;
  • Aandacht te hebben voor trauma’s die voor anderen onzichtbaar zijn;
  • Gezondheid niet te beperken tot ‘eet maar wat gezonder en beweeg wat meer’.

Kort samengevat

  • Autistische jongeren hebben twee keer zo vaak obesitas en andere gezondheidsproblemen als hun leeftijdsgenoten.
  • PTSS komt vaker voor, maar wordt ook vaker gemist of niet erkend.
  • De afwezigheid van een PTSS-diagnose betekent niet dat er geen trauma is.
  • Overgewicht bij autistische jongeren is vaak het gevolg van stress, medicatie en omgevingsfactoren.
  • Tijdige en passende zorg kan veel gezondheidsproblemen voorkomen.

Hotez, E., Tsevat, R.K., Tao, S. et al. Autism, Obesity, and PTSD Among Adolescents and Young Adults: An Analysis of National Medicaid Claims Data. J Autism Dev Disord (2025). https://doi.org/10.1007/s10803-025-06881-1

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *