Als je kind autisme heeft, weet je het waarschijnlijk al: hulpverlening draait vaak om het kind. Therapie hier, begeleiding daar, schooloverleg zus, gedragsplan zo. Maar hoe gaat het eigenlijk met jou als ouder?
Uit onderzoek blijkt dat ouders van kinderen met autisme veel meer stress ervaren dan ouders van kinderen zonder autisme. Niet gek, want je zit vaak in een voortdurende staat van paraatheid. Je bent niet alleen opvoeder, maar ook planner, tolk, hulpverlener, regelneef, nachtwaker en troostbeer in één. En dan komen daar ook nog eens schuldgevoelens, vermoeidheid en zorgen over de toekomst bij kijken.
Geen wonder dat steeds meer ouders zoeken naar manieren om zélf overeind te blijven. Eén van die manieren is mindfulness – een aanpak die draait om bewust stilstaan, accepteren wat er is en leren omgaan met lastige emoties zonder erin te verdrinken. Maar werkt dat ook echt? En kan het ook kinderen met autisme helpen?
Een groep onderzoekers uit China besloot die vraag grondig uit te pluizen. Ze bekeken 12 studies uit verschillende landen waarin mindfulness werd ingezet bij kinderen met autisme en hun ouders. En de resultaten? Die zijn hoopgevend – maar niet eenduidig.
Wat is mindfulness eigenlijk?
Mindfulness is geen hocus pocus. Het gaat in de kern over aandacht. Aandacht voor wat je voelt, denkt en ervaart – zonder te oordelen of meteen in actie te schieten. In plaats van je emoties weg te duwen of erdoor overspoeld te raken, leer je ze op te merken en er vriendelijk mee om te gaan.
In mindfulness-trainingen voor ouders (zoals MBSR, MBCT of ACT) doe je oefeningen zoals ademhaling, bodyscans of meditatie. Je leert ook je automatische reacties te herkennen: die zucht als je kind voor de zoveelste keer zijn bord omkiepert. Die frustratie als iets níét loopt zoals gepland.
Meer bewustzijn → minder stress → betere reacties → meer rust.
Er is ook mindfulness speciaal voor kinderen, aangepast aan hun leeftijd en ontwikkelingsniveau. Bijvoorbeeld met beweging, ademspelletjes of aandachtsoefeningen tijdens dagelijkse routines. Het idee is simpel: meer bewustzijn → minder stress → betere reacties → meer rust in huis. Maar is dat ook wat er echt gebeurt?
Wat zegt het onderzoek? De opzet in een notendop
De onderzoekers verzamelden 12 zogenaamde RCT’s – oftewel Randomized Controlled Trials. Dat zijn studies waarin deelnemers willekeurig worden verdeeld over een mindfulnessgroep of een controlegroep (die géén mindfulness krijgt). In totaal deden er 643 kinderen met autisme en hun ouders mee.
De meeste onderzoeken kwamen uit de VS, China, India en Europa (waaronder één studie uit Nederland). Er werden verschillende soorten mindfulnessprogramma’s gebruikt, van yoga en ademhalingsoefeningen tot Acceptance & Commitment Therapy (ACT). De onderzoekers keken naar een heleboel uitkomsten, zowel bij de ouders als bij de kinderen. Denk aan:
- stress, depressie en angst bij ouders
- hun “mindfulnessbewustzijn” (hoe goed ze met aandacht en acceptatie reageren)
- probleemgedrag en sociale vaardigheden van kinderen
- en bredere emotionele of gedragsproblemen
Belangrijk om te weten: de kwaliteit van de studies was wisselend. Niet alles werd even goed opgezet of gerapporteerd. Dat maakt de uitkomsten minder hard, maar niet minder interessant.
Dit doet mindfulness met ouders
Het goede nieuws: mindfulness had duidelijke positieve effecten op de ouders. Ouders die mindfulness deden, voelden zich minder gestrest. Dat effect was zelfs vrij groot. Ook depressieve gevoelens, angst en spanning namen af. Ouders rapporteerden dat ze beter konden omgaan met negatieve emoties.
Wat vooral opviel: ouders werden zich bewuster van hun eigen reacties. Ze leerden om niet automatisch te reageren op stressvolle situaties, maar eerst stil te staan bij wat er in henzelf gebeurde.
“In plaats van direct in paniek te raken als mijn zoon begint te schreeuwen, merk ik nu op dat ik gespannen word – en dat ik dan even rustig ademhaal voor ik iets doe.”
Voor gezinnen waarin het vaak ‘alle hens aan dek’ is, kan dat een wereld van verschil maken. Maar: mindfulness is geen wondermiddel. Zo bleek uit de meta-analyse dat het géén statistisch significant effect had op de ‘veerkracht’ van ouders – dus hoe goed ze zich herstellen van tegenslagen. Al merkten sommige ouders in interviews wél dat ze zich sterker voelden.
En de kinderen dan? Betere sociale aansluiting, maar gedrag blijft lastig
Bij de kinderen waren de effecten gemengder.
- Positief: kinderen die deelnamen aan mindfulness-interventies lieten meer sociale betrokkenheid zien. Ze keken vaker mensen aan, reageerden beter op sociale signalen, en hadden soms meer plezier in contact.
- Minder positief: op probleemgedrag (zoals driftbuien, impulsiviteit of starheid) had mindfulness weinig invloed. Ook op bredere emotionele moeilijkheden (zoals somberheid, angst of teruggetrokken gedrag) veranderde er weinig.
Hoe kan dat? De onderzoekers denken dat mindfulness kinderen vooral helpt om meer aanwezig te zijn in het moment, en om socialer te reageren. Maar diepgeworteld gedrag, zoals het vermijden van verandering of het niet (of moeilijk) kunnen reguleren van emoties, vraagt misschien een andere aanpak – of meer tijd. Of moeten we gewoon accepteren als onderdeel van het neurodivergente zijn. Daarbij komt: mindfulness werkt het beste als je het goed begrijpt én volhoudt. En juist dat kan bij sommige kinderen (zeker jongere) best lastig zijn.
Niet elke cursus werkt even goed
Een opvallend punt in het onderzoek: de verschillen tussen de studies waren groot.
- Eén training duurde 6 weken, een andere 6 maanden.
- Sommige programma’s waren alleen voor ouders, andere voor ouder én kind.
- Er werd gewerkt met yoga, meditatie, ACT, ademhaling, of een combinatie daarvan.
Dat maakt het moeilijk om te zeggen wát precies werkt – en voor wie. Misschien werkt een lange training beter dan een korte. Of werkt mindfulness vooral bij oudere kinderen die beter kunnen reflecteren. Maar omdat veel studies daar niets over vermelden, blijft dat onduidelijk.
Ook de kwaliteit van de studies was wisselend. Slechts enkele studies beschreven goed hoe deelnemers willekeurig werden ingedeeld, of of er sprake was van ‘blinde’ metingen. Daardoor bestaat het risico dat sommige positieve effecten te rooskleurig lijken.
Tot slot: langetermijneffecten zijn amper onderzocht. We weten dus niet of de positieve effecten ook na een paar maanden of jaren nog merkbaar zijn.
Mindfulness in België en Nederland
De meeste studies zijn gedaan in Aziatische of Angelsaksische landen. Cultuur speelt echter een grote rol in hoe mensen omgaan met stress, emoties en opvoeding.
In Nederland en België is mindfulness inmiddels best ingeburgerd, ook bij de GGZ en in scholen. Programma’s zoals “MYmind” combineren mindfulness met ouder-kindtraining en zijn al op diverse plekken uitgeprobeerd.
MYmind is een mindfulness-programma speciaal ontwikkeld voor kinderen en jongeren met autisme én hun ouders. Het werd in Nederland opgezet door psycholoog Susan Bögels en haar team aan de Universiteit van Amsterdam. De kracht van het programma zit in de combinatie: kind en ouder volgen allebei een training, parallel aan elkaar.
Het MYmind-programma bestaat meestal uit 8 tot 10 wekelijkse bijeenkomsten van ongeveer 1,5 uur. De sessies worden begeleid door een professional die getraind is in mindfulness én bekend is met autisme. Het doel is om beide partijen – ouder en kind – vaardigheden te leren om beter met stress, emoties en prikkels om te gaan.
Voor kinderen ligt de nadruk op het leren herkennen van gevoelens en gedachten, het verbeteren van aandachtsregulatie en het omgaan met overprikkeling. Dat gebeurt op een speelse manier: met ademhalingsoefeningen, korte meditaties, aandachtsopdrachten en het bespreken van situaties uit het dagelijks leven.
Voor ouders gaat het om het ontwikkelen van wat in de literatuur ‘mindful ouderschap’ heet: leren om bewuster te reageren, minder snel te oordelen en meer vanuit rust te handelen. Ook krijgen ouders inzicht in hun eigen stressreacties en patronen.
MYmind is geen ‘quick fix’, maar biedt families wel praktische tools om anders met moeilijke situaties om te gaan.
Toch blijft het belangrijk om goed te kijken wat past bij het kind én het gezin. Een kind met sterke weerstand tegen groepsactiviteiten of lichaamsgerichte oefeningen heeft wellicht baat bij een andere aanpak – of een heel andere vorm van ondersteuning.
En: mindfulness is geen vervanging van therapie. Het is een aanvulling. Zeker voor ouders die het gevoel hebben op hun tenen te lopen, kan het helpen om ademruimte te creëren. Maar dat vraagt wel inzet – en een beetje begeleiding.
Wat kunnen hier nu écht mee?
Mindfulness lijkt dus veelbelovend – maar niet magisch. De grootste winst zit bij de ouders. Als zij zich rustiger en bewuster voelen, heeft dat vaak een positieve invloed op het hele gezin.
Voor kinderen met autisme zijn de effecten subtieler. Er lijkt winst te zitten in sociale interactie, maar ander gedrag verandert niet vanzelf. Mindfulness moet dan ook niet gezien worden als ‘gedragstherapie in een nieuw jasje’, maar eerder als een manier om rust, aandacht en ruimte te brengen – óók in hectiek. Belangrijk is:
- Kies voor een goed begeleid programma, liefst met ervaring in autisme.
- Verwacht geen wonderen na drie keer ademhalen. Oefening baart rust.
- Kijk of het past bij de interesses en het niveau van je kind.
- Zie het als aanvulling, niet als vervanging van andere begeleiding.
Peng Q, Dong Y, Jin J, Ao H, Zhang C, Ma Y. The effectiveness of mindfulness-based interventions for children with autism and their parents: a systematic review and meta-analysis. Front Psychol. 2025 Jun 27;16:1526001. doi: 10.3389/fpsyg.2025.1526001. PMID: 40657585; PMCID: PMC12245922.



