Het mysterie van autisme: Waarom meer jongens dan meisjes?

Een deel van deze verhouding kan worden verklaard door diagnostische vooringenomenheid. Een belangrijke theorie over autisme, het ‘vrouwelijk beschermend effect’, biedt ook een krachtige verklaring. De theorie suggereert dat meisjes en vrouwen biologisch beschermd zijn tegen autisme.

Hier leggen we de theorie uit en gaan we door de gegevens die deze ondersteunen of ondermijnen.

Wat zijn de oorsprong van de theorie van het vrouwelijk beschermend effect? In de jaren 80 ontdekte Luke Tsai, destijds verbonden aan de Universiteit van Michigan in Ann Arbor, dat autistische meisjes gemiddeld meer familieleden hebben met autisme of bepaalde taalstoornissen dan jongens met de aandoening. Deze bevinding suggereert dat meisjes meer factoren die verband houden met autisme moeten erven dan jongens om kenmerken van de aandoening te vertonen. Verschillende grote onderzoeken sindsdien hebben de observatie van Tsai ondersteund.

Welk bewijs ondersteunt deze theorie?

Het meest overtuigende bewijs voor de theorie komt uit verschillende grote onderzoeken naar families of tweelingen. Een onderzoek toonde aan dat de jongere broers en zussen van autistische meisjes een grotere kans hebben om ook de aandoening te hebben dan de jongere broers en zussen van autistische jongens. Andere onderzoeken suggereren dat meisjes meer resistent zijn tegen mutaties die verband houden met autisme dan jongens – dat wil zeggen, meisjes kunnen dezelfde mutaties dragen als autistische jongens en toch de aandoening niet hebben.

Sommige studies suggereren dat er meer mutaties, of ‘hits’, nodig zijn om autisme te activeren bij meisjes dan bij jongens. Een onderzoek uit 2011 toonde aan dat autistische meisjes meer spontane DNA-duplicaties of deleties hebben, zogenaamde copy number variations (CNV’s), dan autistische jongens3; een ander onderzoek bevestigde deze bevinding drie jaar later. Dit onderzoek rapporteerde ook dat autistische meisjes drie keer zoveel kans hebben als jongens om CNV’s te dragen die autismegenen omvatten.

Sommige dierexperimenten ondersteunen ook de theorie. Vrouwelijke muizen met een verwijdering in het chromosomale gebied 16p11.2, dat in verband wordt gebracht met autisme, hebben niet de leerproblemen die mannetjes met de verwijdering hebben; ze lijken dit verlies te compenseren door middel van een eiwit genaamd ERK. Een ander team ontdekte dat vrouwelijke muizen van een andere muizensoort met de 16p11.2-verwijdering dit gedragsmatig compenseren.

Kan diagnostische vooringenomenheid in plaats van dit beschermende effect de geslachtsverhouding bij autisme verklaren?

Ja. Autisme manifesteert zich anders bij meisjes dan bij jongens. Maar de instrumenten die worden gebruikt voor de diagnose en screening van autisme zijn voornamelijk gebaseerd op gegevens van jongens. Ze houden vaak geen rekening met variatie in autistische kenmerken tussen de geslachten.

Als gevolg hiervan worden veel autistische vrouwen en meisjes laat of helemaal niet gediagnosticeerd. Deze onderdiagnose kan hebben geleid tot een vertekende geslachtsverhouding.

Is er bewijs dat het vrouwelijk beschermend effect tegenspreekt?

Ja, maar niet veel. Als autistische meisjes meer familiaire risicofactoren dragen dan autistische jongens, zouden de broers en zussen van autistische meisjes ook een verhoogd risico moeten hebben op autisme of autistische kenmerken. Maar sommige wetenschappers hebben het tegenovergestelde gevonden.

Een onderzoek uit 2015 vond geen verband tussen het geslacht van autistische kinderen en de mate van autistische kenmerken bij hun jongere broers en zussen5. Een ander onderzoek uit 2013 toonde aan dat broers en zussen van autistische meisjes meer autistische kenmerken hebben dan broers en zussen van autistische jongens. Over het algemeen is er meer steun voor de theorie dan ertegen.

Waarom is het belangrijk om dit effect te bestuderen?

Het karakteriseren van factoren die meisjes beschermen tegen autisme kan onderzoekers helpen bij het ontwikkelen van gerichte behandelingen of het verlagen van de risico’s die gepaard gaan met de aandoening.

Maar het vinden van een biologische verklaring voor het vrouwelijk beschermend effect moet eerst gebeuren. Tot nu toe is al het bewijs dat de theorie ondersteunt indirect. Idealiter zouden wetenschappers specifieke aspecten van moleculaire processen bij meisjes identificeren die ten grondslag liggen aan hun weerstand tegen autisme.

Een team onderzoekt sekseverschillen in de hersenen van autistische individuen; een ander doorzoekt de genomen van grote aantallen meisjes op genetische varianten die het beschermende effect kunnen verklaren.

Tsai L. et al. J. Autism Dev. Disord. 11, 165-173 (1981) PubMed
Werling D.M. and D.H. Geschwind Mol. Autism 6, 27 (2015) PubMed
Levy D. et al. Neuron 70, 886-897 (2011) PubMed
Jacquemont S. et al. Am. J. Hum. Genet. Epub ahead of print (2014) PubMed
Messinger D.S. et al. Mol. Autism 6, 32 (2015) PubMed
Robinson E.B. et al. Proc. Natl. Acad. Sci. USA 110, 5258-5262 (2013) PubMed
Gockley J. et al. Mol. Autism 6, 25 (2015) PubMed

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.