Comorbiditeiten en de (on)bruikbaarheid van de AQ-test

Hoewel autisme vaak al in de vroege kindertijd wordt herkend, kan het ook pas op latere leeftijd worden vastgesteld. Dit artikel bespreekt een recente studie die zich richtte op volwassenen zonder verstandelijke beperking die mogelijk autisme hebben, maar pas op volwassen leeftijd werden gediagnosticeerd.

De studie onderzocht 106 individuen in een autisme polikliniek en verzamelde gegevens over de differentiële diagnoses (DDX) en comorbiditeiten die bij deze volwassenen werden vastgesteld. Differentiële diagnoses verwijzen naar andere aandoeningen die vergelijkbare symptomen kunnen vertonen als autisme, zoals stemmingsstoornissen, fobieën en persoonlijkheidsstoornissen. Comorbiditeiten zijn bijkomende medische aandoeningen die samen voorkomen met autisme.

De resultaten toonden aan dat affectieve stoornissen, zoals depressie en angst, veel voorkwamen bij zowel de groep volwassenen met autisme als de groep zonder autisme. Andere differentiële diagnoses waren onder andere fobieën en persoonlijkheidsstoornissen. Dit benadrukt het belang van het screenen op andere aandoeningen bij volwassenen die worden verdacht van autisme, aangezien deze comorbiditeiten hun dagelijks leven kunnen beïnvloeden en de juiste behandeling noodzakelijk is.

De onderzoekers gebruikten ook de Autism Quotient (AQ), een zelfbeoordelingsvragenlijst, om te bepalen of het een geschikt instrument was voor screening op autisme bij volwassenen. Uit de analyse bleek echter dat de AQ beperkte differentiatie vertoonde tussen personen met en zonder autisme. De AQ had een AUC (Area Under the Curve) van 0,527, wat aangeeft dat het geen sterk onderscheidend vermogen had. De gevoeligheid van de AQ, wat aangeeft hoe goed het autisme detecteert, was 70%, terwijl de specificiteit, wat aangeeft hoe goed het onderscheid maakt tussen mensen zonder autisme, slechts 35% was.

De conclusie van de studie is dat volwassenen die verdacht worden van autisme vaak te maken hebben met andere diagnoses en comorbiditeiten. Het is belangrijk om een interdisciplinaire diagnostische procedure te volgen, waarbij gestandaardiseerde schalen worden gebruikt om een nauwkeurige diagnose te stellen. Dit helpt bij het identificeren van andere mogelijke aandoeningen die samen kunnen voorkomen met autisme, zoals stemmingsstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen. Op deze manier kan een passende behandeling en ondersteuning worden geboden.

Wat betreft de Autism Quotient (AQ), blijkt uit de resultaten van de studie dat het geen betrouwbaar instrument is voor het screenen op autisme bij volwassenen. Hoewel het enige gevoeligheid vertoont, mist het de specificiteit die nodig is om een nauwkeurige diagnose te stellen. Dit benadrukt de noodzaak van een uitgebreidere en multidisciplinaire benadering bij het diagnosticeren van autisme bij volwassenen.

Sappok T, Bayer M, Tarasova D, Kaiser H, Bergmann T. Autismus-Spektrum-Störungen im Erwachsenenalter: Empirische Befunde zu Komorbiditäten, Differenzialdiagnosen und dem klinischen Nutzen des AQ [Autism Spectrum Disorders in Adulthood: Empirical Findings on Comorbidities, Differential Diagnoses, and the Clinical Utility of the AQ]. Psychiatr Prax. 2023 May 9. German. doi: 10.1055/a-2044-8540. Epub ahead of print. PMID: 37160157.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.