Het ouderschap staat voor een uitdaging wanneer het ene kind het label “hoogbegaafd” krijgt en het andere niet. In dit artikel verkennen we hoe ouders kunnen navigeren door deze situatie zonder het gezinsleven te verstoren. Belangrijk is om te beseffen dat het label niet altijd een nauwkeurige weerspiegeling is van de capaciteiten van een kind.
Wanneer één kind als bijzonder of zelfs als een ster wordt erkend, en de ander niet, brengt dit serieuze uitdagingen met zich mee voor ouders. In het geval van academische begaafdheid kan het “begaafde” kind zich intellectueel superieur voelen, worstelen met het gevoel een bedrieger te zijn, of zichzelf naar beneden halen om de gevoelens van hun broer of zus te beschermen.
Het “niet-begaafde” kind kan zichzelf als minder intelligent beschouwen, wat schadelijk kan zijn voor hun zelfvertrouwen en bereidheid om academische risico’s te nemen. Dit kan leiden tot een verwijdering tussen de kinderen, met gevoelens van minachting, onzekerheid, wrok, of schuld die interfereren met een voorheen warme relatie.
Wanneer één kind als hoogbegaafd wordt bestempeld en een ander niet, betekent dit niet dat het ene kind slimmer is dan het andere. Elk kind heeft unieke interesses en sterke punten die niet allemaal door tests kunnen worden gemeten.
Iedereen is een genie. Maar als je een vis beoordeelt op zijn vermogen om in een boom te klimmen, zal hij zijn hele leven geloven dat hij dom is.
Albert Einstein
De hele kwestie van het identificeren van begaafdheid is controversieel en kan leiden tot problemen zoals hier beschreven. Testen als hoogbegaafd kan afhankelijk zijn van verschillende factoren, waaronder testangst, onbegrip van testvereisten, gezondheid op de dag van de test, motivatie om te slagen, de aard van de test zelf, of andere redenen die niets te maken hebben met de competenties van het kind.
Individuele gesprekken:
- Bespreek de resultaten met velk kind.
- Benadruk de unieke sterke punten en vaardigheden die niet door tests worden gemeten.
- Vertel hen dat iedereen verschillende mogelijkheden en leerbehoeften heeft en het jouw taak ia als ouder om ervoor te zorgen dat ze de best mogelijke educatie krijgen, ongeacht het label.
Verwerking van resultaten:
- Geef je kinderen de tijd om de resultaten te verwerken.
- Wees beschikbaar voor vragen en gesprekken over zorgen en angsten die ze mogelijk hebben.
Discussie:
- Bespreek de situatie als gezin.
- Benadruk de unieke sterke punten van elk kind.
- Laat het “hoogbegaafde” kind genieten van het label, maar zorg ervoor dat het niet als een absolute vergelijking wordt gezien zonder te praten over de sterke punten van het “niet-begaafde” kind.
Academische implicaties:
- Richt je op het vinden van een optimale match tussen de capaciteiten van elk kind en wat ze op school krijgen.
Leeropties:
- Denk aan versnelling op volledig niveau of op specifieke gebieden van kracht, buitenschoolse klassen, projectgebaseerd leren, begeleid zelfstandig leren, online leren, en meer.
- Deze opties kunnen zowel voor het “niet-begaafde” kind als voor het als “begaafd” aangemerkte kind worden overwogen.
Het kan een uitdaging zijn als één kind als begaafd wordt bestempeld en een ander niet. Door dit als een opvoeduitdaging te benaderen en te benadrukken dat het identificatieproces onbetrouwbaar is, en dat elk kind zijn eigen sterke punten heeft, kan dit probleem worden omgezet in een kans voor groei, begrip en verbeterde gezinsverbinding.
Being Smart about Gifted Learning by Dona Matthews and Joanne Foster