ADHD

Overdiagnose ADHD: Een kritische analyse

De diagnose van ADHD bij kinderen en adolescenten heeft de afgelopen decennia een opmerkelijke stijging gekend. Waar ADHD vroeger als een zeldzame aandoening werd gezien, lijkt het tegenwoordig steeds vaker gediagnosticeerd te worden. Dit roept de vraag op: is er daadwerkelijk een toename in het aantal kinderen met ADHD, of worden er simpelweg meer diagnoses gesteld? In dit artikel bespreken we de bevindingen van een uitgebreid onderzoek naar de mogelijke overdiagnose van ADHD, uitgevoerd door Luise Kazda.

Achtergrond en belang van het onderzoek

ADHD is een neuroontwikkelingsstoornis die gekenmerkt wordt door symptomen van onoplettendheid, hyperactiviteit en impulsiviteit. Deze symptomen kunnen leiden tot significante beperkingen in het dagelijks functioneren van kinderen, zowel op school als thuis. Echter, de criteria voor ADHD-diagnoses zijn de afgelopen jaren uitgebreid, wat heeft geleid tot een groeiend aantal diagnoses. Dit fenomeen, bekend als overdiagnose, houdt in dat kinderen worden gediagnosticeerd met ADHD terwijl hun symptomen mogelijk niet ernstig genoeg zijn om de diagnose te rechtvaardigen.

Het onderzoek van Kazda et al. richt zich op het systematisch identificeren en evalueren van bewijzen voor de overdiagnose van ADHD bij kinderen en adolescenten. Door middel van een systematische scoping review hebben de onderzoekers een uitgebreid overzicht gecreëerd van de literatuur op dit gebied, met als doel een beter inzicht te krijgen in de factoren die bijdragen aan de toenemende diagnosecijfers en de mogelijke gevolgen hiervan.

Methodologie van het onderzoek

Kazda en haar team volgden een systematische scoping review methode, gebaseerd op de PRISMA-ScR en Joanna Briggs Methodology richtlijnen. Dit houdt in dat zij een uitgebreide zoektocht hebben uitgevoerd in meerdere databanken, zoals MEDLINE, Embase, en PsychINFO, naar studies gepubliceerd tussen januari 1979 en augustus 2020. Ze richtten zich op studies die kinderen en adolescenten met ADHD onderzochten en specifiek keken naar overdiagnose.

De kern van hun benadering was een vijf-vragen raamwerk, ontwikkeld voor het detecteren van overdiagnose in niet-kanker aandoeningen. De vragen waren: 1) Is er potentieel voor een toename in diagnoses? 2) Is de diagnose daadwerkelijk toegenomen? 3) Zijn de extra gevallen subklinisch of laag risico? 4) Zijn sommige van de extra gevallen behandeld? 5) Wegen de nadelen op tegen de voordelen van diagnose en behandeling?

Bevindingen

Potentieel voor toename van diagnoses

Het onderzoek identificeerde een groot reservoir van potentieel diagnoseerbare ADHD, wat suggereert dat er ruimte is voor toename in diagnoses. Deze variatie werd duidelijk door verschillen in diagnose tussen subpopulaties, zoals geslacht, leeftijd en sociaaleconomische status. Jongens werden bijvoorbeeld vaker gediagnosticeerd dan meisjes, en jongere kinderen in een klas hadden een hogere kans op een diagnose dan oudere kinderen.

Werkelijke toename in diagnose

Uit de analyse bleek dat het aantal ADHD-diagnoses consistent is toegenomen van 1989 tot 2017. Deze toename kan deels worden toegeschreven aan veranderingen in de diagnostische criteria, waardoor meer kinderen in aanmerking komen voor de diagnose.

Mildere gevallen en lage risico diagnoses

Een significant deel van de nieuwe diagnoses betrof kinderen met mildere symptomen van ADHD. Deze kinderen hadden vaak minder ernstige symptomen en vertoonden lagere niveaus van beperking. Dit roept de vraag op of de voordelen van diagnose en behandeling voor deze groep opwegen tegen de potentiële nadelen.

Toename van farmacologische behandeling

Naast de toename in diagnoses, nam ook het gebruik van medicamenteuze behandelingen toe. Dit was vooral zorgwekkend voor kinderen met mildere symptomen, waarbij de voordelen van medicatie mogelijk niet opwegen tegen de risico’s en bijwerkingen.

Voordelen en nadelen van diagnose en behandeling

Het onderzoek toonde aan dat er zowel voordelen als nadelen verbonden zijn aan de diagnose en behandeling van ADHD. Voordelen omvatten een beter begrip van de problemen en toegang tot ondersteuning en hulp. Echter, nadelen zoals stigma, verkeerde labeling, en medische bijwerkingen kunnen de voordelen overschaduwen, vooral bij kinderen met mildere symptomen.

Implicaties voor ouders en onderwijzers

Gezien de bevindingen van dit onderzoek is het belangrijk dat ouders en onderwijzers zorgvuldig nadenken voordat ze een ADHD-diagnose laten stellen. Voor kinderen met milde symptomen kan het nuttig zijn om een afwachtende benadering te hanteren en te focussen op gedragsinterventies en aanpassingen in de omgeving, in plaats van direct over te gaan op medicamenteuze behandeling. Een stapsgewijze diagnosebenadering, zoals voorgesteld door sommige experts, kan helpen om onnodige diagnoses en behandelingen te vermijden.

Toekomstige richtingen en aanbevelingen

Er is dringend behoefte aan verder onderzoek naar de lange termijn effecten van ADHD-diagnose en -behandeling, vooral voor kinderen met mildere symptomen. Beleidsmakers en gezondheidswerkers moeten zich bewust zijn van de risico’s van overdiagnose en streven naar een evenwichtige benadering die de gezondheid en het welzijn van kinderen centraal stelt. Aanbevelingen voor ouders en onderwijzers omvatten het zoeken naar een second opinion bij twijfel over een diagnose en het actief betrekken van kinderen bij beslissingen over hun behandeling.

Conclusie

De bevindingen van het onderzoek door Kazda et al. wijzen op een significante overdiagnose en overtreatment van ADHD bij kinderen en adolescenten. Hoewel diagnose en behandeling essentieel kunnen zijn voor kinderen met ernstige symptomen, is het belangrijk om voorzichtig te zijn bij het diagnosticeren van mildere gevallen. Een gebalanceerde en weloverwogen benadering is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de voordelen van een diagnose en behandeling opwegen tegen de nadelen.

Kazda L, Bell K, Thomas R, McGeechan K, Sims R, Barratt A. Overdiagnosis of Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder in Children and Adolescents: A Systematic Scoping Review. JAMA Netw Open. 2021 Apr 1;4(4):e215335. doi: 10.1001/jamanetworkopen.2021.5335. PMID: 33843998; PMCID: PMC8042533.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *