ADHD is toch iets van kinderen? Misschien pubers nog net? Dat idee leeft nog steeds bij veel mensen – inclusief artsen. Maar ondertussen weten we dat ADHD gewoon doorgaat als je volwassen wordt. En ja, ook als je grijs wordt.
Toch zie je het bijna nergens terug in de ouderenzorg. Geen ADHD-check bij het geheugenonderzoek, geen informatiefolders in het ziekenhuis, geen aandacht in het verpleeghuis. En dat terwijl het wel degelijk voorkomt. Sterker nog, bij een deel van de ouderen die zich “anders” voelen, veel prikkels vermijden of moeite hebben met plannen en overzicht, speelt ADHD een rol.
In dit artikel nemen we je mee in de wereld van ADHD op leeftijd. Wat gebeurt er met je symptomen als je ouder wordt? Welke problemen komen erbij kijken – én welke positieve kanten blijven overeind? En waarom is het zo belangrijk om hier meer aandacht voor te hebben in Nederland en België?
Hoe ziet ADHD eruit als je ouder bent?
De kernsymptomen blijven hetzelfde: moeite met aandacht, impulsiviteit, en in sommige gevallen hyperactiviteit. Maar hoe die eruitzien, verandert.
Een ouder iemand rent misschien niet meer rusteloos door het huis – maar kan wel voortdurend “aan” staan in het hoofd. Gedachten die over elkaar buitelen, moeite om te focussen, en snel afgeleid raken: het hoort er allemaal bij.
In de praktijk komt dat neer op: afspraken vergeten, taken eindeloos uitstellen, moeite met het plannen van een dag, en een hoofd vol ideeën maar weinig overzicht. Sommige mensen ervaren onrust vooral lichamelijk, zoals niet stil kunnen zitten of friemelen, maar bij veel ouderen verplaatst die onrust zich naar binnen.
Ook impulsiviteit neemt meestal wat af, maar kan nog steeds zichtbaar zijn. Denk aan impulsief geld uitgeven, plotseling van gedachten veranderen of zonder nadenken dingen zeggen die je later betreurt.
Een opvallend punt: sommige ouderen met ADHD zien zichzelf juist als druk, creatief of andersdenkend – en hebben nooit gedacht aan een diagnose. Ze hebben zich een leven lang aangepast of ‘ermee leren leven’, vaak ten koste van hun energie.
Vergeetachtigheid of ADHD?
Als je op latere leeftijd merkt dat je dingen vergeet of chaotisch wordt, denk je al snel aan ouderdom of beginnende dementie. Maar het zou ook ADHD kunnen zijn. En dat verschil is belangrijk.
Mensen met ADHD hebben vaak al sinds hun jeugd moeite met werkgeheugen en concentratie. Dat betekent: dingen kwijtraken, instructies vergeten, de draad kwijtraken in een gesprek. Als je ouder wordt, kunnen die klachten verergeren – maar ze kunnen ook verward worden met cognitieve achteruitgang.
In Nederland en België is het nog niet standaard om bij geheugenpoli’s te screenen op ADHD. Zonde, want het verschil in behandeling is groot. Een verkeerde diagnose (bijvoorbeeld dementie in plaats van ADHD) kan leiden tot verkeerde medicijnen, onnodige zorgen en vooral: geen passende hulp.
Het lastige is dat ADHD en ouderdom beide kunnen leiden tot vergeetachtigheid, mentale traagheid en minder overzicht. Alleen: bij ADHD is dat er vaak al een leven lang, en zit het niet per se in een geleidelijke achteruitgang.
Depressie, angst en verslaving
ADHD komt zelden alleen. Bij ouderen met ADHD zijn depressieve gevoelens en angstklachten heel normaal. In sommige studies had meer dan de helft last van depressie, en ruim 40% van angst.
Dat maakt het extra ingewikkeld. Want veel symptomen overlappen. Geen energie hebben, piekeren, slecht slapen – komt dat door ADHD of depressie? Of allebei?
Ook verslaving komt vaker voor. Ouderen met ADHD hebben bijvoorbeeld vaker een verleden met alcohol-, nicotine- of medicijngebruik. Soms uit verveling, soms om onrust te dempen.
En hoe zit het met lichamelijke aandoeningen? Meestal lijken ouderen met ADHD fysiek redelijk gezond, maar er zijn signalen dat ADHD samenhangt met bijvoorbeeld hart- en vaatproblemen.
Een ander probleem: mensen met ADHD krijgen vaak meerdere medicijnen (polyfarmacie). Dat maakt het risico op bijwerkingen groter, zeker op oudere leeftijd.
Leven met ADHD: De lange nasleep
Ouderen met ADHD dragen vaak een rugzak mee. Veel zijn nooit gediagnosticeerd toen ze jong waren – simpelweg omdat ADHD in hun tijd niet als volwassenstoornis werd gezien.
Dat betekent: een leven lang zoeken naar grip, ploeteren met administratie, lastige relaties, onbegrip op het werk. Sommige ouderen hebben daardoor minder opleiding afgerond dan ze aankonden, vaker van baan gewisseld, of financiële problemen gehad.
Ook als je inmiddels met pensioen bent, kun je daar nog steeds de gevolgen van merken. Minder pensioenopbouw, sociale schaamte, of het gevoel te zijn ‘achtergebleven’.
Toch is het beeld niet alleen negatief. Veel ouderen met ADHD hebben juist ook veerkracht ontwikkeld. Ze hebben geleerd om creatief om te gaan met hun uitdagingen, hulp te zoeken of hun leven aan te passen aan hun eigen manier van denken.
Eenzaam maar energiek: Sociaal leven op latere leeftijd
ADHD en relaties: het blijft een complexe combinatie. Impulsief reageren, overprikkeld raken in gezelschap, of moeite hebben met aanvoelen wat de ander nodig heeft – het kan zorgen voor misverstanden en spanningen.
Veel ouderen met ADHD geven aan zich sociaal geïsoleerd te voelen. Vriendschappen verwateren, familiebanden zijn kwetsbaar. Sommige mensen hebben het gevoel “er niet bij te horen” of “anders te zijn”.
Tegelijk zijn er ook positieve kanten. Mensen met ADHD zijn vaak trouw, gepassioneerd en sociaal betrokken. Ze zetten zich in voor anderen, zijn creatief in het bedenken van oplossingen, en bruisen van de ideeën.
Eén op de drie ziet zichzelf zelfs als “pleitbezorger voor de underdog” – iemand die zich inzet voor mensen die niet goed gehoord worden. Herkenbaar?
Een ondersteunende partner maakt een wereld van verschil. Maar als die wegvalt – bijvoorbeeld door overlijden – kan het dagelijks leven ineens een stuk moeilijker worden.
Diagnostiek en zorg: Waarom het vaak misgaat
In de praktijk wordt ADHD bij ouderen zelden herkend. Veel artsen denken er simpelweg niet aan. En de diagnose stellen is ook lastig: symptomen overlappen met depressie, ouderdom, of beginnende dementie.
Bovendien zijn de officiële criteria (zoals die in de DSM-5 staan) nog steeds vooral gericht op kinderen en jongvolwassenen. Dingen als “niet stil kunnen zitten in de klas” zeggen niet zoveel over een zeventiger.
Ook speelt mee dat veel ouderen moeite hebben om zich hun jeugd te herinneren – terwijl dat voor de diagnose officieel wél moet. Geen wonder dus dat de diagnose vaak wordt gemist.
In Nederland en België is er nog weinig richtlijn of standaardzorg voor ADHD bij ouderen. Psychologen, huisartsen en geriatrisch specialisten weten soms niet goed wat ze met een vermoeden van ADHD moeten. En dat terwijl een juiste diagnose een wereld van verschil kan maken – niet alleen medisch, maar ook qua zelfbegrip en acceptatie.
Wat kunnen we hiervan leren?
Het beeld van ADHD als ‘kinderprobleem’ is achterhaald. We weten nu dat het bij veel mensen een leven lang blijft.
Bij ouderen uit het zich anders – maar het is er nog steeds. Vaak met minder druk gedrag, maar juist meer vergeetachtigheid, innerlijke onrust en emotionele kwetsbaarheid.
Dat vraagt om een nieuwe manier van kijken in de ouderenzorg. En om betere signalering, erkenning én ondersteuning – ook als iemand pas op zijn zeventigste voor het eerst “ADHD” hoort.
Samenvatting
- ADHD verdwijnt niet met de jaren – de symptomen veranderen wel.
- Vergeetachtigheid en concentratieproblemen kunnen ook ADHD zijn, niet alleen ouderdom.
- Comorbiditeit met depressie, angst en verslaving is eerder regel dan uitzondering.
- Veel ouderen met ADHD blijven ongediagnosticeerd en kampen met een levenslange nasleep.
- Relaties en sociale contacten zijn vaak ingewikkeld, maar veerkracht en creativiteit blijven opvallend aanwezig.
Fischer S, Nilsen C. ADHD in older adults – a scoping review. Aging Ment Health. 2024;28(9):1189-1196. doi:10.1080/13607863.2024.2339994