Recent onderzoek heeft zich gericht op mogelijke verbanden tussen autisme en vitamine D, een essentieel nutriënt dat betrokken is bij verschillende lichaamsprocessen, waaronder de ontwikkeling van het zenuwstelsel. Verschillende studies hebben aangetoond dat mensen met autisme lagere niveaus van vitamine D hebben in vergelijking met de algemene bevolking. Dit heeft geleid tot de hypothese dat vitamine D-tekorten een rol kunnen spelen bij het ontstaan of verergeren van ASS-symptomen. Dit idee wordt ondersteund door het feit dat vitamine D ook geassocieerd is met andere psychische stoornissen, zoals depressie. Echter, tot op heden zijn de resultaten van deze onderzoeken niet eenduidig en is er behoefte aan een duidelijkere verklaring.
Het onderzoek naar vitamine D en autisme
Dit onderzoek, uitgevoerd door een team wetenschappers uit China, heeft zich gericht op de vraag of er een oorzakelijk verband bestaat tussen vitamine D-tekorten en autisme. De onderzoekers gebruikten hiervoor een specifieke genetische analysetechniek genaamd Mendeliaanse randomisatie. Deze methode maakt gebruik van genetische varianten als instrumenten om de causaliteit tussen een risicofactor, zoals een lage vitamine D-spiegel, en een gezondheidsuitkomst, zoals autisme, te onderzoeken. Het voordeel van deze techniek is dat het de invloed van verstorende factoren (zoals leefgewoonten of andere gezondheidsproblemen) minimaliseert, waardoor er een zuiverder beeld ontstaat van de mogelijke oorzaak-gevolgrelatie.
Het onderzoek gebruikte gegevens uit grote genetische studies (GWAS, Genome-Wide Association Studies) die zowel de vitamine D-niveaus als de aanwezigheid van ASS in verschillende populaties onderzochten. De onderzoekers pasten zowel een positieve als omgekeerde analyse toe: ze onderzochten niet alleen of een laag vitamine D-niveau leidde tot een verhoogde kans op autisme, maar ook of de aanwezigheid van ASS van invloed was op de vitamine D-niveaus in het lichaam.
Bevindingen: Geen verband tussen vitamine D en autisme
Een van de belangrijkste bevindingen van het onderzoek is dat er geen direct oorzakelijk verband werd gevonden tussen vitamine D-tekorten en het ontstaan van autisme. De resultaten van de analyse, uitgevoerd met verschillende statistische methoden, toonden aan dat lage vitamine D-spiegels niet leidden tot een verhoogd risico op het ontwikkelen van ASS. Dit suggereert dat suppletie van vitamine D waarschijnlijk geen effectieve manier is om autisme te voorkomen of te behandelen.
In de zogenaamde ‘positieve’ analyse, waarin werd onderzocht of vitamine D van invloed is op autisme, werd geen significant verband gevonden. De odds ratio (OR) – een maat voor de kans op het ontwikkelen van een aandoening – was 0,984, wat betekent dat er geen verhoogd risico was op ASS bij mensen met lage vitamine D-niveaus. Dit resultaat werd bevestigd door een aanvullende validatiefase, waarbij ook geen causale relatie werd ontdekt.
Omgekeerde relatie: Autisme kan vitamine D-niveaus beïnvloeden
Een verrassende ontdekking werd gedaan in de omgekeerde analyse, waarin werd gekeken of ASS van invloed is op de vitamine D-niveaus in het lichaam. De onderzoekers vonden namelijk wel een significant verband in deze richting: mensen met ASS hebben een grotere kans op lagere vitamine D-niveaus. Dit resultaat werd ondersteund door verschillende statistische tests en werd bevestigd in de validatiefase van het onderzoek.
Er zijn verschillende mogelijke verklaringen voor deze bevinding. Ten eerste zouden mensen met ASS minder tijd buitenshuis kunnen doorbrengen, wat leidt tot minder blootstelling aan zonlicht en daarmee minder aanmaak van vitamine D in de huid. Daarnaast kunnen gedragsmatige factoren, zoals kieskeurigheid in eten, ook een rol spelen bij het ontstaan van een vitamine D-tekort. Mensen met ASS hebben vaak beperkte dieetvoorkeuren, wat kan leiden tot een onevenwichtige inname van voedingsstoffen, waaronder vitamine D.
Daarnaast suggereren sommige onderzoekers dat ASS zelf zou kunnen leiden tot veranderingen in de manier waarop het lichaam vitamine D verwerkt. Genetische varianten die betrokken zijn bij het metabolisme van vitamine D zouden bijvoorbeeld anders kunnen functioneren bij mensen met ASS, waardoor hun lichaam minder efficiënt in staat is om vitamine D op te nemen of te gebruiken.
Wat betekenen deze resultaten voor de praktijk?
De bevindingen van dit onderzoek hebben belangrijke implicaties voor de behandeling en begeleiding van mensen met ASS. Allereerst is het duidelijk dat vitamine D-supplementen geen effectief middel zijn om ASS te behandelen of de symptomen te verlichten. Hoewel eerdere onderzoeken een verband suggereerden tussen lage vitamine D-niveaus en ASS, toont dit onderzoek aan dat suppletie van vitamine D waarschijnlijk geen directe invloed heeft op de symptomen van ASS.
Toch kunnen de lagere vitamine D-niveaus bij mensen met ASS gevolgen hebben voor hun algehele gezondheid, aangezien vitamine D betrokken is bij vele andere lichaamsprocessen, zoals het immuunsysteem en de botgezondheid. Het is daarom belangrijk om ervoor te zorgen dat mensen met ASS voldoende vitamine D binnenkrijgen, vooral omdat zij mogelijk minder tijd buiten doorbrengen of een beperkter dieet hebben.
Conclusie
Het onderzoek toont aan dat er geen direct oorzakelijk verband is tussen vitamine D-tekorten en ASS, en dat suppletie van vitamine D daarom geen effect heeft op de symptomen van ASS. Wel blijkt uit de resultaten dat mensen met autisme vaker een lager vitamine D-niveau hebben, wat mogelijk te maken heeft met hun levensstijl of de manier waarop hun lichaam vitamine D verwerkt. Voor zorgverleners en behandelaars is het belangrijk om hierop te letten, zodat de algemene gezondheid van mensen met ASS gewaarborgd blijft.
Gao T, Dang W, Jiang Z, Jiang Y. Exploring the Missing link between vitamin D and autism spectrum disorder: Scientific evidence and new perspectives. Heliyon. 2024 Aug 22;10(17):e36572. doi: 10.1016/j.heliyon.2024.e36572. PMID: 39281535; PMCID: PMC11401093.