Waarom zien we de fouten van anderen sneller dan die van onszelf?

We leven in een wereld waarin we dagelijks met vooroordelen en overtuigingen worden geconfronteerd. Of het nu gaat om politieke discussies, sociale interacties of beslissingen op de werkvloer, iedereen heeft onbewust een bepaald perspectief. Interessant genoeg lijken we ons er vaak van bewust te zijn wanneer anderen bevooroordeeld zijn, terwijl we onze eigen vooroordelen nauwelijks opmerken. Dit fenomeen, waarbij we sneller de fouten van anderen zien dan die van onszelf, stond centraal in een recent psychologisch onderzoek. De onderzoekers wilden begrijpen hoe mensen hun eigen vooringenomenheid in alledaagse situaties beoordelen en in welke mate ze dit toeschrijven aan anderen.

Cognitieve vooroordelen

Cognitieve vooroordelen zijn systematische fouten in ons denkproces. Ze ontstaan wanneer we informatie op een manier verwerken die onze bestaande overtuigingen en verwachtingen bevestigt. Een bekend voorbeeld hiervan is de zogenaamde myside bias. Dit is de neiging om informatie te interpreteren op een manier die onze eigen standpunten versterkt. Denk bijvoorbeeld aan een politieke discussie: mensen zijn geneigd om alleen informatie te onthouden die hun eigen standpunt ondersteunt, terwijl ze tegengestelde argumenten negeren of verwerpen. Dit kan ervoor zorgen dat mensen overtuigd blijven van hun eigen gelijk, zelfs als objectief bewijs iets anders aantoont.

Naast myside bias bestaan er sociale vooroordelen, zoals seksisme, racisme en leeftijdsdiscriminatie. Deze vooroordelen beïnvloeden ons oordeel over anderen op basis van kenmerken zoals geslacht, ras of leeftijd. Bijvoorbeeld, in een werkomgeving kan iemand onbewust aannemen dat een oudere collega minder snel een technologie zal begrijpen, simpelweg omdat die persoon ouder is.

Deze cognitieve en sociale vooroordelen spelen een grote rol in onze dagelijkse beslissingen en interacties. Maar zoals het onderzoek laat zien, erkennen mensen deze vooroordelen eerder bij anderen dan bij zichzelf.

Hoe werd de studie uitgevoerd?

Om te begrijpen hoe mensen hun eigen vooroordelen waarnemen, voerden de onderzoekers drie grootschalige studies uit. Hierbij werd aan deelnemers gevraagd om hypothetische scenario’s te beoordelen waarbij vooroordelen een rol konden spelen. De deelnemers werden willekeurig toegewezen aan twee groepen: een groep die hun eigen gedrag moest voorspellen en een groep die het gedrag van anderen moest beoordelen.

Enkele vaakvoorkomende vooroordelen die veel mensen, vaak onbewust, kunnen hebben:

  • Bevestigingsvooroordeel (Confirmation bias): Mensen zoeken en interpreteren informatie die hun bestaande overtuigingen bevestigt en negeren of minimaliseren tegenstrijdige informatie.
  • Myside bias: Dit is de neiging om informatie op een manier te verwerken die ons eigen standpunt ondersteunt, zelfs als er bewijs is dat het tegenovergestelde aantoont. Dit gebeurt vaak in politieke of ideologische discussies.
  • Stereotypering: Dit is de veralgemenisering van een bepaalde groep mensen op basis van ras, geslacht, leeftijd of een andere eigenschap. Bijvoorbeeld, de aanname dat oudere mensen minder technisch onderlegd zijn of dat bepaalde etnische groepen een bepaalde eigenschap gemeen hebben.
  • Halo-effect: De neiging om te denken dat iemand die één positieve eigenschap heeft, ook in andere opzichten beter is. Bijvoorbeeld, een aantrekkelijk persoon wordt vaak als competenter of vriendelijker gezien, zelfs zonder verdere informatie.
  • Horen-zeggen-vooroordeel (Bandwagon effect): Dit vooroordeel treedt op wanneer mensen geneigd zijn om een idee of overtuiging te volgen, simpelweg omdat veel anderen het ook doen.
  • Beschikbaarheidsheuristiek (Availability heuristic): Dit houdt in dat mensen geneigd zijn om beslissingen te baseren op informatie die snel in hun gedachten opkomt, zoals recente gebeurtenissen die ze hebben meegemaakt, zonder rekening te houden met bredere of meer objectieve informatie.
  • Attributiefout (Fundamental attribution error): Dit is de neiging om het gedrag van anderen toe te schrijven aan hun persoonlijkheid, terwijl we ons eigen gedrag vaker toeschrijven aan externe omstandigheden. Bijvoorbeeld, als iemand hard rijdt, wordt hij gezien als roekeloos, maar als wij hard rijden, is het vanwege haast of noodzaak.
  • Ingroup bias: Mensen zijn geneigd om degenen die tot hun eigen sociale groep behoren (vrienden, familie, collega’s) positiever te beoordelen dan mensen die buiten die groep vallen, ongeacht objectieve informatie.
  • Negativiteitsvooroordeel: Mensen hebben de neiging om meer aandacht te besteden aan negatieve gebeurtenissen en informatie dan aan positieve gebeurtenissen, wat onze kijk op de wereld somberder kan maken.
  • Status-quo-vooroordeel: Dit is de neiging om veranderingen te vermijden en de voorkeur te geven aan de huidige toestand, zelfs als verandering objectief gezien beter zou kunnen zijn.

    Deze vooroordelen spelen vaak een rol in ons dagelijkse leven. Door ze te herkennen, kunnen we proberen objectiever te worden in onze oordelen en beslissingen.

    Een voorbeeldscenario was als volgt: “Je bent een professor die een kandidaat voor een baan moet beoordelen. Je kent de kandidaat persoonlijk en vindt hem erg sympathiek. De kandidaat heeft gemiddeld drie artikelen per jaar gepubliceerd, wat gelijk is aan het gemiddelde aantal van je collega’s. Hoe zou je de prestaties van de kandidaat beoordelen?”

    Hierbij werd verwacht dat mensen hun eigen oordeel objectiever zouden inschatten, terwijl ze dachten dat anderen meer door hun persoonlijke voorkeuren zouden worden beïnvloed. In totaal waren er zestien van zulke scenario’s waarin deelnemers hun gedachten, gevoelens en gedrag moesten voorspellen.

    Anderen zijn bevooroordeeld, maar ik niet

    De resultaten waren duidelijk: mensen zijn veel sneller geneigd om vooroordelen bij anderen te herkennen dan bij zichzelf. In elk van de studies, ongeacht leeftijd, geslacht of opleidingsniveau, schreven de deelnemers meer vooroordelen toe aan anderen dan aan zichzelf.

    Opvallend was dat de myside bias sterker werd naarmate mensen sterker geloofden in het bestaan van vooroordelen. Met andere woorden, hoe meer iemand geloofde dat vooroordelen wijdverspreid zijn, hoe sterker deze persoon anderen als bevooroordeeld zag, terwijl hij of zij zichzelf als objectiever beschouwde. Dit patroon was consistent, zelfs als het ging om sociale vooroordelen zoals racisme, seksisme of leeftijdsdiscriminatie.

    Waarom denken we dat we zelf geen vooroordelen hebben?

    Waarom zijn mensen zo overtuigd van hun eigen objectiviteit, terwijl ze anderen als bevooroordeeld zien? Het antwoord ligt in een aantal psychologische mechanismen. Ten eerste speelt zelfbescherming een grote rol. We willen graag geloven dat we rationeel en eerlijk zijn, omdat dit ons zelfbeeld positief beïnvloedt. Het idee dat we zelf vatbaar zijn voor vooroordelen kan bedreigend zijn voor ons gevoel van eigenwaarde.

    Daarnaast is er sprake van wat psychologen een cognitieve blinde vlek noemen. Dit betekent dat we niet in staat zijn om onze eigen denkfouten te herkennen, omdat we denken dat we de wereld zien zoals die is. Anderen die het niet met ons eens zijn, moeten dus wel bevooroordeeld zijn.

    Kan deze denkfout worden verholpen?

    Interessant genoeg ontdekten de onderzoekers een mogelijke oplossing voor dit probleem. In hun derde studie vroegen ze deelnemers om tegelijkertijd hun eigen en andermans gedrag te beoordelen. Hierdoor moesten mensen zowel hun eigen als andermans perspectief in overweging nemen. Wat bleek? Wanneer mensen gedwongen werden om deze vergelijkingen te maken, verminderde de kloof tussen hoe zij zichzelf en anderen beoordeelden.

    Deze methode, waarbij mensen hun eigen denkprocessen naast die van anderen leggen, bleek effectief in het verminderen van vooroordelen. Het maakte mensen minder snel geneigd om anderen te beschuldigen van bevooroordeeld gedrag en hielp hen om een eerlijker beeld te krijgen van hun eigen denkfouten.

    Conclusie

    Het onderzoek laat zien dat we allemaal vatbaar zijn voor vooroordelen, maar dat we geneigd zijn om deze eerder bij anderen te herkennen dan bij onszelf. Dit heeft belangrijke implicaties voor onze sociale interacties, met name in een tijd waarin polarisatie en conflicten vaak voortkomen uit misverstanden en beschuldigingen van bevooroordeeld gedrag.

    Als we ons ervan bewust zijn dat we zelf net zo vatbaar zijn voor vooroordelen als anderen, kunnen we misschien beter communiceren en conflicten vermijden. Door zowel onze eigen als andermans perspectieven te overwegen, kunnen we een stap zetten naar meer begrip en minder verdeeldheid.

    Wang, Q., & Jeon, H. J. (2020). Bias in Bias Recognition: People View Others but not Themselves as Biased by Preexisting Beliefs and Social Stigmas. PLoS ONE 15(10): e0240232https://doi.org/10.1371/journal.pone.0240232

    Geef een reactie

    Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *