erfelijkheid

Erfelijkheid en ADHD: Eenvoudig uitgelegd

Wist je dat ADHD vaak in families voorkomt? Onderzoekers hebben ontdekt dat de kans op ADHD groter is als iemand in je familie het ook heeft. Studies laten zien dat de genen die je van je ouders erft een belangrijke rol spelen. Zo blijkt uit onderzoek dat broers en zussen van kinderen met ADHD negen keer meer kans hebben om het zelf ook te krijgen.

Tweelingen zijn vaak een bron van inzichten voor onderzoekers. Bij identieke tweelingen, die precies dezelfde genen delen, is de kans veel groter dat ze beiden ADHD hebben dan bij niet-identieke tweelingen, die minder genetisch op elkaar lijken. Dit laat zien hoe sterk de erfelijkheid meespeelt.

Genen en ADHD

Er is niet één specifiek “ADHD-gen.” In plaats daarvan gaat het om veel verschillende genen, die elk een klein beetje bijdragen aan de kans op ADHD. Dit wordt “polygenetische erfelijkheid” genoemd. Denk aan een puzzel: elk gen is een stukje van het geheel.

Met nieuwe technieken kunnen onderzoekers het DNA van duizenden mensen tegelijk analyseren. Ze hebben genen ontdekt die een rol spelen in hoe de hersenen werken, zoals die verantwoordelijk voor aandacht en impulscontrole. Toch hebben deze genen meestal maar een klein effect. Het is dus een combinatie van veel factoren die uiteindelijk bepaalt of iemand ADHD krijgt.

Waarom is dit belangrijk? Deze inzichten helpen wetenschappers om beter te begrijpen hoe ADHD ontstaat. Dit kan in de toekomst leiden tot nieuwe medicijnen of behandelingen die beter zijn afgestemd op de oorzaak van de symptomen.

Wat betekent dit voor jou?

Als je ADHD hebt, kun je je misschien afvragen: “Wat heb ik aan deze informatie?” Het belangrijkste is dat het laat zien dat ADHD niet “jouw schuld” is. Het is iets dat deels in je genen zit. Dat kan helpen om jezelf beter te begrijpen.

Genetisch onderzoek laat zien dat ADHD overlapt met andere aandoeningen, zoals depressie, angststoornissen en autismespectrumstoornissen. Dit betekent dat sommige genen die bijdragen aan ADHD ook een rol spelen bij deze andere aandoeningen.

Daarnaast kan dit onderzoek in de toekomst nieuwe behandelingen mogelijk maken. Misschien kun je dan medicijnen krijgen die beter passen bij jouw specifieke genetische achtergrond.

Stel dat je moeite hebt om huiswerk te maken door ADHD. Nu kun je extra hulpmiddelen gebruiken, zoals een planner of korte pauzes. In de toekomst kunnen behandelingen misschien effectiever worden dankzij genetisch onderzoek.

ADHD en andere aandoeningen: wat is de link?

ADHD staat niet op zichzelf. Mensen met ADHD hebben vaak ook last van andere problemen, zoals angst, depressie of leerstoornissen. Dit komt doordat veel van de genen die betrokken zijn bij ADHD ook een rol spelen bij andere aandoeningen.

Een onderzoek vond dat ADHD en autisme overlappen in de genen die de hersenen beïnvloeden. Dit verklaart waarom sommige mensen met ADHD ook kenmerken van autisme hebben.

De toekomst van ADHD-onderzoek

De komende jaren verwachten onderzoekers grote stappen te maken. Door nieuwe technologieën kunnen ze DNA nog beter analyseren. Ze hopen te ontdekken welke genen direct kunnen helpen bij het ontwikkelen van betere behandelingen.

Een spannende ontwikkeling is dat onderzoekers steeds meer kijken naar hoe genen samenwerken met de omgeving. Dit betekent dat je genen misschien een rol spelen, maar dat factoren zoals slaap, voeding of stress ook invloed hebben.

Waarom dit hoop geeft: Dankzij deze inzichten kunnen behandelingen in de toekomst beter worden afgestemd op de behoeften van mensen met ADHD. Misschien betekent dat medicijnen met minder bijwerkingen of therapieën die beter werken.

Faraone SV, Larsson H. Genetics of attention deficit hyperactivity disorder. Mol Psychiatry. 2019 Apr;24(4):562-575. doi: 10.1038/s41380-018-0070-0. Epub 2018 Jun 11. PMID: 29892054; PMCID: PMC6477889.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *