Een ketogeen dieet, ook wel KD genoemd, is een voedingspatroon dat rijk is aan vetten en arm aan koolhydraten. Dit dieet zet je lichaam in een staat van ‘ketose’, waarbij het voornamelijk vetten in plaats van koolhydraten verbrandt voor energie. Tijdens dit proces worden zogenaamde ketonen aangemaakt in de lever, die vervolgens als brandstof worden gebruikt door het lichaam en de hersenen.
Het ketogeen dieet wordt al decennia succesvol ingezet bij de behandeling van epilepsie, met name bij kinderen bij wie medicijnen onvoldoende werken. Dit succes leidde tot de vraag of het dieet ook bij andere aandoeningen, zoals autisme, therapeutisch kan zijn. De wetenschap staat hier nog in de kinderschoenen, maar de eerste resultaten zijn veelbelovend.
Autisme
Autisme is een neurologische ontwikkelingsstoornis die wordt gekenmerkt door beperkingen in sociale interactie, communicatie en repetitief gedrag. Daarnaast gaan mensen met autisme vaak gepaard met andere aandoeningen, zoals epilepsie, angststoornissen of problemen met de spijsvertering.
Hoewel er verschillende therapievormen zijn, zoals gedragstherapie en medicatie, richten deze zich vooral op het verminderen van symptomen. Ze lossen de onderliggende problemen vaak niet op. Het ketogeen dieet wordt onderzocht omdat het mogelijk niet alleen symptomen verlicht, maar ook de verstoringen in de hersenfunctie kan aanpakken die aan de basis van autisme liggen.
Wat kan een ketogeen dieet doen voor autisme?
Uit verschillende studies blijkt dat het ketogeen dieet bij sommige mensen met autisme positieve effecten heeft. Zo meldden ouders en onderzoekers verbeteringen in sociale interacties, taalontwikkeling en gedragsproblemen. Een voorbeeld hiervan is het Modified Atkins Diet (MAD), een minder strenge variant van het ketogeen dieet, dat gunstige resultaten liet zien bij kinderen met autisme.
Het Modified Atkins Diet (MAD) is een minder strenge variant van het ketogeen dieet, ontworpen om eenvoudiger te volgen te zijn, terwijl het toch vergelijkbare gezondheidsvoordelen biedt. Net als het klassieke ketogeen dieet richt MAD zich op een hoog vetgehalte en een zeer laag koolhydraatgehalte. Het verschil ligt vooral in de flexibiliteit en gebruiksvriendelijkheid van MAD.
Bij MAD hoef je geen nauwkeurige afwegingen te maken van de voedingsstoffen, zoals bij het klassieke ketogeen dieet vaak wel nodig is. Het dieet stelt een verhouding van ongeveer 60-65% vetten, 25-30% eiwitten en 5-10% koolhydraten voor. Koolhydraten worden beperkt tot 20-50 gram per dag, afhankelijk van de specifieke behoeften van de persoon. Dit betekent dat voedingsmiddelen zoals vlees, vis, eieren, kaas, boter, noten, en non-starch groenten zoals spinazie en broccoli de kern van het dieet vormen.
Een groot voordeel van MAD is dat het beter aansluit bij de normale eetgewoonten van veel mensen, waardoor het gemakkelijker vol te houden is. Dit maakt het dieet aantrekkelijker voor gezinnen die te maken hebben met kinderen met autisme of andere neurologische aandoeningen.
Hoewel MAD veelbelovend is, moet het dieet altijd worden gestart onder begeleiding van een arts of diëtist. Dit helpt om mogelijke bijwerkingen, zoals tekorten aan bepaalde voedingsstoffen, te voorkomen en het dieet aan te passen aan de specifieke behoeften van de persoon.
Bij een andere studie werden ketogene diëten gecombineerd met een glutenvrij en caseïnevrij dieet. Dit leidde tot verbeteringen in aandacht, angst, en cognitieve vaardigheden. Hoewel deze resultaten hoopgevend zijn, is het belangrijk om te weten dat het effect sterk kan variëren per persoon. Sommige mensen reageren goed, terwijl anderen nauwelijks effect merken.
De wetenschap achter het dieet
Maar hoe kan een dieet eigenlijk invloed hebben op de hersenen? De wetenschap wijst op een aantal belangrijke mechanismen:
- Energieproductie in de hersenen: Bij mensen met autisme werken de mitochondriën, de ‘energiefabrieken’ van de cellen, vaak minder goed. Het ketogeen dieet geeft een alternatieve energiebron, ketonen, die efficiënter kunnen worden gebruikt door de hersenen.
- Neurotransmitters: Een onbalans tussen de neurotransmitters GABA (remmend) en glutamaat (stimulerend) is vaak aanwezig bij autisme. Ketonen helpen deze balans te herstellen, wat rustgevender kan werken.
- Oxidatieve stress: Bij autisme is er vaak sprake van oxidatieve stress, waarbij schadelijke stoffen de cellen aantasten. Het ketogeen dieet kan deze stress verminderen door het verhogen van antioxidanten en het verlagen van ontstekingen.
- mTOR-regulatie: Dit is een belangrijk signaalpad in de hersenen dat celgroei en energiehuishouding reguleert. Bij mensen met autisme is dit pad vaak overactief. Het ketogeen dieet kan deze activiteit temperen, wat mogelijk symptomen kan verminderen.
De uitdagingen van een ketogeen dieet
Hoewel de eerste resultaten positief zijn, is het ketogeen dieet zeker niet voor iedereen geschikt. Het volgen van het dieet kan uitdagend zijn, vooral voor kinderen met autisme. Veel kinderen hebben sensorische gevoeligheden, zoals een hekel aan bepaalde smaken of texturen, waardoor het moeilijk kan zijn om het dieet vol te houden.

Daarnaast vergt het dieet veel planning en toewijding van verzorgers. Maaltijden moeten zorgvuldig worden samengesteld en afwijkingen kunnen het effect verminderen. Ook is het belangrijk om dit dieet altijd onder begeleiding van een arts of diëtist te volgen, om tekorten aan voedingsstoffen te voorkomen.
Het ketogeen dieet is niet geschikt voor mensen met bepaalde medische aandoeningen, zoals pancreatitis, leverziekten, galblaasproblemen of bepaalde stofwisselingsstoornissen. Ook zwangere vrouwen en kinderen moeten extra voorzichtig zijn en het dieet alleen onder begeleiding volgen.
Risico’s
Tekorten aan voedingsstoffen: Het ketogeen dieet beperkt veel voedselgroepen, zoals fruit, granen en sommige groenten. Dit kan leiden tot een tekort aan essentiële voedingsstoffen, zoals vezels, vitamines (bijvoorbeeld vitamine C en K), en mineralen (zoals magnesium en kalium). Zonder zorgvuldige planning kan dit negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid, zoals constipatie, verzwakte botten of een verhoogd risico op hart- en vaatziekten.
Spijsverteringsproblemen: Veel mensen ervaren in de beginfase van het dieet klachten zoals constipatie, misselijkheid of een opgeblazen gevoel. Dit komt vaak door de verandering in voedingsgewoonten en de lage inname van vezels. Een gebrek aan vezelrijke voedingsmiddelen kan ook op de lange termijn spijsverteringsproblemen veroorzaken.
Keto-griep: Wanneer je lichaam overschakelt van het verbranden van koolhydraten naar vetten als brandstof, kun je last krijgen van ‘Keto-griep’. Symptomen zijn onder meer vermoeidheid, hoofdpijn, duizeligheid, prikkelbaarheid en spierzwakte. Deze symptomen verdwijnen meestal binnen een paar dagen tot een week, maar kunnen vervelend zijn.
Verhoogd cholesterol: Bij sommige mensen kan een dieet rijk aan vetten leiden tot een stijging van het LDL-cholesterol, wat het risico op hart- en vaatziekten kan vergroten. Dit is vooral een risico als het dieet rijk is aan verzadigde vetten uit dierlijke bronnen.
Effect op nierfunctie: Een verhoogde eiwitinname, zoals vaak voorkomt bij het ketogeen dieet, kan belastend zijn voor de nieren. Mensen met een verminderde nierfunctie of een voorgeschiedenis van nierstenen moeten extra voorzichtig zijn.
Moeilijk vol te houden: Het ketogeen dieet vereist strikte naleving, wat emotionele stress of sociale beperkingen kan veroorzaken. Veel mensen vinden het moeilijk om het dieet langdurig vol te houden, wat kan leiden tot een jojo-effect en negatieve invloed op het metabolisme.
Is het ketogeen dieet geschikt voor vegetariërs?
Ja, het ketogeen dieet kan worden aangepast voor vegetariërs, maar het vereist zorgvuldige planning om ervoor te zorgen dat het dieet zowel effectief als voedzaam is. Hier zijn enkele belangrijke overwegingen voor vegetariërs die een ketogeen dieet willen volgen:
Net als bij het traditionele ketogeen dieet ligt de focus op een hoge vetinname, een matige hoeveelheid eiwitten en een zeer lage hoeveelheid koolhydraten (meestal minder dan 20-50 gram per dag). Voor vegetariërs betekent dit het vinden van vet- en eiwitrijke voedingsmiddelen zonder vlees of vis.
Belangrijke bronnen van vetten en eiwitten
- Gezonde vetten:
- Avocado’s
- Kokosolie, olijfolie en avocado-olie
- Noten en zaden (zoals amandelen, macadamia’s, walnoten, chiazaad, en lijnzaad)
- Notenboters (zoals amandelboter of cashewboter)
- Volle zuivelproducten, zoals room, kaas en yoghurt (voor lacto-vegetariërs)
- Eiwitten:
- Eieren: een veelzijdige en populaire keuze in het ketogeen dieet.
- Zuivelproducten zoals kaas, kwark en Griekse yoghurt (indien toegestaan).
- Plantaardige eiwitbronnen zoals tofu, tempeh en seitan (let op koolhydraatwaarden).
- Proteïnepoeders op basis van erwten, hennep of rijst, indien nodig.
- Low-carb groenten:
- Groenten met een laag koolhydraatgehalte zoals courgette, bloemkool, broccoli, spinazie en paprika.
Uitdagingen van een vegetarisch ketogeen dieet
- Eiwitbalans: Het vinden van voldoende eiwitbronnen kan een uitdaging zijn, vooral als je ook geen eieren of zuivelproducten gebruikt.
- Koolhydraten vermijden: Sommige plantaardige eiwitbronnen, zoals linzen en bonen, bevatten te veel koolhydraten voor een strikt ketogeen dieet. Deze moeten worden beperkt.
- Voedingsstoffen: Vegetariërs moeten extra aandacht besteden aan voldoende inname van ijzer, vitamine B12, omega-3-vetzuren, en zink. Suppletie kan nodig zijn.
Is het ketogeen dieet geschikt voorgeschikt voor veganisten?
Ja, maar het wordt nog uitdagender omdat de belangrijkste dierlijke vet- en eiwitbronnen wegvallen. Veganisten kunnen vertrouwen op producten zoals kokosolie, noten, zaden, avocado’s, en plantaardige eiwitten zoals tofu en tempeh. Suppletie van essentiële voedingsstoffen zoals B12 is echter vaak noodzakelijk.
Kan een persoonlijk dieet de toekomst zijn?
Omdat niet iedereen hetzelfde reageert op het ketogeen dieet (en dat geldt ook voor andere diëten, medicatie of welke therapie dan ook) wordt er steeds meer gekeken naar ‘precisiegeneeskunde’. Dit betekent dat behandelingen worden afgestemd op het unieke profiel van een individu, zoals hun genetische opmaak of stofwisselingspatronen. Bij autisme kan dit bijvoorbeeld betekenen dat bepaalde biomarkers worden gemeten om te bepalen wie het meeste baat heeft bij een ketogeen dieet.
Met meer onderzoek zou het mogelijk kunnen worden om het dieet verder te personaliseren, waardoor de effectiviteit toeneemt en de belasting voor de patiënt en zijn omgeving afneemt.
Wat weten we nog niet?
Hoewel de resultaten tot nu toe veelbelovend zijn, is er nog veel onbekend. Veel studies hebben kleine steekproeven of verschillen in hoe het dieet wordt toegepast. Bovendien zijn de langetermijneffecten van een ketogeen dieet bij autisme nog niet goed onderzocht.
Grootschaliger onderzoek is nodig om beter te begrijpen hoe het dieet werkt en wie er het meeste baat bij heeft. Tot die tijd blijft het ketogeen dieet een interessante, maar nog experimentele aanpak voor autisme.
Schrickel A, Groeneweg J, Dekeyster E. Exploring the potential of the ketogenic diet in autism spectrum disorder: metabolic, genetic, and therapeutic insights. Metab Brain Dis. 2025;40(1):94. Published 2025 Jan 8. doi:10.1007/s11011-024-01518-1