Traditioneel wordt ADHD behandeld met medicatie en gedragstherapieën. Echter, medicatie brengt vaak bijwerkingen met zich mee zoals slaapproblemen en verminderde eetlust. Dit leidt soms tot het stopzetten van de behandeling. Daarom wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar alternatieve behandelingen, waaronder voedingsinterventies.
Recentelijk is er een groeiende belangstelling voor het potentieel van specifieke diëten om de symptomen van ADHD te beheersen. Een van deze diëten is het few-foods dieet (FFD), dat restricties oplegt aan de consumptie van bepaalde voedingsmiddelen. Dit artikel bespreekt een onderzoek naar de effecten van het FFD op ADHD-symptomen en de onderliggende hersenfuncties bij kinderen, biedt inzichten in hoe dieetveranderingen de hersenactiviteit kunnen beïnvloeden, en verkent de implicaties van deze bevindingen voor toekomstige behandelingen.
Voedingsbenaderingen bij ADHD
De relatie tussen voeding en gedrag is een onderwerp van intensief onderzoek geweest, vooral in de context van ADHD. Traditionele benaderingen in de behandeling van ADHD hebben zich voornamelijk gericht op medicatie, maar de belangstelling voor dieetinterventies neemt toe, mede door de wens om bijwerkingen van medicatie te vermijden. Hieronder zijn enkele voedingsbenaderingen opgesomd die onderzocht zijn:
- Eliminatiediëten: Deze beperken allergenen of voedingsmiddelen waarvan bekend is dat ze bij sommige kinderen symptomen veroorzaken.
- Suppletie: Toevoeging van bepaalde vitaminen, mineralen of vetzuren die een rol kunnen spelen in neurologische functies.
- Few-foods dieet (FFD): Een strikt dieet dat alleen een beperkt aantal voedingsmiddelen toestaat, om mogelijke allergenen en irritanten te elimineren.
Het onderzoek richtte zich op het evalueren van de effectiviteit van het FFD in het verminderen van ADHD-symptomen bij kinderen, en het onderzoeken van de veranderingen in hersenactiviteit gerelateerd aan deze vermindering. De studie was als volgt opgezet:
- Deelnemers: 79 jongens tussen 8 en 10 jaar met ADHD.
- Methodologie: De kinderen volgden een FFD gedurende 5 weken. Voor en na het dieet werden de ADHD-symptomen gemeten met behulp van de ADHD Rating Scale en werden hersenscans uitgevoerd tijdens inhibitietaken.
- Doel: Bepalen of de veranderingen in ADHD-symptomen na het FFD correleren met veranderingen in hersenactiviteit.
Resultaten
De studie toonde aan dat het few-foods dieet (FFD) impact had op de ADHD-symptomen bij kinderen. Hier zijn de gedetailleerde resultaten:
- Vermindering van symptomen: Van de 79 deelnemende kinderen ervoeren 50 kinderen (63%) een vermindering van hun ADHD-symptomen met ten minste 40%. Deze veranderingen werden gemeten aan de hand van de ADHD Rating Scale, waarbij scores aanzienlijk daalden van het begin tot het einde van de dieetperiode.
- Hersenfunctie tijdens inhibitietaken: MRI-scans toonden aan dat veranderingen in ADHD-symptomen niet direct gekoppeld waren aan veranderingen in de activiteit van de hersengebieden die traditioneel geassocieerd worden met inhibitiereacties, zoals de frontale cortex. Echter, er was een opvallende toename van activiteit in de precuneus, een gebied dat betrokken is bij visuospatiële taken en het default mode network van de hersenen.
Overzicht van de symptoomverandering en hersenactiviteit
Deelnemers (n=79) | Percentage verbetering in ADHD-symptomen | Verandering in hersenactiviteit |
---|---|---|
50 (63%) | ≥ 40% afname | Toegenomen activiteit in de precuneus |
29 (37%) | < 40% afname | Geen significante verandering in verwachte regio’s |
De resultaten van de studie geven aan dat voedingsinterventies zoals het FFD niet alleen gedragsmatige verbeteringen kunnen bevorderen, maar mogelijk ook structurele en functionele veranderingen in de hersenen kunnen induceren. Deze bevindingen zijn vooral significant gezien de complexiteit van ADHD als neuro-ontwikkelingsstoornis en de beperkingen van bestaande medicamenteuze behandelingen.
Betekenis van de resultaten
- Neurocognitieve aanpassing: De toename in activiteit van de precuneus wijst op een mogelijke neurocognitieve aanpassing als gevolg van het dieet. Dit suggereert dat het FFD meer doet dan alleen symptomen beheersen; het kan daadwerkelijk de manier veranderen waarop de hersenen van kinderen functioneren tijdens specifieke taken.
- Implicaties voor behandeling: Deze resultaten onderstrepen het belang van voedingsstrategieën als onderdeel van een holistische benadering voor het beheersen van ADHD. Voeding kan een minder invasief alternatief bieden of een aanvulling zijn op traditionele medicatie, mogelijk met minder bijwerkingen.
- Verdere onderzoeksvragen: De bevindingen roepen vragen op over welke specifieke componenten van het FFD bijdragen aan de neurologische veranderingen en hoe deze bevindingen kunnen worden vertaald naar dagelijkse klinische praktijken.
De studie levert aanwijzingen dat een strict dieet zoals het FFD substantiële verbeteringen kan bewerkstelligen in zowel de gedragsmatige als neurologische aspecten van ADHD. Voor de toekomst is het cruciaal om deze bevindingen verder te onderzoeken door:
- Langetermijneffecten: Het monitoren van de langetermijneffecten van het FFD op ADHD-symptomen en hersenfunctie.
- Personalisatie van diëten: Het ontwikkelen van methoden om individuele reacties op verschillende voedingscomponenten te identificeren, wat kan leiden tot meer gepersonaliseerde voedingsaanbevelingen voor kinderen met ADHD.
- Breder onderzoek: Het uitbreiden van het onderzoek naar andere leeftijdsgroepen en naar meisjes, om de algemene toepasbaarheid van de resultaten te bepalen.
Kritiek en beperkingen van de studie
Hoewel de resultaten veelbelovend zijn. zijn er ook (en vrij stevige) beperkingen, namelijk:
- Ontbreken van een controlegroep: Een van de grootste beperkingen van de studie is het ontbreken van een controlegroep. Dit maakt het moeilijk om definitief te concluderen dat de waargenomen veranderingen in ADHD-symptomen en hersenfunctie uitsluitend toe te schrijven zijn aan het few-foods dieet, aangezien er geen vergelijkingsbasis is met een standaard dieet of geen behandeling.
- Open-label ontwerp: De studie was een open-label onderzoek, wat betekent dat zowel de deelnemers als de onderzoekers wisten dat het dieet werd toegepast. Dit kan leiden tot bias, zoals placebo-effecten of verwachtingseffecten, waarbij de overtuigingen van de ouders over de effectiviteit van het dieet hun rapportages over symptoomveranderingen kunnen beïnvloeden.
- Beperkte demografische diversiteit: De studie beperkte zich tot jongens van een bepaalde leeftijdsgroep, wat de generaliseerbaarheid van de resultaten beperkt. Het is onbekend of dezelfde effecten zouden worden waargenomen bij meisjes, bij kinderen van andere leeftijdsgroepen, of bij kinderen met verschillende etnische achtergronden.
- Korte duur van het dieet: Het dieet werd slechts vijf weken gevolgd, wat vragen oproept over de langetermijneffecten van het dieet op ADHD-symptomen en hersenfunctie. Langetermijnstudies zijn nodig om te bepalen of de verbeteringen duurzaam zijn.
- Beperkte focus op neurocognitieve mechanismen: Hoewel de studie enige veranderingen in hersenactiviteit heeft aangetoond, vooral in de precuneus, biedt het geen volledig beeld van de neurocognitieve processen die ten grondslag liggen aan de waargenomen gedragsveranderingen. Verder onderzoek naar specifieke neurobiologische mechanismen zou nuttig zijn.
- Subjectiviteit in de beoordeling van symptomen: De ADHD-symptomen werden beoordeeld met behulp van vragenlijsten ingevuld door de ouders, wat kan leiden tot subjectieve beoordelingen. Objectievere metingen, mogelijk gecombineerd met leerkrachtbeoordelingen, zouden een vollediger beeld geven.
Deze beperkingen benadrukken de noodzaak van verdere studie, waaronder gerandomiseerde gecontroleerde trials, om de bevindingen te bevestigen.
Hontelez S, Stobernack T, Pelsser LM, van Baarlen P, Frankena K, Groefsema MM, Kleerebezem M, Rodrigues Pereira R, Postma EM, Smeets PAM, Stopyra MA, Zwiers MP, Aarts E. Correlation between brain function and ADHD symptom changes in children with ADHD following a few-foods diet: an open-label intervention trial. Sci Rep. 2021 Nov 12;11(1):22205. doi: 10.1038/s41598-021-01684-7. PMID: 34772996; PMCID: PMC8589974.