Sommige mensen lijken constant met hun hoofd ergens anders te zijn. Ze staren vaak voor zich uit, vergeten waar ze mee bezig waren, komen traag op gang en lijken wel losgekoppeld van de wereld om hen heen. Vroeger noemden onderzoekers dit fenomeen sluggish cognitive tempo (SCT), wat je vrij zou kunnen vertalen als “traag denktempo”. Geen flatterende naam – en inmiddels dus vervangen door de term cognitieve disengagement syndroom (CDS).
CDS is geen officiële diagnose (nog niet, althans), maar het is wél een serieus onderzocht patroon van kenmerken. Denk aan overmatig dagdromen, mentale verwarring, snel vermoeid raken, traag handelen of praten, en een algemeen gevoel van ‘afwezigheid’.
De term ‘disengagement’ verwijst naar het loslaten van de verbinding met wat er buiten gebeurt. Je aandacht glipt weg. Niet omdat je je verveelt of rebels bent, maar omdat je brein zich als vanzelf terugtrekt. Alsof je naar een podcast luistert met het volume op nul.
De Amerikaanse onderzoeker Stephen Becker speelt een sleutelrol in het onderzoek naar CDS. Hij stelt dat CDS geen variant is van ADHD, maar een eigenstandig fenomeen.
CDS is niet ‘gewoon ADHD’
Omdat CDS vaak voor het eerst opduikt bij kinderen die moeite hebben met concentratie, werd het jarenlang gezien als een ‘slome variant’ van ADHD. Maar er is steeds meer bewijs dat CDS en ADHD fundamenteel verschillen.
Mensen met ADHD zijn vaak druk, impulsief of juist snel afgeleid. CDS daarentegen lijkt meer op een soort mentale verdoving. Geen druk gedrag, maar juist passiviteit. Geen impulsieve uitbarstingen, maar traagheid en verwarring. Waar ADHD vooral tot drukte leidt, leidt CDS juist tot terugtrekking en dromerigheid.
Uit hersenonderzoek blijkt dat er ook op neurologisch niveau verschillen zijn. CDS lijkt verband te houden met afwijkende activiteit in hersennetwerken die verantwoordelijk zijn voor aandacht, rust en waakzaamheid. Denk aan het ‘default mode network’ dat actief is als je niet bewust ergens op focust – bij CDS lijkt dat netwerk te blijven draaien, ook als dat niet de bedoeling is.
Kortom: CDS en ADHD kunnen naast elkaar bestaan, maar zijn niet hetzelfde. En dat verschil is belangrijk, want het vraagt om andere ondersteuning.
In je hoofd, maar niet in de wereld: Hoe CDS eruitziet
Stel je een kind voor dat in de klas plotseling stopt met schrijven en minutenlang voor zich uit staart. Of een volwassene die midden in een gesprek ineens stilvalt en zijn woorden kwijt is. Of iemand die extreem veel tijd nodig heeft om simpele taken af te maken – niet uit luiheid, maar omdat het denken zelf traag en mistig aanvoelt.
Dat is hoe CDS er in de praktijk uit kan zien. Veelvoorkomende kenmerken zijn:
- Constant dagdromen of ‘verdwalen’ in je gedachten
- Moeite om gedachten onder woorden te brengen
- Dingen vergeten die je een minuut eerder nog wist
- Je verward of suf voelen
- Trage bewegingen of handelingen
- Overdag slaperig of futloos zijn
Een moeder omschreef haar zoon met CDS als “alsof hij voortdurend in slow motion leeft.” Hij kon van alles, maar moest telkens opnieuw geactiveerd worden. Anders gleed hij gewoon weg – niet letterlijk, maar mentaal.
Mensen met CDS zeggen zelf vaak dingen als:
“Ik voel me alsof ik door watten denk.”
“Mijn hoofd loopt telkens achter op de rest.”
“Ik hoor mensen wel praten, maar ik registreer het niet.”
Zulke ervaringen kunnen erg frustrerend zijn – zeker als je omgeving denkt dat je gewoon niet oplet of niet gemotiveerd bent.
CDS en autisme: Een opvallende overlap
CDS komt opvallend vaak voor bij mensen met autisme. Onderzoek schat dat 30 tot 50 procent van de autistische jongeren ook kenmerken van CDS vertoont. Denk aan dagdromen, langzaam handelen, dromerig staren of niet goed reageren op sociale signalen.
Toch is CDS niet hetzelfde als autisme. Er zijn duidelijke verschillen, bijvoorbeeld in sociale motivatie: mensen met CDS willen vaak wél contact, maar missen de energie of scherpte om aan te haken. Terwijl mensen met autisme juist kunnen worstelen met het begrijpen van sociale interactie zelf.
Maar er is dus wel overlap, vooral bij autistische mensen die kampen met vermoeidheid, prikkelverwerking of traagheid in denken. Sommigen herkennen zich sterker in de beschrijving van CDS dan in de diagnose die ze al hebben.
Die overlap maakt CDS relevant voor de neurodiverse gemeenschap. Het geeft woorden aan een vorm van ‘mentaal afhaken’ die vaak niet serieus genomen wordt.
Verdwaald in je hoofd, verdrietig in je hart?
Het gevoel dat je er niet helemaal bij bent, kan niet alleen frustrerend zijn – het kan ook somber maken. Uit onderzoek blijkt dat mensen met CDS bovengemiddeld vaak last hebben van depressieve klachten, angst en een negatief zelfbeeld. Soms denken ze dat ze dom zijn of lui, terwijl hun brein gewoon een andere gebruiksaanwijzing heeft.
CDS komt ook regelmatig voor bij mensen met suïcidale gedachten. Niet omdat CDS direct depressief maakt, maar omdat het sociaal isolement en de constante mentale vermoeidheid zwaar kunnen wegen.
Opvallend is dat CDS nauwelijks samenhangt met agressie of druk gedrag – juist het tegenovergestelde. De combinatie van afwezigheid, passiviteit en sociale terugtrekking zorgt ervoor dat deze mensen vaak ‘onzichtbaar’ zijn voor hulpverleners.
Wat weten we (niet) over het brein bij CDS?
Hoewel de term ‘cognitieve disengagement’ klinkt alsof we precies weten wat er in het brein gebeurt, is de realiteit nog behoorlijk mistig. Er is géén duidelijke hersentest of scan waarmee je CDS kunt vaststellen.
Toch zijn er aanwijzingen dat bepaalde hersennetwerken anders functioneren bij CDS. Denk aan het eerder genoemde default mode network, dat te actief blijft. Ook lijkt er soms sprake te zijn van trage informatieverwerking of moeite met schakelen tussen taken.
Het lastige is dat er veel individuele verschillen zijn. Niet iedereen met CDS scoort traag op tests. En bij sommigen zijn de problemen vooral merkbaar in het echte leven – niet in een klinische testomgeving.
Kortom: het brein bij CDS is nog een puzzel. Maar dat betekent niet dat de klachten niet écht zijn.
Onderpresteren of overbelast? CDS op school en werk
Een leerling met CDS is misschien stil, beleefd en stoort de les niet. Maar ondertussen blijft zijn schrift leeg. Een volwassene met CDS haalt misschien zijn deadlines, maar alleen door lange avonden en uitputting. CDS zorgt vaak voor onderpresteren – niet door gebrek aan kennis, maar door mentale traagheid, vermoeidheid en moeite met starten of doorzetten.
In Nederland en België zijn er nog geen officiële cijfers over CDS, maar het is aannemelijk dat veel mensen tussen wal en schip vallen. Ze krijgen geen diagnose, of een verkeerde. Of ze worden als ‘lui’ gezien, terwijl ze juist keihard moeten werken om bij te blijven.
In werksituaties kan CDS zorgen voor problemen met timemanagement, geheugen, vergaderingen volgen of schakelen tussen taken. En dat kan leiden tot burn-out, baanverlies of onbegrip van collega’s.
Waarom CDS nog niet in de DSM staat
CDS is nog geen erkende stoornis in handboeken zoals de DSM-5. Waarom niet? Omdat er nog te veel vragen zijn: Is het een eigen aandoening? Een variant van ADHD? Een symptoom dat bij meerdere stoornissen voorkomt?
Onderzoekers zijn het er wél over eens dat CDS méér is dan ‘gewoon wat dromerig zijn’. De term is inmiddels goed onderbouwd en er zijn meetinstrumenten ontwikkeld om de symptomen betrouwbaar te herkennen.
Toch blijft er discussie. Officiële erkenning zou kunnen helpen bij diagnostiek, vergoeding en behandelingen. Maar dan moet er eerst nóg meer onderzoek komen.
Online vind je steeds meer mensen die zich herkennen in CDS. Ouders, volwassenen met (of zonder) ADHD, en ook autistische mensen die het gevoel hebben dat CDS hen beter beschrijft dan hun officiële diagnose.
Zij geven aan dat herkenning en erkenning al veel verschil maakt – zelfs als er nog geen officiële diagnose of behandeling bestaat.
Wat helpt (en wat niet)?
Er is nog geen behandeling die speciaal is ontwikkeld voor CDS. Maar sommige interventies lijken wél hoopgevend:
- Slaap verbeteren: Slechte nachtrust verergert CDS-symptomen.
- Mindfulness en rustmomenten: Helpen om je aandacht te ‘herankeren’.
- Structuur en begeleiding: Mensen met CDS varen vaak goed op duidelijke stappen, reminders en begeleiding.
- Medicatie: ADHD-medicatie werkt bij sommige mensen een beetje, bij anderen juist niet of averechts.
- Psychotherapie: Kan helpen bij het omgaan met frustratie, faalangst of somberheid.
Wat niet helpt? Mensen dwingen om “gewoon beter op te letten”. De kern van CDS is nu juist dat dit vaak niet kán, hoe graag iemand het ook wil.
Samenvattend
- CDS is méér dan wat dromerig zijn: het is een patroon van aandachtsproblemen, traagheid en mentale verwarring.
- Het is geen ADHD, maar kan er wel naast voorkomen – en wordt daardoor vaak gemist.
- Veel mensen herkennen zich in CDS, ook zonder officiële diagnose. Herkenning alleen kan al helpen.
- CDS komt vaak voor bij autisme en kan bijdragen aan overbelasting, depressie en sociale isolatie.
- Er is nog geen kant-en-klare oplossing, maar ondersteuning op maat en aandacht voor slaap en structuur maken vaak al verschil.
Becker, S. P. (2025). Cognitive disengagement syndrome: A construct at the crossroads.American Psychologist. Advance online publication. https://doi.org/10.1037/amp0001517