Melatonine bij autisme: Wondermiddel voor slaap of slimme marketing?

Veel ouders van autistische kinderen herkennen het: de avond is een strijd. Slapen lukt niet, of pas ver na middernacht. De volgende dag begint met tranen, driftbuien of een kind dat je nauwelijks wakker krijgt. Slaapproblemen komen bij autisme veel voor — bij jonge kinderen zelfs tot 40%. Geen wonder dus dat melatonine in steeds meer nachtkastjes belandt. Je koopt het zo bij de drogist of online, vaak zonder recept of begeleiding.

Maar werkt het ook echt? En zo ja: hoeveel moet je geven, wanneer, en hoe lang? De informatie die je online vindt is vaak tegenstrijdig. Sommige artsen zijn enthousiast, anderen juist kritisch. En de wetenschappelijke literatuur? Die is verrassend beperkt — en lang niet altijd duidelijk of het over autisme gaat of over iets anders.

Een groep onderzoekers besloot het uit te zoeken. Ze plozen alle studies uit waarin kinderen met autisme melatonine kregen tegen slapeloosheid. Wat ze vonden, levert belangrijke inzichten op. Maar het laat ook zien wat we nog níet weten. Tijd voor een overzicht.

Wat doet melatonine eigenlijk?

Melatonine is een lichaamseigen hormoon. Je maakt het zelf aan in de pijnappelklier, een klein kliertje diep in je hersenen. De aanmaak begint ’s avonds, als het donker wordt, en piekt meestal ergens tussen 2 en 4 uur ’s nachts. Melatonine helpt je lichaam om in de slaapstand te komen. Het regelt niet alleen dat je slaperig wordt, maar beïnvloedt ook je temperatuur, stemming en biologische klok.

Bij jonge kinderen is de melatonine-aanmaak meestal heel krachtig. Maar bij autisme loopt dit ritme vaak anders. De aanmaak kan vertraagd zijn, of onregelmatig verlopen. Sommige kinderen maken overdag zelfs meer melatonine aan dan ’s nachts. Daardoor ontstaat een verschoven dag-nachtgevoel, wat inslapen bemoeilijkt.

Toch betekent dat niet automatisch dat je dan maar extra melatonine moet geven. Want: hoe werkt de inname via een pil eigenlijk? En is meer altijd beter? Daarover straks meer.

Wat zegt de wetenschap over melatonine bij autisme?

De onderzoekers vonden vijf goede studies (RCT’s) waarin alleen kinderen en jongeren met autisme meededen. Geen menggroepen met ADHD, epilepsie of andere diagnoses — alleen autisme. Dat is belangrijk, want bij andere aandoeningen kan melatonine heel anders werken.

Wat blijkt? Melatonine helpt — vooral bij inslapen. In alle vijf studies viel de groep die melatonine kreeg sneller in slaap dan de placebogroep. Ook werd in sommige studies beter doorgeslapen, maar dat effect was minder sterk. Kinderen sliepen gemiddeld zo’n 30 tot 60 minuten eerder in dan zonder melatonine.

Wat opvallend was: hogere doses gaven niet méér effect. In één studie kregen kinderen 1 of 4 mg melatonine, en het effect was even groot. De hogere dosis gaf wel meer bijwerkingen, zoals hoofdpijn, sufheid en verminderde eetlust. In een andere studie werkte 3 mg net zo goed als 7 mg.

Er is dus géén verband tussen meer milligrammen en beter slapen. En ook belangrijk: het effect komt snel. Binnen een half uur na inname stijgt de melatoninespiegel in het bloed — als het tenminste een ‘snelle’ vorm is en geen vertraagde variant.

Vroeg naar bed met een lage dosis?

De timing van melatonine blijkt van groot belang. Hoe vroeger op de avond je het geeft (bijvoorbeeld rond 18.30-19.30 uur), hoe beter het werkt voor kinderen met een verlate biologische klok. Geef je het pas als je kind in bed ligt, dan ben je meestal te laat.

In meerdere onderzoeken kregen kinderen lage doseringen: 0,3 tot 1 mg. Bij veel kinderen werkte dat al prima. In één klein onderzoek bleek dat een dosis van 1 mg zelfs beter werkte dan 3 mg: de kinderen sliepen langer met de lagere dosis.

Waarom? Waarschijnlijk omdat het lichaam melatonine maar in minihoeveelheden aanmaakt. Geef je ineens een hoge dosis, dan raakt het systeem uit balans. Bovendien werkt melatonine vooral als ‘signaalgever’ — een tikje op de klok, geen zware slaaphamer.Dus: liever op tijd en laag, dan laat en hoog.

Combinatie met andere aanpak werkt het best

Melatonine alleen is geen wondermiddel. De grootste verbetering zag men in een studie waarin melatonine werd gecombineerd met cognitieve gedragstherapie (CGT). Kinderen kregen daarin slaaphygiëneadvies, leerden ontspannen en oefenden met vaste bedtijden.

De groep die zowel CGT als melatonine kreeg, sliep niet alleen sneller in, maar had ook minder nachtelijk ontwaken én minder slaapangst. De effecten waren duidelijk sterker dan bij melatonine alleen.

Wat is een goede slaaproutine? Denk aan: elke dag rond dezelfde tijd naar bed, schermen uit minstens een uur van tevoren, geen drukke activiteiten na 19.00 uur, en een voorspelbaar bedritueel met rustige overgang (douchen, boekje lezen, knuffel).

Wat weten we nog niet?

Opvallend is hoeveel we nog níet weten over melatoninegebruik bij autistische kinderen:

  • Langetermijneffecten zijn nauwelijks onderzocht. Wat gebeurt er als je het maanden of jaren gebruikt?
  • Vertraagde (‘slow-release’) varianten zijn nooit goed onderzocht bij kinderen met autisme. Toch worden ze vaak voorgeschreven.
  • Farmacokinetiek (hoe snel het lichaam de stof opneemt en afbreekt) is alleen bij negen kinderen in kaart gebracht.
  • Effecten op gedrag overdag zijn onduidelijk. Slaaptekort beïnvloedt natuurlijk gedrag, maar of melatonine ook overdag helpt bij prikkelverwerking of stemming is niet onderzocht.
  • Verschillen tussen jongens en meisjes of tussen jonge kinderen en pubers zijn amper bestudeerd.

Nederland en België?

In Nederland en België is melatonine verkrijgbaar bij de drogist of apotheek — ook voor kinderen. Je hebt er geen recept voor nodig. Maar dat betekent ook dat er nauwelijks controle is op juist gebruik.

Kinderartsen zijn verdeeld. De een schrijft het makkelijk voor, de ander alleen als echt niets anders werkt. Apotheken maken soms zelf capsules op maat, maar veel ouders kopen kant-en-klare tabletten via internet.

Sommige kinderen krijgen structureel 3 mg of zelfs 5 mg per dag, zonder controle op effect of bijwerkingen. En vaak zonder begeleiding bij slaaphygiëne of gedrag.

Samengevat

  • Melatonine helpt bij autisme vooral om sneller in slaap te vallen.
  • Meer melatonine betekent niet automatisch beter slapen — lage doseringen zijn vaak voldoende.
  • De timing is belangrijk: geef het vroeg op de avond, niet pas bij bedtijd.
  • De beste resultaten zie je bij combinatie met CGT of goede slaaproutines.
  • Bijwerkingen zijn zeldzaam bij lage doseringen, maar komen vaker voor bij hogere doses.
  • Langetermijneffecten en vertraagde vormen zijn nauwelijks onderzocht bij autistische kinderen.

Paditz E, Renner B, Koch R, Schneider BM, Schlarb AA, Ipsiroglu OS. The Pharmacokinetics, Dosage, Preparation Forms, and Efficacy of Orally Administered Melatonin for Non-Organic Sleep Disorders in Autism Spectrum Disorder During Childhood and Adolescence: A Systematic Review. Children (Basel). 2025;12(5):648. Published 2025 May 16. doi:10.3390/children12050648

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *