Filosofie en neurodiversiteit: Existentialisme

‘Wie ben ik eigenlijk?’ Het is een vraag die bij veel mensen pas opspeelt als er iets misgaat—een burn-out, een scheiding, ontslag. Maar wie neurodivergent is, stelt zichzelf die vraag vaak al veel eerder. Als je niet automatisch in de pas loopt met school, werk of sociale codes, komt die zoektocht naar zingeving vanzelf. En daar komt het existentialisme om de hoek kijken.

Het existentialisme is een filosofische stroming die draait om vrijheid, verantwoordelijkheid, angst en betekenis. Bekende namen als Jean-Paul Sartre, Simone de Beauvoir en Albert Camus lieten zien dat je als mens zelf betekenis moet geven aan je bestaan. Je wordt niet geboren met een vast ‘doel’, maar moet dat zelf creëren.

Voor neurodivergente mensen kan dat bevrijdend zijn. Eindelijk geen meetlat meer waaraan je moet voldoen. Maar het kan ook confronterend zijn. Want wat als je wél graag wilt passen, maar het simpelweg niet lukt? Wat als die vrijheid voelt als een last? In dit artikel onderzoeken we wat existentialisme kan betekenen voor neurodivergente mensen—en waar de valkuilen zitten.

Vrijheid als bevrijding – maar ook als last

Jean-Paul Sartre zei: “De mens is veroordeeld tot vrijheid.” Dat klinkt paradoxaal, maar hij bedoelde: we moeten kiezen. Zelfs als we niet kiezen, kiezen we. Voor neurodivergente mensen is dat soms extra ingewikkeld. Veel van ons zijn opgegroeid met het idee dat we moeten doen ‘wat normaal is’. We leerden maskeren, aanpassen, gehoorzamen.

Maar wat als je nu, als volwassene, beseft dat je eigenlijk niet weet wat jij wilt? Dan kan die vrijheid verlammend voelen. Geen externe verwachtingen meer—maar ook geen duidelijke handleiding. Het existentialisme zegt: jij bent zelf verantwoordelijk voor je keuzes. Niet je opvoeding, niet je brein, niet de maatschappij. Dat klinkt mooi, maar kan je ook de grond onder je voeten wegtrekken.

Tegelijk zit er in die vrijheid ook hoop. Het betekent dat je mag afwijken. Dat je niet hoeft te wachten tot iemand anders zegt wat goed is voor jou. Je hoeft je niet te meten aan ‘neurotypische’ normen. Je mag opnieuw beginnen. En nóg een keer, als het nodig is. Zoals filosoof Kierkegaard het zei: “Herhaling is de werkelijkheid van vrijheid.”

Je mag bestaan, ook zonder doel

In de samenleving draait alles om nut. Je moet productief zijn. Doelen hebben. Groeien. Maar het existentialisme gooit dat idee overboord. Sartre zei: existence precedes essence—je bent er eerst, en pas daarna geef je betekenis aan wie je bent. Je hoeft dus niet eerst iets te bereiken om waardevol te zijn.

Voor neurodivergente mensen is dat een verademing. Misschien heb je geen betaalde baan, of werkt fulltime simpelweg niet voor jou. Misschien ben je geen sociale ster of kan je niet tegen prikkels. Maar dat doet niets af aan jouw bestaansrecht. Je bent, en dat is genoeg.

Dat klinkt simpel, maar is het niet. De druk om te presteren is overal. Denk aan vragen als: “Wat doe jij in het dagelijks leven?” of “Heb je al een nieuwe baan?” Het existentialisme helpt dan om die druk van buitenaf te relativeren. Je mag zeggen: “Ik besta, en daar hoef ik niets aan toe te voegen.”

De kracht van authenticiteit – en de pijn ervan

Een van de centrale ideeën in het existentialisme is authenticiteit. Dat betekent: leven volgens je eigen waarden, in plaats van die van anderen. Voor neurodivergente mensen is dat vaak een diep verlangen—eindelijk jezelf zijn. Geen maskers meer. Geen toneelstukjes. Gewoon echt.

Maar authenticiteit komt met een prijs. Als je afwijkt van de norm, loop je het risico op afwijzing, onbegrip of zelfs uitsluiting. Dat maakt het moeilijk om je eigen pad te volgen. En soms is het gewoon veiliger om toch een beetje mee te doen, ook al voelt dat als verraad aan jezelf.

De existentialistische filosofie erkent dat spanningsveld. De Deense filosoof Kierkegaard schreef al over de “sprong in het absurde”: durven leven zoals jij bent, ondanks het risico dat je niet begrepen wordt. Dat is geen zweverige poëzie, maar keiharde realiteit. Authenticiteit vraagt moed. En soms pijn.

Maar het loont. Mensen die trouw blijven aan zichzelf voelen zich op lange termijn vaak sterker, ook al gaat dat niet zonder moeite. Je hoeft geen versie van jezelf te zijn die anderen makkelijker vinden. Je mag moeilijk zijn. Raar zijn. Anders zijn.

Leven met angst en twijfel

Veel neurodivergente mensen kennen het gevoel van ‘niet passen’. Het gevoel een buitenstaander te zijn in een wereld die volgens een andere handleiding werkt. Dat kan leiden tot existentiële angst: het idee dat je er eigenlijk niet echt bij hoort, dat je nergens écht een plek hebt.

In het existentialisme wordt die angst niet weggemoffeld. Sterker nog: angst is volgens Heidegger en Sartre juist een teken dat je iets begrijpt van het leven. Het is een soort bewustzijn dat je vrijheid hebt, en dat niets vaststaat.

Die gedachte kan verrassend troostend zijn. Je bent niet ‘kapot’ omdat je je weleens leeg of doelloos voelt. Je bent gewoon mens. En ja, het is soms loodzwaar om daarmee te leven. Maar het hoeft niet opgelost te worden. Je kunt leren verdragen in plaats van vermijden.

Een herkenbaar voorbeeld: je krijgt een uitnodiging voor een feestje. Je weet dat je daar overprikkeld raakt, maar je wilt ook niet weer ‘nee’ zeggen. Je twijfelt. Je piekert. Het existentialisme zegt: dat is oké. Je hoeft geen perfecte keuze te maken. Je hoeft alleen maar bewust te kiezen.

Wanneer existentialisme je kan ondermijnen

Zoveel vrijheid, zoveel verantwoordelijkheid—dat is niet voor iedereen fijn. En zeker niet voor mensen die al overbelast zijn door prikkels, keuzes of het constante schakelen tussen ‘binnenwereld’ en ‘buitenwereld’.

Het existentialisme legt de nadruk op persoonlijke keuze. Maar dat kan doorslaan in zelfverwijt. “Als ik me slecht voel, is het mijn schuld.” Terwijl dat helemaal niet klopt. Soms voel je je rot omdat je hersenen overuren draaien. Omdat je lijf overprikkeld is. Omdat je leven objectief ingewikkeld is.

Daarnaast is het existentialisme soms nogal elitair. Veel teksten van Sartre of Heidegger zijn lastig leesbaar. Het taalgebruik is wollig, abstract, ontoegankelijk. Gelukkig zijn er filosofen die het toegankelijker maken—denk aan de meer eigentijdse denkers als Irvin Yalom of zelfs sommige mindfulness-bewegingen, die vergelijkbare ideeën in eenvoudiger taal gieten.

Kortom: laat het existentialisme je niet wijs maken dat alles jouw verantwoordelijkheid is. Vrijheid is waardevol, maar geen excuus om jezelf te overschreeuwen.

Hoe je existentialisme in je dagelijks leven kunt toepassen

Filosofie klinkt vaak als iets voor in de boeken, maar het kan ook heel praktisch zijn. Een paar voorbeelden:

  • Wees bewust van je keuzes – Je hoeft niet álles te overdenken, maar probeer af en toe stil te staan bij waarom je iets doet. Kies je voor rust of doe je iets ‘omdat het hoort’?
  • Accepteer ongemak – Twijfel, angst of vervreemding horen bij het leven. Je hoeft ze niet weg te duwen. Ze mogen er zijn.
  • Leef met intentie – Dat hoeft niet groots. Ook kiezen voor een rustige wandeling in plaats van sociale verplichting is een daad van zelfgetrouwheid.
  • Zeg vaker ‘dit past niet bij mij’ – In plaats van ‘ik ben hier slecht in’. Je hoeft niet alles te kunnen of te willen.

Het draait om kleine stappen. Niet om het bereiken van een ultieme ‘zin’. Maar om het oefenen in jezelf zijn. En blijven.

Existentialisme en liberalisme: Gedeelde nadruk op individuele vrijheid

Zowel het existentialisme als het liberalisme leggen de nadruk op individuele vrijheid. In het existentialisme is vrijheid een fundamenteel gegeven: je moet zelf kiezen wie je bent en waarvoor je staat. Niemand anders kan dat voor jou doen. Sartre noemde dat “veroordeeld tot vrijheid”.

Het klassiek liberalisme zegt iets soortgelijks, maar dan vooral op politiek en economisch vlak: de overheid moet zich zo weinig mogelijk bemoeien met jouw leven, zodat je vrij bent om je eigen keuzes te maken, je bezit te beheren, en jezelf te ontplooien.

Belangrijk verschil:
Het liberalisme gaat vaak uit van een rationeel, autonoom individu dat zélfredzaam is. Het existentialisme is realistischer (of somberder): vrijheid is zwaar, keuzes zijn moeilijk, en mensen worden vaak verteerd door angst en twijfel. Het existentialisme vraagt dus meer aandacht voor innerlijke worstelingen dan het optimistischere mensbeeld van het liberalisme.

Existentialisme en socialisme: Gedeeld oog voor onderdrukking

Het socialisme legt de nadruk op ongelijkheid, solidariteit en het belang van collectieve structuren. Waar je wieg staat, doet ertoe. Armoede, uitsluiting en machtsstructuren beperken echte vrijheid. Vrijheid is dus niet alleen een individueel recht, maar ook een sociale kwestie.

Het existentialisme ziet vrijheid als iets wat iedereen heeft, maar beseft óók dat mensen soms gevangen zitten in structuren (denk aan armoede, racisme, seksisme of ableïsme). Simone de Beauvoir, een existentialistische denker, schreef uitgebreid over hoe vrouwen structureel beperkt worden in hun vrijheid—iets waar socialisten het vaak mee eens zijn.

Belangrijk verschil:
Socialisten richten zich op het veranderen van systemen. Existentialisten blijven nadruk leggen op persoonlijke verantwoordelijkheid binnen die systemen. Jij moet kiezen hoe je omgaat met onderdrukking—ook al is die onrechtvaardig.

ThemaExistentialismeLiberalismeSocialisme
VrijheidRadicaal persoonlijk, altijd aanwezigPolitiek/individueel, recht op autonomieStructureel beïnvloed, moet beschermd worden
VerantwoordelijkheidLigt bij het individuLigt bij het individuLigt deels bij de samenleving
Ongelijkheid en machtWorden erkend, maar niet centraalWorden vaak genegeerd of geminimaliseerdZijn centraal thema
Beoogde veranderingPersoonlijke bewustwordingMinder inmenging overheidStructurele hervorming maatschappij

Existentialisme staat dus niet los van politieke stromingen, maar is geen politieke ideologie. Het gaat vooral over hoe je als mens met vrijheid, angst en keuze omgaat—en dat kan invloed hebben op hoe je naar liberalisme of socialisme kijkt. Veel mensen combineren elementen van beide.

Samengevat

  • Existentialisme draait om vrijheid, keuze en het zelf creëren van betekenis.
  • Voor neurodivergente mensen biedt dat ruimte om los te komen van verwachtingen van anderen.
  • Angst, twijfel en vervreemding zijn geen fouten, maar signalen van mens-zijn.
  • Authenticiteit is waardevol, maar vraagt moed.
  • Let op: te veel nadruk op eigen verantwoordelijkheid kan ook schadelijk zijn.
  • Je hoeft het niet perfect te doen. Bewust leven is al genoeg.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *