Autisme wordt meestal gezien als iets wat zich in je hoofd afspeelt. Maar wat als we je vertellen dat ook je darmen – en zelfs een soort ‘lichaamseigen cannabis’ – een rol kunnen spelen? Het klinkt misschien zweverig, maar wetenschappers hebben inmiddels behoorlijk wat bewijs verzameld dat er een ingewikkeld systeem bestaat waarin je darmen, je brein en je endocannabinoïdesysteem (een soort intern regelsysteem dat o.a. stemming en pijn regelt) nauw met elkaar samenwerken. En juist dat systeem lijkt verstoord bij mensen met autisme.
In de wetenschap heet dit de endocannabinoidome–gut microbiome–brain axis. Oftewel: de samenwerking tussen je darmflora, je brein en allerlei vetachtige stoffen (endocannabinoïden) die door je lichaam worden aangemaakt. Die stoffen beïnvloeden niet alleen je darmen, maar ook je stemming, gedrag, motivatie en zelfs je sociale interactie. En: ze werken via dezelfde receptoren als cannabis.
Het idee is simpel: als we beter begrijpen hoe dit systeem werkt, kunnen we misschien gericht iets doen aan klachten die vaak met autisme samengaan, zoals prikkelgevoeligheid, angst, agressie of slaapproblemen. Of zelfs aan de kernsymptomen zelf.
Hoe onderzoek je zoiets ingewikkelds?
Onderzoekers hebben een ingenieuze manier gevonden om dit complexe systeem te bestuderen: muizen zonder darmflora. Die groeien op in een steriele omgeving en hebben dus geen bacteriën in hun darmen. Door die muizen vervolgens specifieke bacteriën of stoffen te geven, kun je zien wat het effect is op gedrag, hersenontwikkeling en zelfs sociale vaardigheden.
Bijvoorbeeld: als je muizen met autisme-achtige kenmerken een poeptransplantatie geeft van gezonde muizen, zie je vaak verbeteringen in gedrag. En omgekeerd: muizen die de darmflora van mensen met autisme krijgen, gaan zich ook autistisch gedragen.
Er zijn ook proeven gedaan met bacteriesoorten als Bifidobacterium infantis of Lactobacillus plantarum, die angstgedrag of motoriek beïnvloeden. En zelfs met schimmels zoals Candida albicans, die vanuit de darm ontstekingen in de hersenen kunnen veroorzaken.
Met zulke modellen kun je veel leren, maar het blijft natuurlijk een model. Muizen zijn geen mensen, en een muis die niet meer op zijn soortgenoten afloopt is niet automatisch een exact model voor autistisch gedrag.
Hoe darmen gedrag beïnvloeden – en andersom
De darmen en het brein communiceren constant met elkaar. Dat gebeurt via zenuwen (zoals de nervus vagus), hormonen én immuunsignalen. Wat er in je darmen gebeurt, beïnvloedt dus letterlijk hoe je je voelt, denkt en gedraagt.
Bij autisme zijn er vaak verstoringen in die communicatie. Denk aan lekke darm- en bloed-hersenbarrières, waardoor bacteriële stoffen gemakkelijker in het lichaam en brein kunnen komen. Dat kan ontstekingen veroorzaken die invloed hebben op stemming en gedrag. Sommige bacteriën produceren bovendien neurotransmitters zoals GABA en serotonine, die direct op het brein werken.
Mensen met autisme hebben vaak een andere samenstelling van darmbacteriën: meer ‘slechte’ soorten zoals Clostridium en Desulfovibrio, en minder ‘goede’ zoals Bifidobacterium en Lactobacillus. Die onbalans (dysbiose) hangt samen met angst, depressie, prikkelbaarheid en sociale problemen.
Omgekeerd beïnvloedt stress of sociale isolatie óók weer de darmflora. Er is dus een vicieuze cirkel waarbij autistisch gedrag en darmproblemen elkaar kunnen versterken.
Endocannabinoïden
Je lichaam maakt zelf stoffen aan die lijken op de werkzame stoffen in cannabis. Deze endocannabinoïden, zoals anandamide (AEA) en 2-AG, binden aan speciale receptoren (CB1 en CB2) in je hersenen én je darmen. Ze regelen onder andere stemming, pijn, eetlust, slaap en sociaal gedrag.
Bij mensen met autisme zijn de niveaus van sommige van deze stoffen verlaagd. En dat is interessant, want anandamide verhoogt het knuffelhormoon oxytocine, dat belangrijk is voor sociale interactie. Als je het afbreken van anandamide remt (bijvoorbeeld met een FAAH-remmer), dan worden sociale vaardigheden bij muizen beter.
Daarnaast kunnen bepaalde darmbacteriën de productie of afbraak van endocannabinoïden beïnvloeden. Of zelfs zelf stoffen aanmaken die op deze receptoren werken. Kortom: het lijkt erop dat je darmflora, via deze vetachtige signaalstoffen, je brein aanstuurt – en dat dit systeem bij autisme niet goed functioneert.
Van angst tot agressie
De onderzoeksresultaten zijn veelbelovend. Door in te grijpen in het eCBome–GM–breinas-systeem zagen onderzoekers in muizen:
- Minder angst en depressief gedrag
- Betere sociale interactie
- Minder agressie of impulsief gedrag
- Minder repetitief gedrag
- Verbeterde sensorische verwerking
Soms werd dit bereikt via het verhogen van anandamide of 2-AG, soms via probiotica of stoffen als palmitoylethanolamide (PEA). PEA komt van nature voor in voeding en het lichaam, en is inmiddels ook getest bij mensen met autisme. Kleine studies laten zien dat het taalgebruik, prikkelverwerking en sociale interactie kan verbeteren.
Wel belangrijk: sommige van deze ingrepen hadden ook ongewenste effecten. Zo kan te veel AEA via de TRPV1-receptor juist weer angst opwekken. En het remmen van FAAH of MAGL (enzymen die endocannabinoïden afbreken) kan bij muizen ADHD-achtige symptomen veroorzaken. Gelukkig bleken die weer omkeerbaar.
Pillen, poeders of poeptransplantatie? Wat werkt misschien wél?
Er worden op dit moment meerdere dingen onderzocht als mogelijke behandeling:
- FAAH-remmers: verhogen anandamide, mogelijk effect op sociale vaardigheden.
- MAGL-remmers: verhogen 2-AG, effect op repetitief gedrag en angst.
- PEA-supplementen: natuurlijke vetstof met kalmerende en ontstekingsremmende werking.
- Probiotica (Lactobacillus, Bifidobacterium): verbeteren mogelijk darmfunctie en gedrag.
- Capsaïcine (uit chilipeper): activeert receptoren die ook bij PEA betrokken zijn.
- Fecestransplantaties: in sommige studies verbetering van gedrag en darmklachten.
Er loopt een flink aantal klinische studies, maar de meeste zijn klein en nog in uitvoering. Toch zijn de eerste resultaten hoopgevend.
Kanttekeningen en kritische noten
Hoewel de resultaten veelbelovend zijn, moeten we voorzichtig zijn. Het meeste bewijs komt uit muizenstudies, en die vertalen zich lang niet altijd goed naar mensen. Ook zijn er veel individuele verschillen: wat bij de ene persoon werkt, kan bij de ander geen effect of zelfs averechts werken.
Daarnaast is het eCBome een complex en nog niet volledig begrepen systeem. Het beïnvloedt allerlei processen tegelijk: stemming, prikkels, eetlust, motoriek, enzovoorts. Sleutelen aan één onderdeel kan onverwachte neveneffecten geven. En: supplementen of ‘natuurlijke’ middelen zijn niet automatisch veilig of effectief. Er is meer goed onderzoek nodig voordat dit standaard deel uitmaakt van de behandeling van autisme.
Nederland en België
Voor wie in Nederland of België woont en geïnteresseerd is in deze ontwikkelingen:
- PEA is vrij verkrijgbaar als supplement (bijv. onder de naam PeaPure), maar de werkzaamheid bij autisme is nog niet voldoende aangetoond. Overleg met een arts is verstandig.
- Cannabisolie of CBD wordt soms ingezet, maar het effect is onduidelijk en gebruik bij kinderen is omstreden.
- Probiotica kunnen gunstig zijn voor de darmgezondheid, maar kies dan wel voor stammen die in onderzoek bij autisme zijn gebruikt (zoals Bifidobacterium longum of Lactobacillus reuteri).
- Poeptransplantatie wordt in Nederland alleen in een paar klinieken gedaan, vooral bij ernstige darmziekten, en nog niet als behandeling voor autisme.
In alle gevallen geldt: laat je goed informeren en bespreek dit altijd met een arts of behandelaar.
Samenvatting
- Je darmen en hersenen communiceren constant – via zenuwen, hormonen én vetachtige stoffen.
- Bij autisme zijn die systemen verstoord; dat kan gedrag, stemming en prikkelverwerking beïnvloeden.
- Het lichaamseigen ‘cannabissysteem’ (eCBome) speelt hierin een centrale rol.
- Er zijn interessante behandelmogelijkheden in onderzoek: van vetzuren tot bacteriestammen.
- Het is nog te vroeg voor standaardbehandelingen, maar de ontwikkelingen zijn veelbelovend.
Campanale A, Siniscalco D, Di Marzo V. The endocannabinoidome-gut microbiome-brain axis as a novel therapeutic target for autism spectrum disorder. J Biomed Sci. 2025;32(1):60. Published 2025 Jul 2. doi:10.1186/s12929-025-01145-7